Een teek lijkt op een plat spinnetje. De schapenteek (Ixodes ricinus) komt in Nederland het meest voor. Ze komen in het hele land voor in bossen, duinen, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Daar leven ze in hoog gras en tussen bladeren. Teken leven van bloed van dieren of soms van mensen. Ze kunnen ongemerkt uren of zelfs dagen op de huid zitten en zich volzuigen met bloed. Meestal zijn tekenbeten onschuldig. Toch is het belangrijk een teek zo snel mogelijk te verwijderen. Teken kunnen namelijk besmet zijn met de lymebacterie en de ziekte van Lyme overdragen.
De levenscyclus van een teek
Een teek heeft vier levensstadia:
- ei
- larve
- nimf
- volwassen teek
In de laatste drie stadia hebben teken bloed nodig. Ze gaan hiervoor op zoek naar een dier (vooral kleine knaagdieren en vogels) of mens. Dat noemen we de gastheer. Als deze gastheer besmet is met de lymebacterie (de bacterie Borrelia burgdorferi), kan de teek ook besmet raken.
Na een bloedmaaltijd leeft de teek op de bodem tussen grassen en bladeren. Daar gaat de teek over naar een volgend levensstadium. Een besmette teek houdt de lymebacterie bij zich. Na enkele maanden gaat de teek op zoek naar de volgende gastheer voor een nieuwe bloedmaaltijd. Als de teek besmet is, kan tijdens de bloedmaaltijd ook de gastheer besmet raken. Vooral nimfen en volwassen vrouwtjesteken kunnen de ziekte van Lyme overbrengen.
De volwassen vrouwtjesteek legt eieren nadat ze is volgezogen met bloed. Daarna gaat de teek dood. De eitjes zijn niet geïnfecteerd met de lymebacterie.