Het RIVM start vandaag met de monstername van rubbergranulaat op 100 sportvelden in Nederland. Hiermee wordt een representatief beeld verkregen van de samenstelling van het granulaat.

Op 6 plekken op het veld worden monsters genomen. Per plek wordt minimaal 1 liter granulaat met een stofzuiger opgezogen en in een glazen fles meegenomen naar het laboratorium. In het lab wordt het rubbergranulaat geanalyseerd.

 

Werkwijze onderzoek

Het RIVM is op verschillende manieren op zoek naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid. Met een literatuuronderzoek beoordeelt het RIVM alle relevante wetenschappelijke publicaties. Deze bevindingen worden gecombineerd met het veldonderzoek waarmee duidelijk moet worden welke stoffen voorkomen in het rubbergranulaat.

Een ander onderdeel van het onderzoek is dat we met een selectie uit de verkregen monsters in het lab gaan kijken in welke mate er stoffen onder bepaalde omstandigheden vrij kunnen komen. Denk hierbij aan huidcontact of het inslikken van het granulaat.

Voor de te gebruiken methoden en selectie van stoffen is ook gekeken naar de aanpak en resultaten van internationale onderzoeken. Daarnaast is de onderzoeksopzet ter toetsing voorgelegd aan een wetenschappelijke begeleidingscommissie.