Voor baby’s en volwassenen worden grote hoeveelheden luiers gebruikt. Dat levert jaarlijks ongeveer 160 miljoen kilo aan luierafval op. Om de hoeveelheid restafval te verminderen streeft de overheid ernaar de materialen van luiers te hergebruiken. Het RIVM heeft onderzocht wat de samenstelling is van deze luiermaterialen en welke risico’s er zijn voor het milieu bij hergebruik.

Het RIVM vond geen negatieve effecten op het milieu van absorberend plastic en papieren onderdelen van luiers, zoals superabsorberende polyacrylaten (SAP). De wetenschappelijke gegevens voor effecten op de bodem zijn echter beperkt en er zijn geen gegevens bekend over het effect op grondwater.

Van de ziekteverwekkers die via de urine en ontlasting in luiers in het milieu terechtkomen zijn de meest kritische bekend; het risico is afhankelijk van de mate waarin de ziekteverwekker de gebruikte verwerkingstechniek overleeft. Dat is anders voor medicijnresten. De verwerkingstechniek maakt afbraak van medicijnresten in principe mogelijk, maar de afbreekbaarheid en schadelijkheid is lang niet altijd bekend. Het daadwerkelijke risico voor de gezondheid hangt af van de mate waarin mensen aan ziekteverwekkers, medicijnresten of stoffen van gerecycled materiaal worden blootgesteld. De verwerkingstechnieken zijn nog in ontwikkeling. Het RIVM beveelt daarom aan om verder onderzoek te doen naar de effecten van specifieke verwerkingstechnieken op medicijnresten en ziekteverwekkers bij de recycling van luiers. 

In een ketenproject van Rijkswaterstaat bekijken partijen die betrokken zijn in de keten van luiers (producenten, inzamelaars, afvalverwerkers en afnemers van hergebruikt materiaal) wat de mogelijkheden zijn voor vermindering van deze afvalstroom, onder meer door recycling van gebruikte luiers. Het RIVM onderzocht de samenstelling van het afval. Daarbij is gekeken naar in luiers aanwezige plastics, medicijnresten en ziekteverwekkers.