- Publicatiedatum
- 22-09-2025
Overview of reports, measurement methods and effects of lowfrequency sound (LFS) in the Netherlands
Overview of reports, measurement methods and effects of lowfrequency sound (LFS) in the Netherlands
Samenvatting
Laagfrequent geluid (LFG), zoals lage tonen of bromtonen, kan hinder veroorzaken. Dat betekent dat mensen zich bijvoorbeeld eraan ergeren of slecht erdoor slapen. Mensen kunnen klachten over LFG melden bij verschillende instanties, zoals GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en, provincies en de Stichting Laagfrequent Geluid. Het RIVM onderzocht het aantal meldingen en over welke vorm van hinder ze gaan. Het deed dat in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Sinds de eerste meldingen is het aantal registraties gestegen. In 2020 waren er de meeste, ongeveer 179 bij de GGD en 1.139 bij de Stichting Laagfrequent Geluid. Daarna daalde het aantal, maar waren er nog steeds meer meldingen dan bij de eerste registraties. De meest genoemde klacht bij meldingen bij GGD'en is hinder: 77 procent van de meldingen van LFG bij deze organisatie gaat daarover. Andere klachten zijn psychische klachten, bezorgdheid en slaapverstoring.
Na een melding besluit een Omgevingsdienst om wel of niet geluid te meten. Als er wordt gemeten wordt bij minder dan 25 procent van de meldingen daadwerkelijk LFG gemeten. Daarvan was bij 25 procent een bron te vinden.
Er is geen standaard meetmethode. De meeste Omgevingsdiensten gebruiken de richtlijnen van de Nederlandse Stichting Geluidhinder of de zogeheten Vercammen-curve, of allebei. Deze geven een indicatie of de gemelde LFG hoorbaar, aanvaardbaar of hinderlijk is. Er is ook nog geen werkwijze om de metingen te analyseren en erover te communiceren.
Het RIVM adviseert dat de Omgevingsdiensten één meetmethode ontwikkelen waarin al deze 'ingrediënten' zitten. Het is belangrijk dat alle Omgevingsdiensten daarbij betrokken zijn, zodat ze allemaal dezelfde aanpak steunen en gebruiken. Het is wenselijk om ook de GGD'en en andere organisaties die zich met geluid bezighouden erbij te betrekken.
Verder heeft het RIVM een review van de wetenschappelijke literatuur gedaan over LFG en gezondheidseffecten. Uit het kleine aantal gevonden studies is niet duidelijk of LFG een negatief of geen effect heeft op de gezondheid. De onderzoeksresultaten geven daarover geen uitsluitsel.
Abstract
Low-frequency sound (LFS), such as a low humming or buzzing, can cause a nuisance, for example when people are annoyed by it or it disrupts their sleep. People can report complaints about LFS to various bodies, such as Municipal Public Health Services, municipalities and Stichting Laagfrequent Geluid (Foundation for Low-Frequency Sound Complaints). RIVM has studied the number of reports and the type of nuisance they relate to at the request of the Ministry of Infrastructure and Water Management.
The number of reports has risen since they were first registered. The highest number of reports was made in 2020, including 179 to the Municipal Public Health Services and 1,139 to Stichting Laagfrequent Geluid. Although the number has dropped since, it continues to be higher than when reports where first registered. The most frequently reported complaint to the Municipal Public Health Services is annoyance, which concerns 77 per cent of reports about LFS to these organisations. Other complaints include physical symptoms, worrying and sleep disturbance.
When a report is received, the local environmental service takes sound measurements. LFS is actually detected for fewer than 25 per cent of the reports. A source is detected in 25 per cent of these cases. There is no standard measurement method. Most environmental services use either the guidelines of Nederlandse Stichting Geluidshinder (Dutch Noise Pollution Foundation), a tool known as the Vercammen curve, or both. These give an indication whether the reported LFS is audible, is acceptable or causes annoyance. There is as yet no working method for analysing the measurements and communicating about them.
RIVM advises the environmental services to develop a single, uniform measurement method that takes into account all the criteria mentioned above. It is important that all environmental services are involved in this development process, so that they all support and adopt the same approach. It would be preferable to involve the Municipal Public Health Services and other organisations that deal with sound and noise as well.
Furthermore, RIVM has conducted a review of the scientific literature about LFS and its health effects. The low number of studies in the field have yielded no clear conclusion as to whether LFS has a positive, negative or no effect on health, as the results are inconclusive.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Resterend
- Grootte
- 1053 kb