Fall Prevention in Motion. Fall Prevention Monitor: State of affairs of the chain approach in 2024 and the first quarter of 2025

Fall Prevention in Motion. Fall Prevention Monitor: State of affairs of the chain approach in 2024 and the first quarter of 2025

Go to abstract

Samenvatting

Veel ouderen lopen ernstig letsel op door een val. In 2024 kwamen 119.000 ouderen na een val op de Spoedeisende Hulp, iets meer dan in 2023. Naast het persoonlijke leed brengt dit veel medische zorg en hoge kosten met zich mee. Door de vergrijzing zullen naar verwachting in de toekomst nog meer ouderen vallen. De ketenaanpak Valpreventie is opgezet om te voorkomen dat ouderen vanaf 65 jaar vallen, om hen zelfredzamer te maken en om de zorg minder te belasten. 

Het RIVM brengt elk jaar het proces, de voortgang en de resultaten van de ketenaanpak Valpreventie in kaart. De aanpak bestaat uit vier stappen: signaleren welke ouderen een grote kans hebben om te vallen, onderzoeken welke factoren de kans om te vallen vergroten, deelnemen aan een valcursus en blijven sporten en bewegen. 

Uit de derde monitor blijkt dat in 2024 in bijna alle gemeenten (98 procent) een begin is gemaakt met de ketenaanpak, maar dat de doelen niet zijn gehaald. Zo doen steeds meer ouderen een test waarmee de kans om te vallen wordt ingeschat (valrisicotest). Zowel gemeenten als zorgverleners bieden deze test aan. Dit gebeurt in 76 procent van de gemeenten. Het is niet bekend hoe vaak zorgverleners dat doen. Het doel was 14 procent van alle thuiswonende ouderen te testen. Het blijft vooral lastig om ouderen met een hoog valrisico hiervoor te bereiken. Verder blijkt dat er  nog weinig wordt gekeken naar welke factoren de kans op vallen vergroten.   

Ook blijkt dat in 2024 bijna 15.000 ouderen meededen aan een valcursus via gemeenten. Bijna 100 ouderen deden dat na een verwijzing door een arts of een praktijkondersteuner. Maar ook het  doel om 3 procent van alle thuiswonende ouderen in Nederland aan een valcursus deel te laten nemen is hiermee niet gehaald. Het is niet bekend hoeveel ouderen na een valcursus blijven sporten en bewegen, maar daar is wel steeds meer aandacht voor. 

Samenwerking tussen zorgverzekeraars, zorgverleners, gemeenten en welzijnsorganisaties is verbeterd, onder andere door steeds meer afspraken te maken. Maar deze afspraken blijken in de praktijk moeilijk om uit te voeren. Bijvoorbeeld omdat er op verschillende manieren wordt gewerkt of men elkaars taal niet spreekt. 

Abstract

Many elderly people suffer serious injuries from falls. In 2024, 119,000 elderly people ended up in emergency care after a fall, slightly more than in 2023. In addition to the resulting physical and emotional distress, these incidents place a significant burden on the healthcare system and lead to high medical costs. Due to the ageing population, the number of falls among elderly people is expected to increase in the coming years. The Fall Prevention chain approach has been set up to prevent elderly people aged 65 and older from suffering falls, make them more independent and to reduce the burden on the care system.

Every year, RIVM maps out the process, progress and results of the Fall Prevention chain approach. The chain approach describes the actions for elderly people and what municipalities and care providers can do to help. The approach consists of four steps: identifying which elderly people are most at risk of falling, examining the factors that increase the chance of falling, taking part in a fall prevention course and engaging in regular physical activity and exercise.

The third monitor shows that by 2024, almost all municipalities (98 per cent) had made a start on the chain approach. However the set goals have not been reached. For example, more and more elderly people are taking a test to estimate the risk of falling (fall risk assessment). Both municipalities and care providers offer this test. Currently, 76 per cent of municipalities provide the test, but it is not known how often care providers do this. The target was to assess 14 per cent of all elderly people living at home. Reaching elderly people with a high risk of falling remains particularly challenging. Additionally, the second step of the approach, examining the factors that contribute to an increased risk of falling has not been widely implemented.

In 2024, almost 15,000 elderly people participated in fall prevention courses organised by municipalities. Additionally, almost 100 elderly people participated after being referred by a doctor or general practice nurse. Together, this is not enough to reach the target of 3 per cent of all elderly people living at home. It is not clear how many elderly people continue to engage in regular physical activity after a fall prevention course, although this is receiving increasing attention.

Collaboration between care providers, municipalities and welfare organisations has improved, partly due to the establishment of more agreements between these stakeholders. However, it remains difficult to implement in practice. For example because of their different working methods or because they do not speak each other’s language.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
3073 kb