Het RIVM en het Nivel doen samen onderzoek naar hoe mensen in Nederland de coronacrisis beleven en hoe zij hierop reageren. Met zes herhaalde online vragenlijsten tussen 24 februari en 17 mei 2020 werden rond de 3.000 mensen in Nederland bevraagd. Met deze vragenlijsten onderzochten wij hoe mensen in Nederland denken over de berichtgeving over het nieuwe coronavirus en hoe zij het risico hiervan voor de gezondheid van henzelf en naasten beleven. Ook werd gevraagd hoeveel vertrouwen mensen hebben in de informatie van het RIVM en de maatregelen van de overheid. Daarnaast werd gevraagd of mensen de coronamaatregelen van de overheid opvolgen en wat zij van die maatregelen vinden. De resultaten van dit onderzoek geven het RIVM inzicht in de communicatiebehoefte van mensen in Nederland. Het RIVM betrekt deze informatie bij haar communicatie. 

Dit is een rapportage met een deel van de resultaten van de zes vragenrondes.  Voor de volledige resultaten van de zes vragenrondes kun je de volgende feitenbladen bekijken:  feitenblad 24 februari – 1 maart, feitenblad 16 – 22 maart, feitenblad 30 maart – 5 april, feitenblad 13 – 19 aprilfeitenblad 28 april – 3 mei en feitenblad 11-17 mei.

Deelnemers aan het onderzoek

De vragenlijsten zijn  verstuurd naar leden van het Nivel Consumentenpanel Gezondheidszorg. Het aantal deelnemers per vragenronde is weergegeven in de grafieken op deze webpagina. Van de deelnemers aan de eerste vragenlijst was 53% man en 47% vrouw. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 65 jaar. Deze gemiddelde leeftijd is hoger dan de gemiddelde leeftijd in Nederland. Dat komt omdat er relatief weinig mensen onder de 30 jaar deelnemen aan het Nivel Consumentenpanel Gezondheidszorg.

Berichtgeving over het nieuwe coronavirus

Wij vroegen de deelnemers aan het onderzoek of zij meer informatie zouden willen over het nieuwe coronavirus, en zo ja waarover. In de week van 24 februari gaf 26% van de deelnemers aan behoefte te hebben aan meer informatie. In de week van 11 tot en met 17 mei gaf nog slechts 14% van de deelnemers aan behoefte te hebben aan meer informatie over het nieuwe coronavirus. 

In de week van 24 februari wilden de deelnemers vooral meer informatie over hoe je besmet kunt raken met het coronavirus, hoe je jezelf het beste kunt beschermen en wat de ziekteverschijnselen van een infectie met het coronavirus zijn. Bij de meest recente vragenronde, in de week van 11 mei, gaven de deelnemers nog steeds vaak aan behoefte te hebben aan meer informatie over hoe je besmet kunt raken met het nieuwe coronavirus en over hoe het virus zich verspreid. Ook gaven deelnemers aan behoefte te hebben aan meer informatie over de maatregelen van de overheid, bijvoorbeeld over wat menu nu precies wel en niet mag doen. Daarnaast gaf men aan behoefte te hebben aan informatie over testmogelijkheden om aan te tonen dat iemand het nieuwe coronavirus heeft(gehad) en over immuniteit. Tot slot gaven deelnemers aan behoefte te hebben aan duidelijke en eenduidige informatie.

Figuur 1. De percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag “Zou u meer informatie willen over het nieuwe coronavirus?” (antwoordopties: Nee / Ja, namelijk over…). De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Feitenblad 6 figuur 1  zou u meer informatie willen

Zorgen over het nieuwe coronavirus

Deelnemers aan de vragenlijst werd gevraagd hoe bezorgd zij zijn over het nieuwe coronavirus. In de week van 24 februari was 19% van de ondervraagden bezorgd over de eigen gezondheid en 28% over de gezondheid van familieleden. Het percentage bezorgde deelnemers was hoger in de opeenvolgende vragenrondes. in de week van 30 maart was het percentage bezorgde deelnemers het hoogst; 47% van de deelnemers gaf toen aan zich zorgen te maken over hun eigen gezondheid en 69% gaf aan bezorgd te zijn over de gezondheid van familieleden. In de week van 11 mei was het percentage bezorgde deelnemers weer wat lager; 37% procent van de deelnemers gaf toen aan bezorgd te zijn over hun eigen gezondheid door het nieuwe coronavirus en 57% procent was bezorgd over de gezondheid van familieleden. 

De mensen die aangaven zich zorgen te maken, is ook gevraagd waarom zij zich zorgen maakten. Bij de meest recente vragenronde, in week van 11 mei, benoemden de deelnemers vaak dat zij zich zorgen maakten omdat zijzelf of hun dierbaren kwetsbaar waren. Bijvoorbeeld door een hoge leeftijd of gezondheidsklachten. Daarnaast gaven mensen aan zich zorgen te maken door het mogelijk ernstige, en onvoorspelbare, ziektebeloop van COVID-19 en doordat de situatie nog erg onzeker is. Ook noemden mensen het ontbreken van een vaccinatie en/of medicijn als een reden voor hun bezorgdheid

Figuur 2. De percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag “Hoe bezorgd bent door het nieuwe coronavirus over uw eigen gezondheid?”. De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 2 maakt u zich door het nieuwe coronavirus zorgen over uw eigen gezondheid feitenblad 6

Figuur 3. De percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag “Hoe bezorgd bent door het nieuwe coronavirus over de gezondheid van uw familieleden?” De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 3 maakt u zich door het nieuwe coronavirus zorgen over uw eigen gezondheid van familie feitenblad 6

Vertrouwen

Wij vroegen de deelnemers of zij vertrouwen hebben in de informatie van het RIVM en in de maatregelen van de overheid. Deze vragen zijn alleen gesteld in de periodes 30 maart – 5 april, 13 – 19 april, 28 april – 3 mei en 11 - 17 mei. Het vertrouwen in de informatie van het RIVM en in de maatregelen van de overheid lijkt redelijk stabiel over de zes vragenrondes. In de week van 30 maart gaf 84% van de deelnemers aan vertrouwen te hebben in de informatie van het RIVM, in de week van 11 mei was dit 83%. 80% van de deelnemers gaf in de week van 24 februari aan vertrouwen te hebben in de maatregelen van de overheid, in de week van 11 mei was dit 78%.

Figuur 4. De percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag “Hoeveel vertrouwen heeft u in de informatie van het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over het nieuwe coronavirus?”. De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 4 Hoeveel vertrouwen heeft u in de informatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over het nieuwe coronavirus feitenblad 6

Figuur 5. De percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag “Hoeveel vertrouwen heeft u in de maatregelen die de overheid neemt om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken?”. De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 5 Hoeveel vertrouwen heeft u in de maatregelen die de overheid neemt om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken feitenblad 6

Maatregelen tegen het nieuwe coronavirus

Wij vroegen de deelnemers of zij zich aan de richtlijnen van de overheid houden en wat zij vinden van de maatregelen die de overheid neemt om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken. Deze vragen zijn alleen gesteld in de periodes 30 maart – 5 april, 13 – 19 april, 28 april - 3mei en 11 -17 mei.

In de week van 30 maart antwoordde 93% van de ondervraagden zich te houden aan de richtlijnen van de overheid, 6% antwoordde zich gedeeltelijk aan de richtlijnen te houden. In de week van 13 april was het percentage van de deelnemers dat zich zegt te houden aan de richtlijnen iets lager met 91% van de deelnemers, 8% gaf toen aan zich gedeeltelijk te houden aan de richtlijnen. In de week van 28 april gaf nog 87% van de deelnemers aan zich te houden aan de richtlijnen, 12 % gaf aan zich gedeeltelijk aan de richtlijnen te houden. Tot slot, in de week van 11 mei gaf 84% van de deelnemers aan zich te houden aan de maatregelen en zei 14% zich gedeeltelijk aan de maatregelen te houden. 

Verder antwoordde, in de week van 30 maart, 86% van de ondervraagden te denken dat de maatregelen van de overheid helpen om verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken.  In de week van 11 mei was dit percentage 84%. Daarnaast antwoordde 86% van de deelnemers in de week van 30 maart dat de meeste mensen in zijn/haar omgeving zich aan de maatregelen houden. In de week van 11 mei waren dit minder mensen, namelijk 73%. 97% van de deelnemers in de week van 30 maart gaf aan dat hij/zij vindt dat mensen zich aan de maatregelen moeten houden. In de week van 11 mei was dit percentage nog steeds hoog met 94%. Tot slot, in de week van 11 mei gaf 21% van de deelnemers aan het moeilijk te vinden om zich aan de maatregelen te houden. In de week van 30 maart was dit nog 14%.

Figuur 6. De percentages antwoorden per vragenlijst op de vraag “Houdt u zich aan de richtlijnen die worden geadviseerd door de overheid om verdere verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken?”. De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 6 Houdt u zich aan de richtlijnen die worden geadviseerd door de overheid om verdere verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken feitenblad 6

Figuur 7. De percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling “Ik denk dat de geadviseerde maatregelen helpen om de verspreiding van het coronavirus te beperken” . De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 7 Ik denk dat de geadviseerde maatregelen helpen om de verspreiding van het nieuwe coronavirus te beperken feitenblad 6

Figuur 8. De percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling “De meeste mensen in mijn directe omgeving houden zich aan de geadviseerde maatregelen”. De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 8 De meeste mensen in mijn directe omgeving houden zich aan de geadviseerde maatregelen feitenblad 6

Figuur 9. De percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling “Ik vind dat mensen zich moeten houden aan de geadviseerde maatregelen”. De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 9 Ik vind dat mensen zich moeten houden aan de geadviseerde maatregelen feitenblad 6

Figuur 10. De percentages antwoorden per vragenlijst op de stelling “Ik vind het moeilijk om mij te houden aan de geadviseerde maatregelen”. De ‘N’ geeft het aantal deelnemers per vragenlijst weer.

Figuur 10 Ik vind het moeilijk om mij te houden aan de geadviseerde maatregelen feitenblad 6

Gedragswetenschappelijk onderzoek onder 90.000 Nederlanders

Het RIVM is half april een tweede verdiepend onderzoek gestart samen met GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en naar gedragsmaatregelen en welbevinden tijdens de epidemie. Dit onderzoek, met een looptijd tot eind juni, volgt in meer detail hoe het gaat met volhouden van de gedragsmaatregelen en wat dit doet met mensen. Deze vragenlijst wordt afwisselend met het onderzoek dat op deze pagina wordt gerapporteerd afgenomen onder circa 90.000 Nederlanders. Meer informatie over dit gedragswetenschappelijk onderzoek is hier te vinden.