Behalve in het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid) worden in Nederland veel meer waterkwaliteitsmetingen in agrarisch gebied gedaan. In 2018 is de Kennisimpuls Waterkwaliteit (KIWK) gestart om alle kennis over waterkwaliteit beter bij elkaar te brengen en deze in de praktijk toe te passen. Hierin staat de aanpak van nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen en medicijnresten centraal. Op de website www.kennisimpulswaterkwaliteit.nl is meer informatie te vinden.

Afsluitend symposium

Dit vierjarige project is binnenkort afgelopen, al zullen een aantal werkzaamheden wel worden voortgezet. Om het einde te markeren en om de resultaten van de Kennisimpuls te delen is er op 1 juli een symposium georganiseerd, genaamd ‘Van kennis naar impuls!’. In de ochtend legden we de vinger op de zere plek. Samen met onder andere Sander Mager (DB Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en vicevoorzitter Unie van Waterschappen) en Marleen van Rijswick (hoogleraar Europees en nationaal waterrecht, Universiteit Utrecht) bespraken we de mogelijkheid dat we de Kaderrichtlijn Water-doelen in 2027 niet halen. Op het symposium vormde deze bedreiging ook een startpunt om te focussen op wat er wél is en wat er wél kan. Wat we hebben geleerd dankzij de KIWK. En hoe we van de kennis naar impuls komen. Het symposium was dus zowel een slot- als startsymposium. In de middag gingen de deelnemers zelf aan de slag. Onder begeleiding werkten kleine multidisciplinaire teams aan nieuwe oplossingen voor bestaande belemmeringen. Ze konden daarbij terugvallen op de projectopbrengsten uit vier jaar KIWK, die tijdens het symposium werden gepresenteerd. Hierbij werd gebruik gemaakt van drie thema’s: stoffen in het milieu en invloed op gezondheid, bodem en Kaderrichtlijn Water, en ecologie en biodiversiteit.

KIWK en LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid)

De afdeling Landbouw en Grondwater van het RIVM, die samen met Wageningen Economic Research (WEcR) het LMM organiseert, beheert en analyseert, heeft binnen de KIWK vooral haar expertise ingezet voor het thema “Nutriënten: Welke landbouwmaatregelen snijden hout?”. In dit thema zijn twee pilotgebieden uitgekozen, waar de waterkwaliteit in landbouwgebied intensief gemonitord wordt. Het eerste gebied is de Vuursteentocht, dat ligt op kleigrond in Flevoland, en het tweede gebied is de Vinkenloop en ligt in Noord-Brabant op zandgrond. De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt zowel met geavanceerde sensoren als met eenvoudige technieken zoals nitraatstripjes en de Nitraat-app gemeten. Op enkele percelen wordt ook het grondwater en het drainwater bemonsterd. De monitoring in de pilotgebieden wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research (WUR Wageningen University & Research (Wageningen University & Research)), Deltares, Kaderrichtlijn Water (KWR Watercycle Research Institute (Watercycle Research Institute)) en het RIVM samen met de waterschappen Zuiderzeeland (Flevoland) en Aa en Maas (Nood-Brabant). Voor de metingen is een meetcabine ontwikkeld door KIWK in samenwerking met het RIVM, die in staat is om elke 15 minuten een meting te doen. Parameters zoals neerslag en de concentraties van fosfaat, nitraat en ammonium worden hiermee gemeten. Hierdoor werd bijvoorbeeld duidelijk dat na een bui de nitraatconcentratie toeneemt en de ammoniumconcentratie afneemt. Dit komt omdat kwelwater, wat veel ammonium bevat, na een regenbui relatief minder bijdraagt aan de waterkwaliteit, en het regenwater, wat door uitspoeling meer nitraat bevat, meer. Na afloop van de neerslag herstelt het evenwicht tussen de twee parameters zich langzaam.

Doel van de monitoring

Het doel van deze intensieve monitoring is om beter inzicht te krijgen in de bronnen en de routes van de nutriënten die in het oppervlaktewater terecht komen. Als we beter weten waar de nutriënten precies vandaan komen (uit welke percelen) en hoe (bijvoorbeeld via drains of oppervlakkige afspoeling) en wanneer ze in het oppervlaktewater terechtkomen, kunnen gerichter maatregelen genomen worden. In de eerste meetjaren is veel inzicht over de specifieke bronnen en routes in de gebieden verkregen, maar nu willen we graag enkele maatregelen uitvoeren en doormeten om de effecten van die maatregelen op de waterkwaliteit te zien. 

Tool voor aanvullende maatregelen

Onafhankelijk van het monitoringsproject in de twee pilotgebieden is binnen dit thema een tool ontwikkeld om aanvullende maatregelen specifiek voor elk perceel op te stellen. Deze vrijwillige maatregelen komen bovenop de bestaande, verplichte maatregelen en er staat soms een vergoeding of subsidie tegenover. Ze gaan van het niet scheuren van blijvend grasland tot het implementeren van regelbare drainage en het uitrijden van met water verdunde drijfmest. Voor toepasbaarheid van een maatregel op een perceel is gekeken naar de sector (melkvee, akkerbouw), het gewas, hydrologie, grondsoort, morfologie en bodemkwaliteit. De effectiviteit van maatregelen is gescoord per perceel, en dit heeft geleid tot een landsdekkende kaart met kansrijke maatregelen per perceel. Op deze manier wordt het mogelijk om met een gebiedsgericht maatregelenpakket de nutriëntenuitspoeling te verminderen.

Meer informatie

Meer informatie over het thema Nutriënten, maar ook over de andere thema’s, zoals ecologische waterkwaliteit, diergenees- en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater, verzilting en menselijk gedrag in relatie tot water is terug te vinden op www.kennisimpulswaterkwaliteit.nl.