Binnen het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid)) merken we dat deelnemers regelmatig vragen hebben over de metingen op hun bedrijf, en dat zij hier meer bij betrokken willen worden. In het project WaterSNIP, onderdeel van het LMM, doet het RIVM onderzoek naar innovatieve meetmethodes. Recent onderzoek van WaterSNIP heeft aangetoond dat er geschikte methodes zijn om zelf fosfaat in oppervlaktewater te meten. Dit vergroot de mogelijkheden om agrariërs bij de metingen van het LMM te betrekken, bijvoorbeeld door middel van participatieve metingen. Dit biedt op meerdere vlakken kansen voor het LMM.

Fosfaat meten in het veld

Binnen WaterSNIP doen we onderzoek naar innovatieve manieren van waterkwaliteit meten. Een van de onderwerpen die we onderzoeken is welke parameters van waterkwaliteit goed in het veld gemeten kunnen worden. Dat betekent dat de meetmethodes ter plekke een betrouwbaar en gemakkelijk af te lezen resultaat moeten geven. De methodes moeten daarnaast ook eenvoudig te gebruiken zijn in het veld.

Afgelopen jaar hebben we onderzocht of er voor fosfaat meetmethodes beschikbaar zijn die aan deze eisen voldoen. Dit onderzoek leverde twee methodes op die fosfaat voldoende nauwkeurig meten (zie Figuur 1) en bovendien eenvoudig in het veld te gebruiken zijn. Dit zijn de Hanna checker (een colorimeter) en fosfaatbuisjes van Kyoritsu.

Beide methodes werken volgens een verkleuringsreactie, die optreedt na het toevoegen van een reagens aan het watermonster. Aan de hand van de verkleuring wordt vervolgens de concentratie fosfaat in het slootwater bepaald. De Hanna checker is een apparaat dat door middel van de lichtabsorptie van het verkleurde monster de concentratie bepaalt. Bij de buisjes van Kyoritsu hoort een kleurenkaart. Door de verkleuring in het buisje te vergelijken met de kleurenkaart kan de fosfaatconcentratie afgelezen worden.

De veldmethodes zijn eenvoudig en qua kwaliteit niet te vergelijken met de gecertificeerde laboratoriumanalyses van het LMM Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid). Dit onderzoek laat alleen zien dat fosfaat dat in het veld bepaald wordt, ongeveer overeenkomt met de lab metingen. De veldmethodes zijn daarmee geschikt voor participatieve metingen. 

Figuur waarin de resultaten van twee fosfaatmeetmethodes uitgezet staan tegen resultaten LMM-analyse

Figuur 1: De resultaten van de twee meetmethodes, uitgezet tegen de resultaten van de LMM-analyse. Hoe dichter bij de oranje lijn, hoe dichter de meetmethode bij de LMM-analyse ligt.

Inzet veldmeetmethodes bij participatieve metingen

Naast fosfaat zijn er ook voor nitraat veldmeetmethodes beschikbaar, zoals de Nitraat app van Deltares. Beide parameters zijn geschikt om in een participatief project te meten; daarmee bedoelen we samen met agrariërs. Participatieve metingen kunnen het inzicht van belanghebbende partijen vergroten en de onderlinge samenwerking bevorderen. We denken dat deze manier van meten een waardevolle aanvulling kan zijn op de reguliere metingen van het LMM, voor zowel agrariërs, onderzoekers als beleidsmakers.

We horen bijvoorbeeld van LMM-deelnemers dat de meetresultaten voor hun gevoel niet altijd recht doen aan de situatie op hun bedrijf. Het LMM is een meetnet waarin trends worden bepaald voor een regio (bijvoorbeeld ‘melkveebedrijven in de Zandregio’). Doordat de temporele en ruimtelijke variatie van de waterkwaliteit groot kan zijn op één bedrijf, zijn de resultaten minder geschikt om uitspraken te doen op bedrijfsniveau. Met behulp van veldmeetmethodes kunnen deelnemers zelf vaker, en op meer locaties meten.

Wat zijn de gevolgen van een heftige regenbui op de uitspoeling van nutriënten? Deze vraag en gelijksoortige vragen zijn met de reguliere metingen van het LMM lastig te beantwoorden, maar eenvoudige en frequente veldmetingen die ter plekke een resultaat geven kunnen hierbij wel behulpzaam zijn. Dit levert informatie op die waardevol is voor zowel agrariërs als onderzoekers.

Naar aanleiding van veldmetingen kunnen we met elkaar in gesprek, om zo samen tot een duiding en interpretatie te komen, en eventuele verschillen met de reguliere LMM-metingen te verklaren. Dit is een belangrijk onderdeel van het participatieve meetproces. We hopen hiermee het wederzijdse begrip en draagvlak voor ons onderzoek te vergroten. Dit vertrouwen is een belangrijke voorwaarde om ons werk goed te kunnen doen, ook omdat we bij het LMM afhankelijk zijn van deelnemende agrariërs.

Een eerste proef met LMM-deelnemers

Wij zien de potentie van participatieve metingen als aanvulling op de reguliere metingen van het LMM. We hebben acht deelnemers van het LMM bereid gevonden om met ons mee te denken over hoe we hier meer vorm aan kunnen geven. In een eerste proef gaan deze deelnemers ook zelf meten. Aan de hand van de uitkomsten willen we een plan maken voor een bredere inzet van participatieve metingen in het LMM. Wordt vervolgd dus!

Sjoerd Vredenbregt (RIVM)

LMM e-nieuws, augustus 2023