Op deze pagina geven we op basis van de landelijke rapportage 2025 per (deel) populatie een samenvatting van de bevindingen in de vorm van kernboodschappen. Hierbij wordt ingegeaan op huidige situatie en trends, samenhangende factoren, gevolgen van mentale (on)gezondheid en aanbevelingen van experts.
Huidige situatie en trends
- Het overgrote deel van de algemene populatie (18 jaar en ouder) is tevreden over het leven. Dit aandeel is het laagst onder 18- tot en met 24-jarigen. In de afgelopen jaren zijn er geen grote veranderingen zichtbaar.
- Ruim 4 op de 10 personen (12 jaar en ouder) heeft angst- of depressiegevoelens in afgelopen 4 weken. Dit is het hoogst onder 16- tot en met 29-jarigen. Een op de 10 personen heeft een hoog risico op angststoornis of depressie (18 jaar en ouder). Dit cijfer is het hoogst onder 18- tot en met 64-jarigen. Een op de 6 personen is beperkt door emotionele problemen (12 jaar en ouder). Dit is het hoogst onder de 20- tot en met 29-jarigen. Een op de 10 mensen voelt zich sterk eenzaam (15 jaar en ouder).
- Meer vrouwen rapporteren mentale problemen dan mannen.
- Een kwart van de algemene populatie (18 jaar en ouder) had in 2019/2022 enige psychische aandoening in het afgelopen jaar. Dit aandeel was het hoogst onder 18- tot en met 24-jarigen. In 2007/2009 was dit ongeveer 1 op de 6. Ruim 1 op de 7 personen had in het afgelopen jaar enige angststoornis, waarvan meer vrouwen dan mannen, en 1 op de 10 enige stemmingsstoornis. Een op de 9 had twee of meer psychische aandoeningen in het afgelopen jaar Dit aandeel was het hoogst onder 25- tot en met 34-jarigen.
Samenhangende factoren
- Een matige of (zeer) slechte ervaren gezondheid hangt sterk samen met zowel lagere levenstevredenheid als meer angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken. Daarnaast hangt maandelijks cannabisgebruik sterk samen met meer angst- of depressiegevoelens; de samenhang met levenstevredenheid is niet onderzocht. Zorgen over financiële toekomst en zich onveilig voelen (samenhang niet onderzocht met angst- of depressiegevoelens) en geen betaald werk hebben en alleenstaand zijn, met of zonder kinderen, hangen sterk samen met lagere levenstevredenheid. Er is geen samenhang gevonden tussen zwaar alcoholgebruik en mentale gezondheid. Niet voldoen aan de beweegrichtlijnen hangt alleen bij vrouwen samen met meer angst- of depressiegevoelens; de samenhang met levenstevredenheid is niet onderzocht. Overige indicatoren laten een matige samenhang zien.
Gevolgen van mentale (on)gezondheid
- Ongeveer een kwart van de huisartspatiënten van 16 jaar of ouder had contact met de huisartsenpraktijk vanwege enigerlei psychisch probleem in 2023.
- Een op de 20 inwoners vanaf 18 jaar was in behandeling bij de ggz (geestelijke gezondheidszorg) vanwege enigerlei psychische diagnose in 2021. Dit aantal was het hoogst bij 25- tot en met 34-jarigen en nam daarna langzaam af.
- Het aantal wachtplekken voor de ggz (18 jaar en ouder) bedroeg 108.878 in 2024. In 2022 waren dat er 87.114. In het eerste kwartaal van 2023 was in de basis-ggz 35,9% van de wachttijden langer dan de maximaal aanvaardbare totale wachttijd voor intake en behandeling (Treeknorm, 14 weken). In de gespecialiseerde ggz was dit 42,9%.
- De medische zorguitgaven voor het totaal aan psychische stoornissen (exclusief dementie en verstandelijke beperking) bedroegen €489 per persoon per jaar (0 jaar en ouder) in 2019. Voor dementie bedroegen de medische zorguitgaven €594 per persoon per jaar. Deze lagen vooral bij personen van 65 jaar en ouder: €2947 per persoon per jaar.
- Van alle arbeidsongeschiktheidsuitkeringen bij personen van 15 jaar en ouder was 42,4% toegekend vanwege psychische stoornissen in 2020. Dit percentage is stabiel sinds 2015.
- Ziektelast, uitgedrukt in het aantal verloren gezonde levensjaren (DALY), als gevolg van het totaal aan psychische en gedragsstoornissen (exclusief dementie en verstandelijke beperking) bedroeg 44,5 DALY (Disability Adjusted Life Year)’s per 1000 inwoners (0 jaar en ouder) in 2022. Voor bipolaire en depressieve stemmingsstoornissen bedroeg het aantal verloren gezonde levensjaren 15,4 DALY’s per 1000 inwoners, voor angst-, dwang- en stressstoornissen 9,1 DALY’s, voor dementie 5,5 DALY’s, voor burn-out 4,6 DALY’s en voor ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) en gedragsstoornissen 1,2 DALY’s. Bij vrouwen was het aantal verloren gezonde levensjaren groter dan bij mannen (behalve voor ADHD en gedragsstoornissen). Het aantal verloren gezonde levensjaren per 1000 inwoners was per leeftijdsgroep in het algemeen het hoogste bij de 20- tot en met 44-jarigen (behalve voor ADHD en gedragsstoornissen en voor dementie).
- Per 100.000 inwoners (0 jaar en ouder) waren er 82,0 overledenen als gevolg van psychische stoornissen en 10,3 overledenen als gevolg van zelfdoding in 2024. Het aantal overledenen per 100.000 inwoners als gevolg van een psychische stoornis neemt toe met de leeftijd en door de tijd heen. Het aantal overledenen per 100.000 inwoners als gevolg van zelfdoding ligt sinds 2014 rond de 10 tot 11.
Huidige situatie en trends
- Het merendeel van kinderen (leerlingen groep 8) en adolescenten (leerlingen voortgezet onderwijs 12 t/m 16 jaar) is tevreden over hun leven, tegelijkertijd heeft 2 tot 3 op de 10 mentale problemen (SDQ). (Ruim) de helft van de kinderen en adolescenten heeft tenminste meestal vertrouwen in eigen bekwaamheid om met problemen om te gaan. Voor adolescenten geldt verder dat zij bijna allemaal iemand hebben bij wie ze terecht kunnen als ze een probleem hebben of ergens mee zitten, dat 4 op de 10 angst- of depressiegevoelens heeft en 1 op de 9 beperkt is door emotionele problemen.
- Meisjes rapporteren een minder goede mentale gezondheid dan jongens. Volgens experts spelen hier mogelijk de gebruikte meetmethoden een rol, die meer gericht lijken op het meten van internaliserende problemen die vaker bij meisjes voorkomen dan bij jongens.
- Daling in sommige aspecten van mentale gezondheid voor en tijdens de coronapandemie bij met name adolescenten is nog niet hersteld. Dit herstel is volgens experts ook niet te verwachten aangezien de trend al voor de coronapandemie daalde. Als mogelijke verklaringen voor de dalende trend noemen experts vooral maatschappelijke factoren, zoals toenemende prestatiedruk en toenemende bewustwording rondom mentale gezondheid met zowel betere herkenning als overinterpretatie als gevolg.
Samenhangende factoren
- Socialemediagebruik, ervaren gezondheid, steun van gezin, relaties op school en druk door schoolwerk hangen zowel voor kinderen (leerlingen groep 8) als voor adolescenten (leerlingen voortgezet onderwijs 12 t/m 16 jaar) sterk samen met zowel emotioneel welbevinden als met mentale problemen (SDQ). Andere onderzochte indicatoren laten een combinatie van matige en sterke samenhang zien, of alleen een matige samenhang. In een (grote) stad naar school gaan (kinderen) of wonen (adolescenten) en herkomst hangen niet samen met mentale problemen (SDQ) en, alleen bij kinderen, ook niet met emotioneel welbevinden. Alleen bij kinderen is er geen samenhang met mentale gezondheid voor gezinswelvaart en lidmaatschap van een (sport)club of vereniging.
- Door de complexe manier waarop factoren met elkaar en met mentale gezondheid samenhangen, kunnen experts niet één hoofdfactor aanwijzen. Experts benadrukken vooral het belang van sociale steun en de onderwijsomgeving. Ook vinden zij de rol van socialemediagebruik belangrijk, maar hierover hebben zij nog veel vragen, zoals over de mate waarin het gebruik ook positieve effecten kan hebben.
Gevolgen van mentale (on)gezondheid
- Een op 7 huisartspatiënten van 0 tot en met 11 jaar en 1 op 5 huisartspatiënten van 12 tot en met 18 jaar had contact met de huisartsenpraktijk vanwege psychische problemen in 2023. Daarnaast maakte 1 op de 10 jeugdigen (0 t/m 22 jaar) gebruik van jeugdhulp in 2024.
- Er was veel variatie in kosten van jeugdhulp tussen gemeenten in 2023. De gerealiseerde gemeentelijke kosten voor jeugdhulp (met en zonder verblijf) varieerden tussen gemeenten van €43 tot €611 per inwoner per jaar (mediaan €274). De medische zorguitgaven voor het totaal aan psychische stoornissen (exclusief dementie en verstandelijke beperking), bedroegen €345 per inwoner per jaar in 2019 voor personen jonger dan 20 jaar.
- Het aantal verloren gezonde levensjaren (DALY) voor het totaal aan psychische en gedragsstoornissen (exclusief dementie en verstandelijke beperking) in 2022 bedroeg 15,2 per 1000 inwoners. ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) had daarbij een wat grotere ziektelast (3,5 DALY (Disability Adjusted Life Year)'s) dan angst-, dwang en stressstoornissen (2,9 DALY’s) en bipolaire en depressieve stemmingsstoornissen (2,8 DALY’s).
- Onder personen jonger dan 20 jaar zijn 12 personen in 2024 overleden als gevolg van psychische stoornissen en 62 personen als gevolg van zelfdoding. Hierbij ging het om respectievelijk 7 en 48 personen in de leeftijd van 15 tot en met 19 jaar.
- De cijfers over gevolgen van mentale (on)gezondheid blijken voor de experts lastig te interpreteren. Bijvoorbeeld om verschillen in zorggebruik te verklaren is meer informatie nodig over verschillen in factoren die hierin een rol kunnen spelen, zoals toegankelijkheid, veranderingen in organisatie of financiering, en de aard van het aanbod.
Aanbevelingen van experts
- Kies voor systeemgerichte benaderingen: omgeving én individu, met bijzondere aandacht voor het versterken van de pedagogische driehoek (jeugdige-ouder-school).
- Versterk mentale gezondheid vóórdat er problemen ontstaan in een veilige, stimulerende omgeving waarin kinderen en adolescenten leren omgaan met stress, tegenslag en sociale druk.
- Maak school een plek voor sociaal én mentaal leren. Een veilig en inclusief pedagogisch schoolklimaat – waarin leerlingen zich gezien en ondersteund voelen – is de basis met een vaste plek voor mentale gezondheid in het curriculum.
- Een goede aanpak bestaat uit een mix van zowel universele als selectieve interventies en maatregelen. Interventies moeten aansluiten bij gender, leeftijd, achtergrond en de situatie waarin een jeugdige leeft.
- Zet de kracht van jeugdigen zelf in. Door jeugdigen medeeigenaar te maken van de oplossing – en aan te sluiten bij hun taal en belevingswereld – ontstaat verbinding en betrokkenheid.
- Leer jeugdigen én ouders omgaan met digitale druk. Een preventieve aanpak richt zich daarom op mediawijsheid van jongs af aan met een voorbeeldrol van ouders, opvoeders, scholen en beleidsmakers.
- Zoek balans tussen bewustwording, normaliseren en vroegtijdige signalering van mentale klachten. Campagnes moeten zich richten op vroege herkenning, maar niet op onnodig problematiseren van klachten.
- Maak hulp toegankelijk, licht en op maat. Zorg en ondersteuning moeten beschikbaar zijn op verschillende niveaus: van preventieve steun en hulp in de school tot laagdrempelig maatschappelijk werk en gespecialiseerde zorg waar nodig.
- Verbeter monitoring en informatie voor betere onderbouwing en daarmee effectief beleid. Met daarin aandacht voor de witte vlekken, zoals het ontbreken van cijfers over psychische aandoeningen en bepaalde factoren, zoals slaap. Langdurige structurele monitoring en verdiepend onderzoek helpen om te begrijpen waar verbetering gewenst is, wát werkt, voor wie, en waarom.
Huidige situatie en trends
- Acht op de 10 jongvolwassenen (16 t/m 25 jaar) is tevreden over het leven en voldoende weerbaar. Meer dan de helft heeft voldoende veerkracht, tegelijk heeft ruim de helft last van angst-of depressiegevoelens. Een of de 5 jongvolwassenen is beperkt door emotionele problemen en 1 op de 9 is sterk eenzaam. Experts vinden dit zorgelijk, maar geven ook aan dat een deel van deze klachten mogelijk van tijdelijke of milde aard is en bij het leven hoort.
- Er zijn verschillen in mentaal welbevinden en mentale problemen tussen jongvolwassen mannen en vrouwen. Mannen geven vaker aan weer snel te herstellen na een moeilijke periode en voldoende weerbaar te zijn. Vrouwen rapporteren vaker mentale problemen. Volgens experts spelen hier mogelijk de gebruikte meetmethoden een rol, die meer gericht lijken op het meten van internaliserende problemen die vaker bij vrouwen voorkomen dan bij mannen.
- Er lijkt een daling te zijn in de mentale gezondheid van jongvolwassenen tijdens de coronapandemie. Sindsdien is de mentale gezondheid nog niet op het niveau van vóór de coronapandemie. Echter het effect van de coronapandemie komt minder duidelijk naar voren uit deze data dan de experts verwachtten.
- Experts zien verschillende tekortkomingen bij de gebruikte methoden en monitoring van mentale gezondheid van jongvolwassenen. Ze maken zich vooral zorgen over de representativiteit door het ontbreken van meerdere subgroepen, zoals LHBTQIA+ en groepen die minder vaak vragenlijsten invullen.
Samenhangende factoren
- Een matig tot zeer slecht ervaren gezondheid hangt sterk samen met zowel lagere levenstevredenheid als met meer angst- of depressiegevoelens. Dit kan deels komen doordat ervaren gezondheid ook de mentale gezondheid reflecteert.
- Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen in de samenhang van enkele factoren met levenstevredenheid, of angst- of depressiegevoelens. Eerste inkomenskwintiel, cannabisgebruik en gebrek aan dagelijks sociaal contact hangen alleen samen met lagere levenstevredenheid en/of meer angst- of depressiegevoelens onder vrouwen. Geen betaald werk hebben, alleenstaand of alleenstaande ouder zijn en zich (een beetje) onveilig voelen (samenhang niet onderzocht met angst- of depressiegevoelens) hangen alleen samen met lagere levenstevredenheid en/of meer angst- of depressiegevoelens onder mannen.
- Voldoen aan de beweegrichtlijn hangt niet samen met angst- of depressiegevoelens, de samenhang met levenstevredenheid is niet onderzocht. Experts denken dat er mogelijk wel een samenhang is met andere maten voor bewegen of sporten.
- Roken en wonen in een (grote) stad hangen niet samen met levenstevredenheid en angst- of depressiegevoelens.
- Zwaar drinken hangt samen met meer levenstevredenheid en bij mannen ook met minder angst- of depressiegevoelens. Volgens experts speelt mogelijk hier een sterke sociale component mee, zoals alcoholgebruik met vrienden of bij vereniging.
- Bestaanszekerheid is volgens experts een belangrijke factor voor de mentale gezondheid van jongvolwassenen. Dit blijkt ook uit de samenhang van zorgen over financiële toekomst, eerste inkomenskwintiel en gebrek aan betaald werk met een lagere levenstevredenheid en/of meer angst- of depressiegevoelens.
- Gegevens over relevante factoren en onderlinge samenhang ontbreken. Er is volgens experts meer informatie nodig over onder andere de rol van sociale media, de overgang tussen levensfases bij jongvolwassenen, en de onderlinge samenhang tussen factoren. In werkelijkheid is de invloed van factoren op mentale gezondheid waarschijnlijk een complex samenspel.
Gevolgen van mentale (on)gezondheid
- Een op de 4 jongvolwassen huisartspatiënten had in 2023 contact met de huisartsenpraktijk vanwege psychische problemen. Van de jongvolwassen huisartspatiënten had 5,3% contact vanwege angstige, nerveuze of gespannen gevoelens of angst en 4,3% vanwege depressieve gevoelens of depressie.
- De medische zorguitgaven voor het totaal aan psychische stoornissen, exclusief dementie en verstandelijke beperking, bedroegen €583 per inwoner per jaar voor personen van 15 tot en met 24 jaar in 2019.
- Onder 15- tot en met 24-jarige werknemers in 2024 werd 4,5% van het meest recente ziekteverzuim in het afgelopen jaar veroorzaakt door psychische klachten, overspannenheid of burnout. Er is volgens experts meer inzicht nodig in verzuim op werk en school door mentale problemen.
- Ziektelast als gevolg van psychische en gedragsstoornissen, exclusief dementie en verstandelijke beperking, was 52,8 DALY (Disability Adjusted Life Year)’s per 1000 inwoners van 15 tot en met 24 jaar in 2022.
- Onder 15- tot en met 24-jarigen zijn in 2024 148 personen overleden als gevolg van zelfdoding. Er zijn relatief meer zelfdodingen onder mannen dan onder vrouwen. Er zijn 31 personen in 2024 overleden als gevolg van psychische stoornissen onder 15- tot en met 24-jarigen.
- De expert hebben meer informatie nodig om cijfers over gevolgen van mentale (on)gezondheid goed te kunnen interpreteren. Experts missen onder andere informatie over zorgkosten vanuit het gemeentelijk domein, inflatie en stijgende zorgkosten en uitkeringen.
Aanbevelingen van experts
- Normaliseer het onderwerp mentale gezondheid. Maak mentale gezondheid bespreekbaar en laat daarbij weten dat het ook normaal is om niet altijd goed in je vel te zitten.
- Versterk mentale gezondheid vóórdat er problemen ontstaan. Zet in op preventie van mentale problemen en vroegsignalering voor als er wel problemen ontstaan.
- Geef onderwijs een rol in verbetering van mentale gezondheid. Bijvoorbeeld via lessen over mentale gezondheid en het bevorderen van signalering door docenten.
- Zet rolmodellen in. Bijvoorbeeld influencers die positieve boodschappen uitdragen.
- Zorg voor plekken waar jongvolwassenen terecht kunnen voor verbinding (met peers) en laagdrempelige hulp.
- Kijk breder dan het individu. Zie mentale klachten ook als signaal over wat er in de gehele doelgroep en de samenleving speelt.
- Zet de kracht van jongvolwassenen zelf in. Laat hen het beleid mede vormgeven en geef hen zo eigen regie.
- Verbeter toegankelijkheid van zorg, maar pas op met labels om zorg gefinancierd te krijgen. De ggz (geestelijke gezondheidszorg) moet volgens de experts toegankelijker worden voor acute en ernstige problematiek.
- Zet in op verdere verbetering van monitoring en informatie voor effectief beleid. Zorg dat jongvolwassenen daarbij goed in beeld blijven
Huidige situatie en trends
- Uit de cijfers blijkt dat het merendeel van de volwassenen (18 t/m 64 jaar) tevreden is met het eigen leven. Daarnaast zijn er ook mentale problemen. Bijna de helft heeft angst- of depressiegevoelens in afgelopen 4 weken. Een op de 10 heeft een hoog risico op een angststoornis of depressie en 1 op de 10 mensen voelt zich sterk eenzaam. Deze schijnbare tegenstelling roept bij de experts vragen op over de mate waarin mensen open zijn over hun problemen en ernst van hun ervaren problemen. Experts geven daarbij aan dat de problemen die mensen rapporteren mogelijk niet allemaal ontwrichtend zijn.
- Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen voor mentale problemen. Experts valt ook op dat volwassenen met alleen basisonderwijs vaker een minder goede mentale gezondheid hebben.
- De cijfers van sommige indicatoren zijn ongunstiger tijdens de coronapandemie en voor sommige indicatoren van mentale problemen is een ongunstige trend al ingezet vóór de coronapandemie. De cijfers van veel indicatoren zijn na de coronapandemie nog niet volledig terug op het niveau van voor de coronapandemie. Experts vragen zich af in hoeverre deze trends door de coronapandemie komen of door bredere maatschappelijke ontwikkelingen, die mogelijk al langer spelen.
- Kwaliteit en beschikbaarheid van data zijn niet optimaal. Experts signaleren dat er vooral cijfers zijn over mentale problemen, maar minder over mentaal welbevinden, zoals zingeving. Verschillen in definities, meetinstrumenten en (representativiteit van) databronnen beperken de vergelijkbaarheid en interpretatie.
Samenhangende factoren
- Indicatoren voor bestaanszekerheid, zoals zorgen over financiële toekomst en eerste inkomenskwintiel, en geen betaald werk hebben hangen sterk samen met zowel lagere levenstevredenheid als meer angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken. Experts zien bestaanszekerheid als cruciaal voor de mentale gezondheid, waarbij het niet alleen gaat om financiële zorgen, maar ook om bijvoorbeeld huisvesting.
- Daarnaast hangt een matig of (zeer) slecht ervaren gezondheid sterk samen met zowel lagere levenstevredenheid als meer angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken.
- Herkomstland hangt matig samen met meer angst- en depressiegevoelens en, alleen bij vrouwen, met minder levenstevredenheid.
- Leefstijl hangt minder sterk samen met mentale gezondheid dan experts hadden verwacht. Zo is er geen samenhang gevonden met lichamelijke activiteit (alleen onderzocht voor levenstevredenheid) of alcoholgebruik. Volgens de experts komt dit mogelijk door de gehanteerde definities of de invloed van sociale context. Roken hangt matig samen met lagere levenstevredenheid en meer angst- of depressiegevoelens. Cannabisgebruik in de afgelopen maand hangt ook matig samen met meer angst- of depressiegevoelens, de samenhang met levenstevredenheid is niet onderzocht.
- Sociale aspecten van de omgeving zijn belangrijk volgens de experts. Zo hangt alleenstaand zijn, met of zonder kinderen, sterk samen met lagere levenstevredenheid en matig samen met meer angst- of depressiegevoelens. Volgens experts kan dit komen door een kleiner sociaal netwerk en minder steun. Verder hangen geen lid zijn van een vereniging, en geen dagelijks contact hebben met familie, vrienden of buren samen met lagere levenstevredenheid, de samenhang van deze factoren met angst- of depressiegevoelens is niet onderzocht.
- Zich onveilig voelen hangt sterk samen met lagere levenstevredenheid (niet onderzocht voor angst- of depressiegevoelens). Wonen in een (grote) stad hangt niet samen met levenstevredenheid, en alleen voor mannen matig met meer angst- of depressiegevoelens.
- Het is volgens de experts niet duidelijk welke factoren het belangrijkst zijn omdat de factoren één voor één zijn bekeken in de analyses. Daarnaast ontbreekt een aantal relevante factoren, zoals traumatische ervaringen en mantelzorg, en factoren op het gebied van werk, onderwijs en opvoeding.
Gevolgen van mentale (on)gezondheid
- Van de huisartspatiënten van 18 tot en met 64 jaar had bijna een kwart contact met de huisartsenpraktijk vanwege enigerlei psychisch probleem in 2023. Volgens de experts kan de lichte stijging die zij zien in huisartsenzorg vanaf 2014 komen door wachttijden in de ggz (geestelijke gezondheidszorg). Mogelijk zoeken mensen daarom vaker hulp bij de huisarts, soms ook in de vorm van psychosomatische klachten.
- Bijna 1 op de 16 inwoners van 18 tot en met 64 jaar was in behandeling bij de gespecialiseerde ggz vanwege enigerlei psychische diagnose in 2021, dit waren relatief meer vrouwen dan mannen. Het valt de experts op dat veel volwassenen die deze zorg krijgen dit niet specifiek krijgen voor angst- of stemmingsstoornissen, hoewel deze stoornissen wel het meest voorkomen. Dit zou kunnen komen doordat de gespecialiseerde ggz met name bedoeld is voor ernstige en complexe stoornissen, wat bij angst- en stemmingsstoornissen niet altijd het geval hoeft te zijn. Lange wachttijden in de ggz zijn volgens experts een groot knelpunt en kunnen klachten verergeren of tot ernstige gevolgen leiden.
- Het aantal verloren gezonde levensjaren (DALY) voor het totaal aan psychische en gedragsstoornissen (exclusief dementie en verstandelijke beperking) in 2022 bedroeg 60,6 per 1000 inwoners van 20 tot en met 64 jaar. Voor bipolaire en depressieve stemmingsstoornissen bedroeg de ziektelast 21,8 DALY (Disability Adjusted Life Year)’s, voor angst-, dwang en stressstoornissen 12,2 DALY’s en voor burn-out 6,9 DALY’s per 1000 inwoners.
- Per 100.000 inwoners van 20 tot en met 64 jaar zijn er 7,0 personen overleden als gevolg van psychische stoornissen en 12,7 personen overleden als gevolg van zelfdoding in 2024. Het valt experts op dat relatief meer vrouwen gebruikmaken van de ggz, terwijl relatief meer mannen overlijden aan de gevolgen van psychische stoornissen en suïcide. • Experts hebben behoefte aan meer cijfers uitgesplitst naar leeftijd, diagnose en ernst van klachten. Ook is er behoefte aan inzicht in medicatiegebruik, alternatieve hulpbronnen en betere koppeling van registraties tussen de zorgdomeinen.
Aanbevelingen van experts
- Zet een collectieve, systeemgerichte en preventieve benadering in. Zoals een brede, preventieve aanpak voor gezin, werk, school en sociale omgeving. Experts pleiten voor aanpak van mentale gezondheid in alle beleidsdomeinen. Investeren in sociale voorzieningen en netwerken is hierbij essentieel.
- Zorg voor een aanpak van bestaanszekerheid, schulden en een gezonde leefomgeving. Structurele oplossingen zoals basisinkomen en inkomensgelijkheid worden hierbij genoemd.
- Heb aandacht voor werk-privébalans, autonomie en maatwerk. Werk, betaald of onbetaald, beschermt de mentale gezondheid en kan vaker als medicijn worden ingezet. Regionale mobiliteitsteams kunnen helpen bij begeleiding naar werk.
- Zet in op vroege en levenslange preventie van jeugd tot ouderdom. Het versterken van veerkracht, zelfregie en gezondheidsvaardigheden moet centraal staan. Positief en oplossingsgericht praten over mentale gezondheid helpt, net als normaliseren dat het soms minder goed gaat. Ook vroegsignalering op scholen, werk en in de wijk is belangrijk.
- Zorg voor toegankelijke en passende zorg en ondersteuning. Zorg moet laagdrempelig, breed toegankelijk en op maat zijn, vooral voor kwetsbare groepen. Alternatieve hulpbronnen in de wijk, zoals peersupport, kunnen wachttijden verkorten en negatieve gevolgen beperken.
- Werk aan de houdbaarheid van de ggz. Om de ggz toegankelijk te houden, is flexibiliteit en minder bureaucratie nodig. Meer regionale samenwerking en minder marktwerking worden aanbevolen. De ggz moet vooral beschikbaar blijven voor mensen met complexe problemen.
- Investeer in digitale middelen, innovatie en kennisdeling tussen zorg, onderzoek en beleid. Effectieve aanpakken moeten verder worden onderzocht. Samenwerking tussen verschillende domeinen is essentieel voor integraal beleid.
Huidige situatie en trends
- Het merendeel van de ouderen (65 jaar en ouder) is tevreden over het leven, en 2 op de 5 ouderen ervaart angst- of depressiegevoelens. Ook is 10,8% van de ouderen beperkt door emotionele problemen, heeft 4,2% een hoog risico op een angststoornis of depressie en is 7,5% sterk eenzaam.
- Vrouwen rapporteren vaker angst- of depressiegevoelens dan mannen.
- De trends voor mentale gezondheid lijken over de jaren heen redelijk stabiel. Het valt experts op dat de cijfers voor angst- of depressiegevoelens hoog blijven, maar dat de oorzaken hiervoor niet duidelijk zijn. Daarbij stellen ze de vraag of er wel voldoende erkenning is voor mentale problemen bij ouderen en of mentale problemen mogelijk moeilijk te beïnvloeden zijn.
- Er is volgens experts nog onvoldoende aandacht voor verschillen binnen de totale groep ouderen. Daarbij gaat het volgens hen onder andere om verschillen tussen opleidingsniveaus en leeftijdsgroepen binnen de oudere populatie. Ook benadrukken ze dat een aantal subgroepen mogelijk ondervertegenwoordigd is in de gebruikte databronnen, zoals ouderen met dementie, mensen met een herkomstland anders dan Nederland en de oudste leeftijdsgroep (90+).
Samenhangende factoren
- Matige of (zeer) slechte ervaren gezondheid hangt sterk samen met zowel lagere levenstevredenheid als meer angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken. Een herkomstland anders dan Nederland hangt niet samen met levenstevredenheid en, alleen bij vrouwen, matig met meer angst- of depressiegevoelens.
- Roken en alleenstaand of alleenstaande ouder zijn hangen sterk samen met minder levenstevredenheid, maar respectievelijk niet en matig met meer angst- en depressiegevoelens. Betaald werk hebben en in een (grote) stad wonen hangen matig samen met zowel levenstevredenheid als angst- of depressiegevoelens. Bestaanszekerheid hangt matig samen met levenstevredenheid (zorgen over financiële toekomst), maar niet met angst- of depressiegevoelens (eerste inkomenskwintiel).
- Voor een aantal indicatoren kan er alleen worden gekeken naar de samenhang met levenstevredenheid of angst-of depressiegevoelens. Daarvan hangt zich onveilig voelen sterk samen met lagere levenstevredenheid. Alcoholgebruik hangt niet samen met angst- of depressiegevoelens. De overige factoren laten een matige samenhang zien met levenstevredenheid (lidmaatschap vereniging en, alleen bij vrouwen, dagelijks contact met familie, vrienden of buren) of angst- en depressiegevoelens (voldoen aan beweegrichtlijnen, alleen bij vrouwen).
- Sociale en maatschappelijke participatie zijn volgens experts belangrijke factoren voor de mentale gezondheid van ouderen. Ze benadrukken dat de samenhang tussen het hebben van betaald werk of vrijwilligerswerk en een betere mentale gezondheid dit belang bevestigen. Volgens hen komt uit de monitor ook naar voren dat sociale cohesie, netwerk en contacten belangrijk zijn voor de levenstevredenheid van ouderen. Om de data goed te kunnen duiden is volgens experts verdiepend kwalitatief onderzoek nodig. Ook raden zij aan om gebruik te maken van theorie om verbanden beter te begrijpen.
Gevolgen van mentale (on)gezondheid
- Een op de 4 huisartspatiënten van 65 jaar en ouder had contact met de huisartsenpraktijk vanwege enigerlei psychisch probleem in 2023. Experts geven aan zich zorgen te maken dat ouderen het risico lopen om niet verwezen te worden, omdat problemen niet herkend worden of dat er andere ideeën zijn over welke zorg er nodig is voor ouderen.
- De zorgkosten voor het totaal aan psychische stoornissen (exclusief dementie en verstandelijke beperking) bedroegen €298 per inwoner (65 jaar en ouder) per jaar in 2019. De zorguitgaven voor dementie waren vele malen hoger, namelijk €2947 per inwoner (65 jaar en ouder) per jaar. De medische zorguitgaven zijn volgens experts slechts een deel van de zorguitgaven, omdat ouderen ook veel gebruik maken van zorg en ondersteuning binnen het sociaal en welzijnsdomein.
- Het aantal verloren gezonde levensjaren (DALY) voor het totaal aan psychische en gedragsstoornissen in 2022 bedroeg 28,2 per 1000 inwoners vanaf 65 jaar, exclusief dementie en verstandelijke beperking. De ziektelast voor dementie bedroeg 26,4 DALY (Disability Adjusted Life Year)’s per 1000 inwoners, voor angst-, dwang-, en stressstoornissen 6,3 DALY’s per 1000 inwoners en voor bipolaire en depressieve stemmingsstoornissen 10,0 DALY’s per 1000 inwoners. Experts benadrukken dat het belangrijk is om dementie apart te benoemen, vanwege hoge ziektelast en ook hogere zorguitgaven.
- Er overleden 14.003 ouderen als gevolg van psychische stoornissen (inclusief dementie) en 451 als gevolg van zelfdoding in 2024. Het sterftecijfer als gevolg door een psychische stoornis is hoger onder vrouwen dan mannen. Voor het aantal overledenen door zelfdoding is het sterftecijfer hoger bij mannen dan vrouwen.
- Er ontbreekt volgens experts nog veel data over de gevolgen van mentale (on)gezondheid bij ouderen. Ze missen bijvoorbeeld informatie over bepaalde subgroepen, inzicht in kosten binnen het welzijns- en sociaal domein en kwalitatieve data. Hierdoor vinden ze het lastig om deze bevindingen te duiden.
Aanbevelingen van experts
- Creëer bewustwording over het belang van mentale gezondheid bij ouderen. De focus moet daarbij volgens experts liggen op preventie van mentale problemen, met speciale aandacht voor mensen met een kwetsbare gezondheid, alleenwonenden en vrouwen. Mensen zouden zich onder andere eerder bewust moeten zijn van wat het betekent om ouder te worden en hoe zij hierop kunnen anticiperen.
- Preventie is belangrijk in zowel het medisch als sociaal domein. Daarvoor dienen verschillende professionals werkzaam in deze domeinen kennis en middelen te hebben. Experts pleiten onder andere voor laagdrempelige interventies binnen de huisartsenpraktijk.
- Sociale cohesie en participatie dragen bij aan het bevorderen van de mentale gezondheid. Deze kunnen volgens experts onder andere worden bevorderd door verder in te zetten op wijkinitiatieven die de gemeenschapszin bevorderen. Het is belangrijk om daarbij te versterken wat er al is. Bestaanszekerheid is een basisvoorwaarde voor de mentale gezondheid van ouderen. De experts geven aan dat hiervoor onder meer betaalbare en geschikte woningen nodig zijn.
- De mentale gezondheid van ouderen is de verantwoordelijkheid van meerdere partijen. Het is belangrijk dat een goede mentale gezondheid van ouderen niet individueel benaderd wordt, maar als maatschappelijk vraagstuk. Het vraagt om structurele, domeinoverstijgende samenwerking, met aandacht voor preventie, participatie, en het versterken van bestaande netwerken, waaronder gemeenten, zorg en welzijn, buurtinitiatieven, mantelzorgers en professionals. Daarvoor moeten volgens experts de ‘schotten’ tussen financiering van deze domeinen verdwijnen.
- Positioneer ouderen als een actieve groep. Ouderen dienen nog veel meer betrokken te worden bij beleid en interventies en zelf verantwoordelijkheid te krijgen. Het delen van goede voorbeelden kan gebruikt worden om de bewustwording van ouderen als actieve groep te vergroten.
Huidige situatie en trends
- Er zijn weinig geschikte monitorgegevens over de mentale gezondheid van mbo (middelbaar beroepsonderwijs)-studenten. Voor deze monitor is één indicator voor mbo-studenten beschikbaar.
- Experts valt op dat er sprake is van een diffuus beeld voor hbo (hoger beroepsonderwijs)-en wo-studenten: 2 op de 10 floreert, levenstevredenheid krijgt een gemiddelde score van bijna 7, en meer dan de helft rapporteert een gemiddelde tot hoge mate van veerkracht. Maar ook heeft ruim 8 op de 10 hbo- en wo- studenten angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken en meer dan de helft emotionele uitputtingsklachten, en zijn 2 op de 10 sterk eenzaam. Van de mbo-, hbo- en wo- studenten zijn ruim 4 op de 5 studenten voldoende weerbaar.
- Vrouwen en studenten die zich niet als man of vrouw identificeren ervaren minder mentaal welbevinden en meer mentale problemen dan mannen.
- Verschil in leeftijd speelt een rol. De experts valt op dat hbo- en wo- studenten van 26 tot en met 29 jaar een lager mentaal welbevinden en meer mentale problemen hebben dan jongere studenten van 16 tot en met 21 jaar.
- Bij hbo- en wo- studenten nemen met name emotionele uitputtingsklachten af tussen 2021 en 2025.
Samenhangende factoren
- Alle vijftien onderzochte factoren hangen samen met beide maten voor mentale gezondheid (floreren en angst- of depressiegevoelens) bij hbo-en wo-studenten. Er is een sterke samenhang met zowel minder floreren als met meer angst- of depressiegevoelens voor veel slaapproblemen in de afgelopen 4 weken, problematisch socialemediagebruik, (heel) weinig steun van ouders ervaren, weinig steun van sociale omgeving (vrienden/partner /familie/vereniging) ervaren, veel stress door studie, en vaak prestatiedruk ervaren vanuit zichzelf en/of anderen. Zwaar alcoholgebruik hangt samen met meer floreren en, alleen bij mannen, met minder angst- of depressiegevoelens.
- Het valt de experts op dat veel studenten stress door studie of maatschappelijke problemen en prestatiedruk ervaren vanuit zich zelf en vanuit hun omgeving. Ook slaapproblemen wordt door de experts als belangrijke indicator voor mentale problemen gezien.
- Daarnaast zijn volgens de experts sociale steun en sociaal vangnet belangrijk voor studenten. Hierbij valt het de experts op dat sociale steun sterk samenhangt met minder floreren én meer angst- of depressiegevoelens, maar dat studenten minder steun ervaren vanuit hun studie, mogelijk omdat ze het moeilijk vinden hulp te vragen.
- Experts vinden de tegengestelde samenhang tussen alcoholgebruik en mentale gezondheid complex. Een verklaring die de experts daarvoor noemen, is dat studenten vooral drinken tijdens sociale gelegenheden.
Aanbevelingen van experts
- Normaliseer dat praten over mentale gezondheid vanzelfsprekend is en dat problemen in zekere mate erbij horen. Doorbreek het taboe en maak mentale gezondheid bespreekbaar in het onderwijs en het dagelijkse gesprek.
- Creëer een vaste plek in het onderwijs. Mentale gezondheid moet vanaf de basisschool tot en met het hoger onderwijs een structureel onderdeel zijn in het curriculum.
- Verlaag de prestatiedruk door meer maatwerk in het curriculum te bieden, door meer flexibiliteit en keuzevrijheid. Normaliseer daarnaast het ‘goed genoeg’ zijn.
- Ga voor collectieve en structurele oplossingen. Zie verminderde mentale gezondheid niet (alleen) als individueel probleem, maar als maatschappelijk vraagstuk. Zorg voor samenwerking tussen onderwijs, preventie en zorg, overheid en studenten.
- Stimuleer sociale verbinding via clubs, verenigingen en studie. Er is aandacht nodig voor inclusie en het ondersteunen van groepen in kwetsbare omstandigheden.
- Zorg voor toegankelijke ondersteuning, zorg dat hulp dichtbij is, makkelijk vindbaar, gratis of goedkoop en niet-stigmatiserend is. Investeer in meer preventieve inzet door coaches of studentpsychologen.
- Doe onderzoek naar oorzaken van verminderde mentale gezondheid en verschillen tussen groepen, betrek studenten bij beleid, en evalueer continu de effectiviteit van interventies en beleid.
- Doe verdiepend onderzoek en beleidsevaluaties voor een effectieve aanpak. Met daarin ook aandacht voor de witte vlekken, zoals ontbreken van gegevens over mbo-studenten, mantelzorg, bewegen en sporten, en gevolgen van mentale (on)gezondheid bij studenten.
Huidige situatie en trends
- Het grootste deel van de werkenden is tevreden over het leven. Echter ruim 4 op de 10 van de werkenden ervaart ook angst- of depressiegevoelens en 1 op de 5 werknemers rapporteert burn-out klachten. De experts zien dit als een paradox en het roept vragen bij ze op over hoe mensen hun welbevinden ervaren en hoe dit zich verhoudt tot de aanwezigheid van mentale problemen.
- Het valt experts op dat werkende vrouwen een minder goede mentale gezondheid dan werkende mannen hebben. Zo rapporteren vrouwen vaker angst- of depressiegevoelens en hebben ze vaker een angststoornis in het voorgaande jaar gehad.
- Het valt experts op dat jongere werkenden (18 t/m 34 jaar) vaker psychische aandoeningen hebben. Tegelijkertijd benadrukken zij dat de verschillen binnen generaties vaak groter zijn dan die tussen generaties en dat dit iets is om rekening mee te houden bij het ontwikkelen van beleid.
- Voor de interpretatie van de cijfers over de mentale gezondheid van werkenden moet volgens experts een opsplitsing worden gemaakt naar onder andere beroepsgroep. Ze geven aan dat de factoren die van belang zijn voor mentale gezondheid kunnen verschillen per beroepsgroep.
Samenhangende factoren
- Ervaren gezondheid hangt sterk samen met zowel levenstevredenheid als angst- of depressiegevoelens. Voor minder dan 35 uur per week werken en zwaar drinken is geen samenhang met deze uitkomstmaten gevonden. Alleen bij vrouwen hangt minder dan 35 uur per week werken samen met een lagere levenstevredenheid.
- Roken en herkomst laten een matige samenhang zien met levenstevredenheid en angst- of depressiegevoelens. Voor herkomst en levenstevredenheid is de samenhang er alleen bij vrouwen. Voor bestaanszekerheid hangt zorgen over de financiële toekomst sterk samen met levenstevredenheid en een laag inkomen matig met angst- of depressiegevoelens. Alleenstaand(e ouder) zijn hangt eveneens sterk samen met levenstevredenheid en matig met angst- of depressiegevoelens. In een (grote) stad wonen hangt alleen matig samen met angstof depressiegevoelens bij mannen.
- Voor een aantal factoren kan alleen worden gekeken naar de samenhang met levenstevredenheid of met angst- of depressiegevoelens. Daarvan hangt cannabisgebruik sterk samen met angst- of depressiegevoelens en zich onveilig voelen sterk met levenstevredenheid. Lichamelijke activiteit hangt niet samen met angst- of depressiegevoelens. Geen lid zijn van een vereniging en geen dagelijks contact hebben hangen matig samen met levenstevredenheid. Dit laatste geldt niet voor vrouwen.
- Experts geven aan dat deze uitkomsten het belang van ervaren gezondheid laten zien. Ze vinden het opvallend dat er geen samenhang met mentale gezondheid is voor lichamelijke activiteit en alcoholgebruik. Daarnaast geven ze aan dat de factoren lastig te interpreteren zijn. Ze missen nog werkgerelateerde factoren, zoals werkeisen of regelmogelijkheden. Er is volgens hen ook meer verdiepend onderzoek nodig om de samenhang met de factoren te duiden. Experts willen graag meer inzicht in hoe alle factoren met elkaar samenhangen om de mechanismen achter mentale gezondheid beter te begrijpen.
Gevolgen van mentale (on)gezondheid
- De verzuimkosten door loondoorbetaling bij verzuim wegens psychosociale arbeidsbelasting was 4,9 miljard euro in 2023. Voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen wegens psychische problematiek was dit 4,6 miljard euro in 2022. Experts missen inzicht in waar de kosten van mentale problemen van werkenden precies vallen (maatschappij, werkgevers, individu).
- Het percentage van recent ziekteverzuim vanwege psychische klachten, overspannenheid of burn-out was 8,2% in 2024. Het percentage van langdurig verzuim vanwege psychische klachten was 40,1% in 2023. Het valt experts op dat beide vormen van ziekteverzuim hoger zijn bij vrouwen dan mannen en het hoogst bij de leeftijdsgroepen 25 tot en met 34 jaar en 35 tot en met 44 jaar.
- Het aantal verloren gezonde levensjaren (DALY) dat toe te schrijven is aan arbeid voor personen die werken of gepensioneerd zijn (werkgerelateerde ziektelast) bedroeg 0,6 per 1000 inwoners als gevolg van angst-, dwang-, en stressstoornissen, 2,2 per 1000 inwoners voor bipolaire en depressieve stemmingsstoornissen en 0,8 per 1000 inwoners voor burn-out in 2022. Er zijn geen grote verschillen zichtbaar tussen mannen en vrouwen.
- Er is volgens experts nog onvoldoende zicht op hoe het met de zelfstandigen gaat en wat zij nodig hebben aan ondersteuning. Ook is er volgens hen nog onvoldoende zicht op de toegang tot (arbeidsgerelateerde) zorg voor werkenden met mentale problemen. Vanwege een tekort aan arbo-professionals komen werkenden met mentale problemen volgens de experts vaak te laat in beeld met langduriger verzuim als mogelijke gevolg. De overbelasting van de ggz (geestelijke gezondheidszorg) vergroot volgens hen ook de vraag naar arbeidspsychologen waardoor hier ook overbelasting ontstaat.
Aanbevelingen van experts
- Creëer een mentaal gezonde werkomgeving en zet daarbij in op verschillende niveaus van de organisatie: management, team en individu. Focus op psychologische basisbehoeften, het verminderen van risicofactoren en het bevorderen van beschermende factoren.
- Heb aandacht voor verschillende levensfases en doelgroepen, omdat de factoren die mentale gezondheid beïnvloeden verschillen per levensfase, leeftijd en gender. Voor jongeren gaat het bijvoorbeeld om aandacht voor de transitie van opleiding naar werk.
- Zet in op preventie en vroegtijdige ondersteuning. Zowel werkgevers als werknemers hebben hierin een verantwoordelijkheid volgens experts. Het is belangrijk om tijdig te signaleren, dus ook al handelen bij signalen van stress.
- Zorg ervoor dat de beschikbare kennis wordt toegepast in werkprocessen en interventies. Er is al veel ontwikkeld, maar werkgevers weten niet altijd hoe ze dit kunnen toepassen in de praktijk. Onder andere het faciliteren van werkgevers bij de uitwisseling van ervaringen en goede voorbeelden kan hierbij volgens experts helpend zijn. Volgens experts is een gecombineerde top-down en bottom-up aanpak nodig voor de implementatie van bestaande kennis en interventies, waarbij overheid, gemeenten, organisaties en individuen samenwerken. Meer toezicht, stimulering en het naleven van de RI&E (Risico-Inventarisatie en Evaluatie)-cyclus kunnen implementatie verder bevorderen.
- Verbeter de toegankelijkheid van zorg voor werkenden. Hiervoor is het belangrijk dat er meer ruimte komt om te investeren in preventie van mentale problemen. Ook is meer onafhankelijkheid in de relatie tussen werkgevers en arbodiensten wenselijk.
- Heb aandacht voor de brede maatschappelijke context. Er zijn factoren buiten de werkcontext die ook invloed hebben op het functioneren van mensen in het werk.
- Er is meer kennis nodig over hoe verschillende factoren onderling samenhangen om zo inzicht te krijgen in de onderliggende verbanden die bijdragen aan de mentale (on)gezondheid van werkenden en hun functioneren op zowel werk- als privégebied.