Wetenschappers publiceren in rap tempo nieuwe inzichten over het microplasticsprobleem. Toch is er nog veel onbekend over de gevolgen van microplastics voor mens en milieu. Beleidsmakers realiseren zich dat maatregelen nodig zijn voordat alle kennishiaten worden gevuld. Via deze nieuwsbrief blijft u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom kennis en beleid.
Plastics in onze leefomgeving – moeten we ons zorgen maken?
Plastics zijn overal. Voor veel toepassingen geldt dat plastics goedkoop zijn en in enorme hoeveelheden te produceren. Ze komen hierdoor ook in allerlei soorten, vormen en groottes voor in het milieu. Er zijn nog veel vragen over de effecten van deze plastics op water- en bodem-organismen. Ook is nog grotendeels onbekend of plastics effecten hebben op de gezondheid van de mens. Wél weten we dat plastics slecht afbreekbaar (persistent) zijn in het milieu en dat het tientallen jaren (en wellicht zelfs langer) duurt voordat een wegwerp plastic tas of een plastic drinkflesje dat in het milieu terecht komt verweerd is.
Met de aandacht die er voor plastics is op dit moment, zijn er ook een aantal misvattingen over plastics en microplastics. Bekijk het hele artikel waar er een aantal uitgelicht worden.
Duidelijk is dat we de komende generaties niet willen opzadelen met stoffen die moeilijk afbreken. Plastics kunnen belangrijke functies vervullen zoals het conserveren van voedsel en door het lichte gewicht kan het gebruik van plastics zorgen voor brandstof besparing tijdens transport. We zullen plastics daarom zorgvuldiger moeten gaan gebruiken. Iedereen kan helpen om de hoeveelheid zo klein mogelijk te maken en ze alleen te gebruiken als het noodzakelijk is. Hierbij moet goed worden overwogen of de alternatieven milieuvriendelijker zijn.
Veel meer microplastics in de Atlantische Oceaan dan gedacht
Dat plastics voorkomen in de zeeën en oceanen, wisten we. Alleen wisten we niet hoeveel. Recent Brits onderzoek verklaart mogelijk waar al die plastics in de oceaan zijn gebleven en dat het misschien meer is dan gedacht.
Meetcampagne
De onderzoekers hebben geprobeerd een beeld te krijgen van de verspreiding van microplastics in de Atlantische Oceaan. Ze deden dat door met een boot van het noorden naar het zuiden van de Oceaan te varen en onderweg op 12 plekken (afstand van 10.000 km (kilometer)) te meten. In deze meetcampagne zijn diepere waterlagen bemonsterd tot ongeveer 200 meter diep. Ook keken de onderzoekers naar drie veel gebruikte soorten plastic: polyethyleen, polypropyleen en polystyreen.
Veel microplastics
Er blijkt veel plastic in de diepere zeelagen voor te komen. Dat zijn vooral microplastics. Naar schatting is tussen 1950 en 2015 17-47 miljoen ton plastic in de Atlantische oceaan terechtgekomen. Mogelijk komt tussen de 11,6 en 21,1 miljoen ton als microplastics voor in de bovenste 200 meter. Dit is meer dan verwacht: veel meer dan de 0,1 miljoen ton grotere stukken plastic (groter dan 300 micrometer) die naar verwachting ronddrijft in de Atlantische Oceaan. En ook meer dan de tot nu toe geschatte 2,6-13,5 miljoen ton plastic (groter dan 5 mm) dat naar schatting op de oceaanbodem ligt.
Verspreiding
Er is vooral polyethyleen gevonden, gevolgd door polypropyleen en polystyreen. Dit omdat polyethyleen het meest wordt gemaakt én gebruikt. De hoeveelheden verschilden heel erg per plek en diepte van de Atlantische Oceaan. Alleen de hoeveelheid polystyreen werd duidelijk kleiner richting het zuiden. Dit komt waarschijnlijk doordat dit type plastic in het zuiden minder wordt gebruikt, of doordat het sneller afbreekt.
Verontrustend
Het is verontrustend dat er veel microplastics door de hele Atlantische oceaan zijn gevonden. Dit maakt duidelijk hoe belangrijk het is beter te begrijpen hoe microplastics ontstaan en zich verspreiden. Meer metingen zijn daarom nodig. Rekenmodellen kunnen helpen om de verspreiding van microplastics beter in kaart te brengen.
RWS symposium Microplastics 14 december, presentaties terug te zien
Microplastics kunnen zorgen voor milieuvervuiling. Maar hoe groot is dat probleem? Rijkswaterstaat nodigde verschillende sprekers uit om hier vanuit hun expertise op te reflecteren en de laatste kennis en inzichten te delen. De presentaties zijn opgenomen en hier te zien. Ze geven een beeld van de kennis en uitdagingen op het gebied van microplastics in het milieu. In de ochtend van maandag 14 december was er een online symposium waar de sprekers gezamenlijk met deelnemers in gesprek gingen over de presentaties en het onderwerp.
Dr. Susanne Waaijers-van der Loop, van het RIVM, gaf een overzicht van de meest recente inzichten in de bronnen, effecten, blootstelling en risico’s van microplastics voor mens en milieu. Prof. Dr. Ir. Katja Philippart van de Universiteit Utrecht en het NIOZ lichtte toe welke schade het containerschip MSC Zoë heeft veroorzaakt voor de Waddenzee toen het begin 2019 strandde. Prof. dr. Jacob de Boer van de Vrije Universiteit Amsterdam gaf een overzicht van de huidige analytische meetmethoden én recente metingen. Dr. Bart Koelmans van Wageningen Universiteit (WUR (Wageningen University &Research)) vertelde wat de inzichten zijn in het gedrag van microplastics in het milieu en de ecologische effecten. Ten slotte, liet dr. Ivo Freriks van Rijkswaterstaat (RWS (Rijkswaterstaat)) zien hoe het monitoringsprogramma van microplastics in de Rijn en Maas wordt opgezet en welke samenwerkingen hiervoor bestaan en nodig zijn. Zo komen we te weten welke plastics, in welke hoeveelheden via de rivieren Nederland in komen en weer verlaten.
Te druk en geen tijd? In dit filmpje kan je in 2,5 minuut zien waar het over gaat.
Contact: ivo.freriks[a]rws.nl
Microplastics in de bodem
Voor microplastics in water en lucht is veel belangstelling, zowel in de media als in wetenschappelijk onderzoek. Er is minder aandacht voor de vraag hoe microplastics de bodem beïnvloeden. In 2021 doet het RIVM daarom een literatuurstudie naar microplastics in alle soorten bodem, ook landbouwgrond. Meer inzicht over microplastics in de bodem draagt bij aan kennis over de gevolgen voor het ecosysteem.
We bekijken welke bronnen de meeste microplastics leveren, om welke hoeveelheden het gaat en hoe die zich in de bodem verspreiden. Slijtage van plastics draagt veel bij aan de hoeveelheid microplastics in het milieu. Zowel bij het gebruik van plastic als via zwerfafval komen deeltjes vrij. Het onderzoek heeft speciale aandacht voor de mate waarin plastics in de bodem afbreken en hoe zich vandaaruit microplastics vormen. De resultaten publiceren we eind 2021 op rivm.nl/microplastics.
International conference: Microplastics
Op 22 en 23 oktober 2020 is een virtuele conferentie gehouden genaamd ‘Regulatory Changes and Risk Assessment for Intentionally added Microplastics’. Deze conferentie is bedoeld om industrie, consultancy en regelgevende instanties gezamenlijk te laten discussiëren over actuele onderwerpen. In dit geval was de aanleiding de restrictie voor bewust toegevoegde microplastics zoals ECHA (European Chemicals Agency) die heeft opgesteld . Peter Simpson van ECHA mocht dan ook het spits afbijten. Hij lichtte de restrictie toe, alsook het proces in de adviescommissies RAC (Regionale Arts Consulenten) en SEAC (Socio-Economic Assessment Committee), en de stappen die nog genomen moeten worden voordat de restrictie van kracht wordt.
Vanuit regelgevend perspectief kwamen ook de EU (Europese Unie)-commissie en EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) aan het woord. Vooral de commissaris gaf aan dat de restrictie slechts een van de maatregelen is om het gebruik van plastics beter te reguleren. Dit werd goed ontvangen door alle partijen. Want de industrie, consultancy en ook NGO (niet-gouvernementele organisatie)’s (Plastic Soup Foundation) hadden eerder al opgemerkt dat secundaire microplastics, die niet bewust worden toegevoegd aan producten, een groter probleem vormen waar te weinig aandacht voor is. Andere kritiekpunten die de industrie aanhaalde waren onder andere dat het onduidelijk is wanneer een microplastics een deeltje is of een molecuul. Dat geldt ook voor de vraag welke ‘vloeibare’ microplastics nog onder de definitie vallen.
In de sessie over de risicobeoordeling van microplastics was de rode draad dat er zowel blootstelling moet zijn als een potentieel gevaar, en dat er nog veel onbekend is over het gevaar. Op de eerste dag lag de nadruk op gezondheid. Steeds meer data komen beschikbaar over blootstelling aan microplastics, maar er is minder bekend of de microplastics ook in het lichaam opgenomen worden en wat dit dan zou kunnen betekenen voor de gezondheid. De eigenschappen van microplastics, zoals deeltjesgrootte en vorm, en de aanwezigheid van additieven spelen hierbij waarschijnlijk een rol.
De volgende dag werd gesproken over risicoschatting voor het milieu. Er werd een model gepresenteerd dat de emissies van microplastics (per type polymeer) in Zwitserse wateren kan voorspellen. Dit model wordt nog uitgebreid om uiteindelijk ook milieuconcentraties te kunnen voorspellen.
Andere presentaties richtten zich op toxiciteitstesten en het belang om verwering van microplastic deeltjes mee te nemen in de risicobeoordeling. Aangetoond werd dat biofilmvorming mede bepaalt of microplastic deeltjes zinken of drijven, en of organismen in de zee ze aanzien voor voedsel. Ook kunnen microplastics invloed hebben op de toxiciteit van andere (chemische) stoffen in het milieu, waarbij het effect kan verschillen tussen diersoorten. De grote verschillen in biofilm op verschillende locaties in het milieu maakt het lastig om een ‘standaard’ biofilm te bepalen die representatief is voor het milieu.
De conferentie eindigde met een presentatie over oplossingen om de hoeveelheid microplastics uit textiel in het milieu en daarmee ook in de mens, te beperken. Voorbeelden zijn het gebruik van filters in het afvalwater van wasmachines, die microplastics uit textiel kunnen opvangen. De uitstoot van microplastics is ook kleiner als kleding wordt gewassen voordat het wordt verkocht. Tegen betaling kan je het verslag en de presentaties van de conferentie bekijken. Op de website van ECHA kan je meer informatie vinden over de stand van zaken over de microplastics restrictie.
Laatste uitgave van deze nieuwsbrief
Voorlopig is dit de laatste nieuwsbrief over microplastics van het RIVM. De financiering is dit jaar ingezet voor communicatie, zoals deze nieuwsbrief. Vanaf 2021 komt de nadruk meer te liggen op het ministerie adviseren en kennis vergaren.
Updates van onze kennis over microplastics zijn te vinden op onze website.
Heeft u vragen of wilt u contact met ons opnemen? Mail dan naar plastics-info@rivm.nl.