Na een golf van publicaties over de aanwezigheid van microplastic in organismen is er discussie over de onderzoeksresultaten. In een studie waarbij een aantal essentiële kwaliteitseisen zijn gevolgd werd in één op de 400 Noordzee-vissen (0,25 procent) microplastic aangetroffen. Eerdere studies waarin deze kwaliteitseisen niet zijn nagevolgd rapporteerden plastic in 18 tot 58 procent van de vissen, en kwamen ook uit op grotere aantallen deeltjes per vis.
Diverse andere studies waarin dergelijke kwaliteitseisen zijn genomen laten ook een lage ingestie van microplastics zie in vissen in de Noordzee, de Baltische zee en de Duitse Waddenzee.
Een grote diversiteit aan methoden is toegepast, en kwaliteitseisen voor het analyseren van microplastics zijn hard nodig. Een paar issues spelen een rol:
- Zonder voorzorgsmaatregelen worden monsters makkelijk vervuild tijdens de monstername of de opwerking van monsters door kunststofvezels in de lucht.
- Kunststofvezels of deeltjes kunnen door visuele methoden niet goed worden onderscheiden van materialen met een natuurlijke herkomst.
- Bij diverse studies ontbreken de benodigde blanco’s en postitieve controles, waardoor de betrouwbaarheid van de studie niet goed kan worden beoordeeld.
Door het werken in “zuurkasten’ met luchtafzuiging, het dragen van katoenen lab-jassen en kleding, het spoelen van de snij-instrumenten en de buitenkant van de vissen met gezuiverd water kan contaminatie van de monsters worden voorkomen. De chemische identiteit van de deeltjes kan worden vastgesteld met FTIR. Blanco’s en positieve controles dienen te worden meegenomen om de betrouwbaarheid van de analyses te kunnen duiden.
Lees meer
Studie 'Assuring quality in microplastic monitoring'