
Het aantal mensen dat zich bij een Centrum Seksuele Gezondheid laat testen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa (seksueel overdraagbare aandoening )) blijft stijgen. Het percentage bij wie een soa wordt aangetroffen neemt eveneens toe. De stijgende lijn is ook te zien bij huisartsen, waar nog steeds de meeste soa-consulten worden verricht. Net als in voorgaande jaren is chlamydia de meest voorkomende soa. Dit staat in het RIVM-jaarrapport 'Sexually transmitted infections, including HIV (humaan immunodeficientievirus), in the Netherlands in 2014'.
In 2014 waren er in totaal 141.191 consulten bij de Centra Seksuele Gezondheid, een stijging van 6 procent ten opzichte van 2013. Bij 15,5 procent van de consulten is daadwerkelijk een soa (seksueel overdraagbare aandoening ) geconstateerd. In 2013 was dit nog 14,7 procent. De meeste soa’s zijn geconstateerd bij personen die voor een soa waren gewaarschuwd door een (voormalige) partner en bij hiv (humaan immunodeficientievirus)-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM (mannen die seks hebben met mannen)). Bekijk ook de infographic.
Chlamydia
In 2014 had 12,6 procent van de bezoekers van de Centra Seksuele
Gezondheid een chlamydia-infectie (17.753 diagnoses), een stijging
van 0,8 procent ten opzichte van 2013. De grootste toename was te
zien bij heteroseksuele mannen (van 12,8 procent in 2013 naar 13,9
procent in 2014). Chlamydia wordt nog steeds het meest aangetroffen
bij vrouwen en bij heteroseksuele mannen onder de 25 jaar (15,6
procent had chlamydia). Bij MSM blijft het percentage
chlamydia al jaren stabiel, rond de 10 procent.
Gonorroe
Sinds 2012 is het percentage bezoekers met gonorroe stabiel. Het
bedroeg 3,6 procent in 2014 met in totaal 4.594 diagnoses. Gonorroe
komt ruim vier keer zo vaak voor bij MSM als bij
vrouwen en heteroseksuele mannen. In diverse Europese landen is
gonorroe waargenomen die resistent is tegen de voorgeschreven
antibiotica. In Nederland is deze resistentie nog niet
aangetroffen. Het blijft van belang dit nauwkeurig in de gaten te
houden.
Syfilis
Syfilis werd bij de Centra Seksuele Gezondheid vooral
vastgesteld bij MSM (93 procent van de 742 syfilis-diagnoses in
2014). Het percentage MSM met een syfilis-infectie
steeg van 2,0 procent in 2013 naar 2,3 procent in 2014. De stijging
was het grootst bij hiv-positieve MSM: van 5,8 procent
in 2013 naar 6,6 procent in 2014. Van alle MSM met
syfilis wist 41 procent dat ze hiv hadden.
Hiv (humaan immunodeficientievirus)
Het aantal nieuwe hivdiagnoses is in 2014 met 9 procent gedaald
(323 versus 358 in 2013) bij de Centra Seksuele Gezondheid, waarvan
bijna 90 procent werd aangetroffen bij MSM. Het
percentage nieuwe hivdiagnoses bij MSM daalde van 3,0
procent in 2008 naar 1,1 procent in 2014. Het aantal nieuwe
hivdiagnoses daalde ook bij de Nederlandse hivbehandelcentra (van
1.311 in 2008 naar 992 in 2013)