Uit de Geluidmonitor 2023 blijkt dat verkeer op snelwegen in 2022 gemiddeld 2,3 decibel meer geluid maakte dan uit de berekeningen van Rijkswaterstaat bleek. Dit grote verschil tussen meten en berekenen bestaat al jaren. Het komt vooral omdat het effect van zogenoemde ‘stille banden’ niet blijkt uit de meetresultaten. Om de berekeningen meer in lijn te brengen met metingen zijn de rekenregels onder de Omgevingswet aangepast. Het effect van deze wijziging verwachten wij terug te zien in de Geluidmonitor 2025.

Langs snelwegen werd in 2022 gemiddeld 2,3 decibel meer geluid gemeten dan berekend werd.  Langs spoorwegen zijn metingen en berekeningen al jaren grotendeels met elkaar in lijn.

Rijkswaterstaat en ProRail beheren de (spoor)wegen en berekenen sinds 2013 elk jaar hoeveel geluid snelwegen en spoorwegen maken. Het RIVM toetst deze berekeningen met metingen. De Geluidmonitor 2023 vergelijkt het gemeten en berekende geluid voor het jaar 2022 en geeft de resultaten van de metingen van 2023.

Belangrijkste oorzaken en aanpassingen

De manier waarop het geluid berekend wordt voor snelwegen is met de komst van de Omgevingswet aangepast. De belangrijkste aanpassing is dat de lang gebruikte compensatie voor stille banden is komen te vervallen. Dat komt doordat stille banden in de praktijk meer geluid maken dan verwacht.  

Daarnaast kan het verschil tussen meten en rekenen op bepaalde locaties veel groter zijn dan de genoemde 2,3 decibel. Bij snelwegen komt dat vooral door de leeftijd en de conditie van het asfalt. Ouder asfalt geeft meer geluid, nieuwer asfalt minder. Bij hoofdspoorwegen zijn de belangrijkste oorzaken van verschillen het aantal en type treinen, en de ruwheid van het spoor.