Er heerste al griep in Nederland, maar nu is er sprake van een epidemie. Afgelopen week bezochten 68 op de 100.000 mensen de huisarts met griepachtige klachten. Dit is voor de tweede week boven de grens voor een griepepidemie. Bij ongeveer 40 procent van de monsters afgenomen bij patiënten met griepachtige klachten werd het influenzavirus gevonden, voornamelijk van het type A. Er worden op dit moment vooral influenzavirussen van het subtype A(H3N2) gevonden en in mindere mate A(H1N1)pdm09. Dit blijkt uit de gegevens van de Peilstations van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn, het Erasmus MC Erasmus University Medical Center (Erasmus University Medical Center) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Typisch voor ‘echte’ griep (influenza) is dat je koorts krijgt die zeer plotseling opkomt naar 39 graden of hoger. Behalve het echte griepvirus (influenzavirus) kunnen andere luchtwegvirussen ook voor (vaak iets mildere) griepachtige verschijnselen zorgen. Onder andere rhinovirus, RS-virus Respiratoir Syncytieel-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) en enterovirus kunnen zorgen voor klachten zoals een loopneus, keelpijn, hoofdpijn, hoesten en soms voor koorts.

Grens

Verspreid door heel Nederland houden 40 huisartsenpraktijken bij hoeveel patiënten zich melden met griepachtige verschijnselen. Deze praktijken nemen ook monsters af van deze patiënten om te kijken of ze besmet zijn met het influenzavirus, rhinovirus, RS-virus of enterovirus. We spreken over een griepepidemie als 2 weken achter elkaar meer dan 58 op 100.000 mensen griepachtige verschijnselen hebben en minstens 10 procent van deze mensen het influenzavirus heeft.

13 weken

Meestal begint de griepepidemie in december of januari. In de afgelopen tien jaar duurde een epidemie gemiddeld 13 weken. Vorig jaar duurde de griepepidemie 1 week langer dan het gemiddelde.

Griep voorkomen

Je kunt bijna niet voorkomen dat je in contact komt met virussen die griepachtige klachten veroorzaken. Om te voorkomen dat anderen ziek worden kun je verschillende dingen doen. Nies in een papieren zakdoek (en gooi die na gebruik weg) of in je elleboogholte en was vaak je handen. Op die manier worden luchtwegvirussen minder snel verspreid. Daarnaast kun je je laten vaccineren tegen de influenza. Mensen met een groter risico op complicaties van griep krijgen elk jaar een oproep om zich te laten vaccineren.

Foto: ANP

Vier vragen over de griepepidemie

Marit de Lange, epidemioloog van het RIVM, beantwoordt vier vragen over een griepepidemie: wanneer is er sprake van een griepepidemie, waarom is het belangrijk om dat in de gaten te houden, welke rol speelt het RIVM en wat kan je zelf doen als je griep hebt.