Het RIVM onderzocht ruim 300 mensen die werken of wonen op bedrijven waar het Schmallenbergvirus is gevonden of besmetting waarschijnlijk is. Bij geen van deze mensen kon een doorgemaakte infectie worden aangetoond. Dit betekent dat er geen aanwijzingen zijn dat dit virus naar de mens kan worden overgebracht.

Schmallenbergvirus
Het Schmallenbergvirus werd in november 2011 voor het eerst in Duitsland aangetroffen. Het virus komt ook in Nederland voor. Het veroorzaakt ernstige misvormingen bij kalveren en geiten- en schapenlammeren. Deze dieren zijn niet levensvatbaar. De moederdieren raken waarschijnlijk besmet via beten van knutten (soort kleine muggen). Het RIVM onderzocht of dit virus ook bij mensen een infectie kan veroorzaken.

Geen aanwijzingen overdracht naar mensen
Aan het onderzoek deden 301 mensen mee. Een groot deel van de mensen (234) woont en/of werkt op een bedrijf waar het Schmallenbergvirus is gevonden of besmetting waarschijnlijk is. Daarnaast deden 67 dierenartsen mee aan het onderzoek. Het RIVM heeft onderzocht of hun bloed antistoffen tegen het virus bevat. Als iemand ooit een infectie heeft gehad, maakt het lichaam antistoffen aan. Bij geen van deze mensen konden antistoffen tegen het Schmallenbergvirus worden aangetoond. Dit betekent dat deze mensen geen infectie met het virus hebben doorgemaakt. Omdat deze groep mensen een groter risico heeft om besmet te raken met het Schmallenbergvirus dan de rest van de Nederlandse bevolking, is het zeer onwaarschijnlijk dat dit virus mensen kan infecteren.