Van de jongeren die roken, kiest zo’n 70 procent hun sigarettenmerk vanwege de smaak. Het gebruik van natuurlijke en kunstmatige toevoegingen, zoals vanille en andere smaakstoffen, zijn bepalend voor die smaak. Het RIVM vindt dat het gebruik van deze toevoegingen beperkt moet worden. Ook zou kritisch naar de kostprijs van tabaksartikelen gekeken moeten worden. Jongeren gaan namelijk niet alleen sneller roken door de meer aantrekkelijke smaak van sigaretten maar ook de prijs bepaalt hun keuze.
Minister van Jeugd en Gezin André Rouvoet kreeg vandaag de resultaten aangeboden van een enquête over het rookgedrag van jongeren. Het RIVM ondervroeg via scholen en de websites van STIVORO (Stichting Volksgezondheid en Roken) en Scholieren.com een kleine 5000 jongeren naar hun rookgedrag en productkeuze.
Sigarettenkeuze beïnvloedbaar
Uit het onderzoek blijkt dat naast de smaak en merkentrouw ook de verkrijgbaarheid van het merk en de prijs de keuze van jongeren beïnvloedt. Opvallend is dat jongeren zelf aangeven voorlichting te willen krijgen over de producteigenschappen van sigaretten die het roken aantrekkelijk en verslavend maken. De enquête wijst ook uit wat de belangrijkste redenen zijn om te beginnen met roken: nieuwsgierigheid, rokers in de sociale omgeving en een positieve verwachting van de smaak. Rokers steken meestal een sigaret op omdat ze er zin in hebben en omdat ze het ontspannend vinden. Ook zeggen ze zich lekker en voldaan te voelen door te roken.
Beleidsmaatregelen noodzakelijk
Roken veroorzaakt ernstige gezondheidschade. Om te voorkomen dat
jongeren beginnen met roken en de al rokende jongeren te stimuleren
om te stoppen, zijn verdere beleidsmaatregelen noodzakelijk. Een
van de mogelijkheden hierbij is om het gebruik van toegevoegde
stoffen aan tabak te beperken. Dit gebeurt al in de Verenigde
Staten. Ook kan de voorlichting aan jongeren over de samenstelling
van sigaretten beter. Verder is meer aandacht nodig voor het
stoppen met roken, vooral voor beginnende rokers. Een
doelgroepgerichte aanpak, bijvoorbeeld gericht op jongeren met een
laag opleidingsniveau kan hierbij effectief zijn.