
De laatste mazelenepidemie en de uitbraak van Salmonella Thompson door gerookte zalm kostten respectievelijk 3,9 miljoen en 1,7 miljoen euro. Dit blijkt uit het RIVM-rapport ‘Staat van Infectieziekten in Nederland 2014’. De berekening is gemaakt om inzicht te krijgen in de kosten van de behandeling, preventie en bestrijding van infectieziekten.
De jaarlijkse Staat van Infectieziekten geeft een overzicht van
de belangrijkste gebeurtenissen op het gebied van infectieziekten
in Nederland. 2014 stond vooral in het teken van de wereldwijde
ebola-epidemie. In Nederland is veel tijd besteed aan de
voorbereiding om patiënten te kunnen verzorgen en verspreiding van
het virus te voorkomen. Ook was er veel aandacht voor MERS (Middle East Respiratory Syndrome). Het
MERS-coronavirus, dat ernstige luchtwegklachten kan
veroorzaken, werd in 2014 voor het eerst in Nederland vastgesteld
bij 2 patiënten. Dit zijn tot nu toe de enige 2
MERS-patiënten die in Nederland zijn gemeld.
Naast een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen wordt in
het rapport ieder jaar een thema uitgediept dat relevant is voor
infectieziektebestrijding. Dit jaar is de economische kant van
infectieziekten belicht, waaronder de kosten voor de behandeling,
preventie en bestrijding en mogelijkheden om kosten en opbrengsten
met elkaar te vergelijken.
De laatste uitbraak van mazelen in Nederland begon in 2013 en
eindigde in de eerste maanden van 2014. In die periode zijn 2700
zieken gemeld en is er 3,9 miljoen euro besteed om de epidemie te
bestrijden. Dit zijn hoge kosten in vergelijking met de prijs van
een mazzelenvaccinatie (18 euro per inenting). De grootste
kostenposten waren de werkzaamheden van de betrokken GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en de kosten van
ziekenhuisopname van ernstig zieke patiënten.
Bij de Salmonella Thompson-uitbraak zijn 1149 ziektegevallen gemeld
die met behulp van laboratoriumdiagnostiek werden vastgesteld. De
grootste kostenposten van het totaalbedrag van 1,7 miljoen euro
betroffen de inzet van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
(NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)),
om de bron van de besmetting op te sporen, en de kosten van
ziekenhuisopname van ernstig zieke patiënten.