Bij bedrijven die veel verpakte gevaarlijke stoffen opslaan, kunnen incidenten gebeuren die gevaarlijk zijn voor omwonenden. Bedrijven zijn daarom verplicht om de risico’s van incidenten voor de omgeving in kaart te brengen. Deze risico’s worden berekend met een vastgestelde methode. Het RIVM heeft onderzocht of de rekenmethode nog voldoet aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Naar aanleiding van het onderzoek doet het RIVM vier aanbevelingen waarop de methode kan worden verbeterd.
De eerste aanbeveling is om gegevens die onzeker zijn te verwijderen uit de rekenmethode. Daarmee wordt de rekenmethode eenvoudiger. Daarnaast moet de kans op een brand preciezer worden onderzocht, omdat deze volgens de literatuur groter is dan nu wordt aangenomen. Ook moet de methode beter rekening houden met de mate waarin warme rookgassen opstijgen. Ten slotte moet de actuele kennis over de giftigheid van stoffen worden gebruikt.
Wanneer de rekenmethode op basis van de bovenstaande aanbevelingen wordt aangepast, verwacht het RIVM dat de berekende risico’s dichtbij de opslag toenemen. Dit is het gebied rond een bedrijf waar de risico’s het grootst zijn. In dit gebied mogen geen ‘kwetsbare objecten’ zoals woningen staan. Daarbuiten is een gebied waarvoor overheden moeten besluiten of de bevolking voldoende is beschermd, dan wel extra maatregelen nodig zijn. Dit gebied wordt naar verwachting juist kleiner.