De scenario's en ongevalskansen kunnen worden gebruikt om de risico’s van bovengrondse aardgasleidingen voor de omgeving in kaart te brengen. Dit gebeurt met de rekenmethodiek voor aardgasinrichtingen die momenteel wordt ontwikkeld. Deze rekenmethodiek zal deel uitmaken van de Handleiding risicoberekeningen bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

Aanleiding

Het onderzoek is uitgevoerd omdat aardgasinrichtingen onder dit Besluit komen te vallen, maar de bijbehorende Handleiding nog niet specifiek op deze inrichtingen ingaat. Naast bovengrondse aardasleidingen is er apart gekeken naar 'flensverbindingen', die leidingdelen met elkaar verbinden.

Conclusie

Flensverbindingen zelf kunnen niet breken. Wel kan een lekkage van een flensverbinding tot een breuk van een leiding leiden, waardoor wordt aanbevolen dit domino-effect mee te nemen in een risicoberekening. Verder blijkt uit dit onderzoek dat de bijdrage van externe gebeurtenissen, zoals aanrijdingen en hijswerkzaamheden, moet worden meegenomen in de ongevalskansen en scenario's.

Aanbevelingen

Hier vloeit de aanbeveling uit voort om de huidige modellen voor deze gebeurtenissen te valideren. Een andere aanbeveling is om de Nederlandse ongevalsdatabanken zo te verbeteren dat ze ook geschikt zijn om incidenten gedetailleerder te analyseren, en om ongevalskansen te bepalen.

Aanpak

Er zijn twee standaardscenario's onderzocht: lekken en breuken. De ongevalskansen van de leidingen zijn afgeleid uit Europese gegevens van transportleidingen. Hiervoor is gekozen, omdat er geen bruikbare specifieke gegevens voor de bovengrondse hogedruk aardgasleidingen in literatuur of databanken aanwezig zijn. Bovendien bevatten de gegevens van de Nederlandse gasindustrie geen relevante lekken of breuken. Voor flenslekkages is de ongevalskans gebaseerd op de statistieken van de Nederlandse gasindustrie.

Het RIVM heeft het onderzoek in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu uitgevoerd.