Het aantal mensen met tuberculose in Nederland is in 2017 sterk gedaald. In 2016 waren er nog 887 tbc (Tuberculose)-patiënten, in 2017 waren dat er 787. Bijna driekwart van de tbc-patiënten in Nederland komt uit gebieden waar deze ziekte nog veel voorkomt, zoals Eritrea, Marokko en Somalië. Dat blijkt uit het jaarrapport van het RIVM. Dat er minder tbc-patiënten zijn komt onder andere doordat de instroom van migranten in 2016 en 2017 is afgenomen.
Tuberculose wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte kan besmettelijk zijn, bijvoorbeeld als het in de longen zit, maar dat hoeft niet. De besmettelijkste vorm is ‘open tuberculose’. Deze vorm is in 2017 bij een kwart van de patiënten geconstateerd.
Screening
De ziekte moet gemeld worden bij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in de woonplaats van de patiënt. Het merendeel van de patiënten (tachtig procent) gaat zelf naar een dokter. De overige patiënten worden gevonden door screening. Screening gebeurt bij mensen die extra risico lopen, zoals asielzoekers en andere immigranten, en mensen die contact hebben met besmettelijke tbc-patiënten. Door besmette contacten zo vroeg mogelijk op te sporen en te behandelen, wordt voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt.
Tuberculose en hiv (humaan immunodeficientievirus)
Een hiv-infectie verhoogt het risico op tuberculose. Het is belangrijk om een hiv-infectie zo vroeg mogelijk vast te stellen en behandelen. Tbc (tuberculose)-patiënten in Nederland krijgen daarom een hiv-test aangeboden. Het percentage tbc-patiënten dat op hiv werd getest steeg de afgelopen jaren sterk, van 28% in 2008 naar 75% in 2017. In 2017 hadden 23 tbc-patiënten een hiv-infectie.
Behandeling afmaken
Voor een succesvolle behandeling van tuberculose moeten patiënten een lange periode (van zes maanden of meer) verschillende medicijnen tegelijk innemen. Het is belangrijk dat ze de behandeling afmaken. Het Nationaal Plan Tuberculosebestrijding heeft als doel gesteld dat 90% van de tbc-patiënten de behandeling met medicijnen helemaal afmaakt en dus niet voortijdig stopt. Dit is in 2016 behaald bij de patiënten die geen ongevoeligheid (resistentie) hadden voor het belangrijkste medicijn tegen tuberculose (rifampicine). De behandelresultaten van 2017 zijn nog niet bekend.
Resistentie
Wanneer de tbc-bacterie ongevoelig is voor het medicijn rifampicine, is er sprake van rifampicine-resistente tuberculose. Dan is een complexe en nog langere behandeling nodig. In Nederland waren er de afgelopen vijf jaar jaarlijks tussen de tien en twintig patiënten die te maken hadden met resistentie. In 2017 waren dat er elf.