In de eerste uren van 2009 is in grote delen van Nederland smog door fijn stof (PM10 (fijnstof)) gemeten. De oorzaak is de grote hoeveelheid vuurwerk dat tijdens de jaarwisseling traditioneel werd afgestoken. Vooral in stedelijke gebieden waren de fijnstofconcentraties in de eerste uren na middernacht sterk verhoogd. De hoogste 24-uurs gemiddelde concentratie fijn stof tot 9 uur ’s ochtends is gemeten op een station in de stad Nijmegen. Daar werd 277microgram fijn stof per kubieke meter gemeten.
Deze hoogst gemeten fijnstofconcentratie is duidelijk lager dan vorig jaar. Toen lag op hetzelfde tijdstip de hoogste concentratie boven de 400 microgram per kubieke meter. Naar verwachting zullen de fijn stof concentraties in de loop van de dag dalen, maar door het stabiele en rustige weer zal met name in het midden en zuiden van het land sprake blijven van matige smog. In Nederland is er sprake van matige smog als de daggemiddelde concentratie fijn stof hoger ligt dan 50 microgram per kubieke meter. Van ernstige smog wordt gesproken bij 200 microgram per kubieke meter of hoger.
Gezondheidseffecten
Het inademen van fijn stof kan invloed hebben op de gezondheid. Een verhoogde concentratie van fijn stof in de lucht kan, samen met een gelijktijdig optredend mengsel van andere luchtverontreiniging, leiden tot een toename van luchtwegklachten, zoals astma-aanvallen, benauwdheid en hoesten. Vooral bij mensen met longaandoeningen, zoals astma en COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem) ) en (oudere) mensen met hart- en vaatziekten, kunnen de klachten zijn verergerd. Met de daling van de concentraties in de loop van de dag zullen eventuele klachten ook afnemen.
Informatie over smog
Informatie over de actuele smogniveaus en gezondheidseffecten staat op pagina 711 en 712 van NOS (Nederlandse Omroep Stichting)-Teletekst en op de website van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM: www.rivm.nl/lml .
EINDE BERICHT
Noot voor de redactie: Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met de afdeling persvoorlichting van het RIVM,
Harald Wychgel (030) 274 30 05.