
Het bestuur van de Werkgroep Infectiepreventie (WIP (Werkgroep Infectiepreventie)) heeft met grote bezorgdheid kennis genomen van de brief van de NVZ (Nederlandse vereniging van ziekenhuizen) en NFU (Nederlandse federatie van universitair medische centra) d.d. 24 februari jongstleden. In de brief zeggen ze geen rol voor zichzelf te zien als het gaat om (structurele) financiering van richtlijnen. Zij leiden daaruit hun advies af aan hun leden, de ziekenhuizen, om eveneens geen invulling te geven aan het financieringsverzoek van de WIP. Dit verbaast ons. Dat de NVZ en NFU zelf als koepels van ziekenhuizen niet de juiste partijen zijn om structureel financieel bij te dragen aan de WIP kunnen we ons voorstellen. Maar voor de ziekenhuizen ligt dat volstrekt anders. Zij zijn immers degene die het meeste profijt trekken van de WIP-richtlijnen.
Eerder is door de NVZ (Nederlandse vereniging van ziekenhuizen) in een brief
aan de ziekenhuizen een tweetal argumenten genoemd om subsidiering
van de WIP (Werkgroep Infectiepreventie)
door de NVZ
te weigeren namelijk het voortbestaan van de WIP zou niet in het
geding zijn en de WIP moet
binnen de ontwikkeltrajecten van de WIP-richtlijnen een
vergelijking met internationale richtlijnen opnemen in de
subsidieaanvraag. Deze argumenten zijn uitgebreid besproken in een
eerdere brief aan de NVZ,
d.d. 2 december 2012, van de WIP (zie
bijlage; rechts op deze pagina te downloaden). Hierop is nooit een
inhoudelijke reactie van de NVZ
gekomen. Nu beweert de NVZ
dat de WIP haar
bezwaren niet ter harte heeft genomen, waarmee zij de WIP
onterecht in een ongunstig daglicht stelt.
De NVZ
stelt dat het voortbestaan van de WIP niet
in het geding is. Op grond waarvan zij tot dat inzicht is gekomen
is ons niet duidelijk, want het tegendeel is het geval. Het aantal
richtlijnen staat niet in relatie tot de capaciteit van de
WIP,
waardoor de achterstanden in revisie van richtlijnen verder
toenemen. Verder moet de kwaliteit van de richtlijnen op het niveau
worden gebracht van de huidige normen voor richtlijnontwikkeling.
De WIP heeft
meer capaciteit nodig om de noodzakelijke verbeteringen te
realiseren. Hiervoor hebben we substantiële aanvullende financiële
middelen nodig. Het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport
wijst naar het veld als eerstverantwoordelijke, en heeft duidelijk
laten weten niet van plan te zijn de financiering van de
WIP te
verhogen. Hiermee dreigen we dus met zijn allen in een impasse te
geraken die uiteindelijk ten koste gaat van de kwaliteit van zorg.
Met het vragen van een bijdrage van de ziekenhuizen, in plaats van
een abonnementensysteem te introduceren, heeft de WIP
ervoor gekozen om de WIP
richtlijnen openbaar te houden. Dit is in het belang van iedereen.
Als echter juist de ziekenhuizen, de primaire doelgroep van de
WIP, op gezag van de NVZ
en
NFU (Nederlandse federatie van universitair medische centra) de billijkheid niet inzien van het bijdragen aan
de WIP, zal
het bestuur van de WIP zijn
consequenties hieruit trekken. Het is dus wel degelijk vijf voor
twaalf.
De WIP heeft
dan ook aan de NVZ
en NFU
verzocht om hun negatieve standpunt te wijzigen en de ziekenhuizen
nadrukkelijk aan te bevelen om wél financieel bij te dragen aan de
WIP (zie
bijgaande brief van WIP aan
NVZ/NFU;
rechts op deze pagina te downloaden). Graag willen wij op korte
termijn met de NVZ en
NFU
van gedachten wisselen om deze impasse te doorbreken.