Tijdig vaccineren van te vroeg geboren (premature) baby’s is erg belangrijk vanwege het verhoogde risico op infectieziekten. Deze baby’s dienen daarom volgens de standaard richtlijn van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP (Rijksvaccinatie programma)) te worden gevaccineerd, zonder correctie voor zwangerschapsduur. In de praktijk wordt echter van deze richtlijn afgeweken waardoor zij onnodig risico lopen op infectieziekten. Een kritische evaluatie van het vaccinatie-beleid voor deze doelgroep en het verkleinen van regionale verschillen is daarom gewenst.
Om zuigelingen voldoende te beschermen tegen infectieziekten is het belangrijk dat vaccinaties binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP (Rijksvaccinatie programma)) tijdig worden gegeven. Voor premature baby’s is tijdige vaccinatie extra belangrijk vanwege het verhoogde risico op infectieziekten door de lagere hoeveelheid maternale antistoffen, die vooral worden overgebracht in het laatste trimester van de zwangerschap (1-4), en het nog onvoldoende ontwikkelde immuunsysteem. (5,6) Premature baby’s hebben bijvoorbeeld een verhoogd risico op (ziekenhuisopname als gevolg van) kinkhoest in vergelijking met voldragen baby’s. (7)
Figuur 1 Cumulatieve
percentage gevaccineerde baby's naar leeftijd bij de eerste
DKTP (difterie kinkhoest tetanus polio)-vaccinatie, uitgesplitst naar zwangerschapsduur (cohort
2006-2010; data getoond t/m 120 dagen) (tussen de stippellijnen:
adviesleeftijd DKTP-1 = op de leeftijd van 42 tot 70 dagen) Klik op
de afbeelding voor een grotere weergave
Premature baby’s dienen volgens de standaard RVP-richtlijn te worden gevaccineerd. In de regel dient er niet te worden gecorrigeerd voor zwangerschapsduur. Dit betekent dat bij het plannen van het vaccinatieschema de geboortedag als uitgangspunt wordt genomen en niet de uitgerekende datum. Tot dusver was niet bekend in hoeverre deze richtlijn voor premature baby’s in Nederland werd gevolgd. Wel waren er vanuit de praktijk aanwijzingen voor uitstel van vaccinatie. In 2012 werd daarom de relatie tussen zwangerschapsduur en de tijdigheid van de eerste DKTP(difterie, kinkhoest, tetanus, polio)-vaccinatie onderzocht. Voor dit onderzoek werden geanonimiseerde gegevens van alle kinderen geboren in de periode 2006-2010 uit het nationale vaccinatieregister Præventis geselecteerd.
Het percentage tijdig (leeftijd
Tabel 1 Regionale verschillen: percentage op tijd (leeftijd
Conclusie: premature baby’s worden minder vaak op tijd gevaccineerd en lopen daarom een groter risico op infectieziekten die door middel van vaccinatie voorkomen kunnen worden. Voor voldragen baby’s is de tijdigheid van vaccinatie beter maar ook hier is verdere optimalisering gewenst.
Hoewel medische redenen de oorzaak kunnen zijn voor uitstel van vaccinatie van premature baby’s, laten de regionale verschillen zien dat er ruimte voor verbetering is. Een kritische evaluatie van het (regionale) vaccinatiebeleid voor deze doelgroep is daarom gewenst. De tijdigheid is nu in kaart gebracht op het niveau van de regio waarin de baby’s woonden ten tijde van dit onderzoek. Een belangrijke vervolgstap is te onderzoeken wat de tijdigheid van vaccinatie is op het niveau van de uitvoerende organisatie en te inventariseren welke factoren van invloed zijn op deze tijdigheid en de mogelijke beïnvloeding daarvan. Best-practiceorganisaties kunnen een voorbeeld zijn voor andere organisaties.
Dit artikel is een bewerking van Woestenberg PJ, van Lier A, van der Maas NAT, Drijfhout IH, Oomen PJ, de Melker HE. Delayed start of diphteria, tetanus, acellular pertussis and inactivated polio vaccination in preterm and low birth weight infants in the Netherlands. Pediatr Infect Dis J. 2014;33(2)190-8, met toestemming van Wolters Kluwer Health.
Auteurs
A. van Lier, P.J. Woestenberg, N.A.T. van der Maas, I.H. Drijfhout, P.J. Oomen, H.E. de Melker, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven.
Correspondentie
Literatuur
- Yeung CY, Hobbs JR. Serum-gamma-G-globulin levels in normal premature, post-mature, and “small-for-dates” newborn babies. Lancet. 1968;1(7553):1167-70.
- Papadatos C, Papaevangelou GJ, Alexiou D, Mendris J. Serum immunoglobulin G levels in small-for-dates newborn babies. Arch Dis Child. 1970;45(242):570-2.
- Conway SP (Sustainable Procurement), Dear PR (plaatsgebonden risico), Smith I. Immunoglobulin profile of the preterm baby. Arch Dis Child. 1985;60(3):208-12.
- van den Berg JP, Westerbeek EA, Berbers GA, van Gageldonk PG, van der Klis FR, van Elburg RM (risicomanagement). Transplacental transport of IgG (Immunoglobulin G) antibodies specific for pertussis, diphtheria, tetanus, haemophilus influenzae type b, and Neisseria meningitidis serogroup C is lower in preterm compared with term infants. Pediatr Infect Dis J. 2010;29(9):801-5.
- D’Angio CT. Active immunization of premature and low birth-weight infants: a review of immunogenicity, efficacy, and tolerability. Paediatr Drugs. 2007;9(1):17-32.
- Bonhoeffer J, Siegrist CA, Heath PT (pertussis-toxine). Immunisation of premature infants. Arch Dis Child. 2006;91(11):929-35.
- Langkamp DL, Davis JP. Increased risk of
reported pertussis and hospitalization associated with pertussis in
low birth weight children.
J Pediatr. 1996;128(5 Pt 1):654-9.