Hieronder leest u algemene vragen en antwoorden over PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) in grond en bagger.

Wat zijn PFAS en hoe komen ze in grond en bagger?

De afkorting PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) staat voor per- en polyfluoralkylstoffen. Dit zijn door de mens gemaakte stoffen die van nature niet in het milieu voorkomen. PFAS zijn in veel verschillende producten gebruikt. Bijvoorbeeld in kleding, meubels, verpakkingsmaterialen en kookgerei. Bij het gebruik en de verwerking van deze producten en bij fabrieksemissies en incidenten, zijn deze stoffen in het milieu terechtgekomen en zitten nu onder andere in de bodem, in bagger en in het oppervlaktewater.
 

Door het wijd verbreide gebruik van PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) worden ze op veel plekken aangetroffen in grond, grondwater en de waterbodem. De concentraties zijn over het algemeen laag, met uitzondering van zogenaamde bronlocaties. Dat zijn plekken waar met PFAS houdende materialen is gewerkt, bijvoorbeeld in sommige fabrieken en op brandweeroefenlocaties.

Om een beter beeld te krijgen van de verspreiding van PFAS in het milieu worden de komende tijd metingen uitgevoerd. Het RIVM gaat landelijk metingen doen naar PFAS in de bodem. Daarnaast worden PFAS vanaf nu ook bij reguliere bodemonderzoeken gemeten.
 

Het handelingskader PFAS geeft advies over de invulling van de specifieke zorgplicht bij het toepassen van PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen)-houdende grond en baggerspecie.
 

Grond kan vrijkomen bij werkzaamheden, bijvoorbeeld bij de aanleg van huizen of een weg. Als deze grond ergens anders wordt gebruikt noemen we dit hergebruik.

Bagger komt vrij als watergangen worden onderhouden om bijvoorbeeld de bevaarbaarheid en de waterafvoer zeker te stellen. Als deze bagger op het aangrenzend perceel wordt gelegd of ergens anders wordt gebruikt, noemen we dit hergebruik. 
 

Het RIVM leidt geen normen af, maar draagt wel bij aan de onderbouwing daarvan. De Rijksoverheid heeft in het tijdelijk handelingskader normen vastgesteld voor hergebruik van PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen)-houdende grond en bagger. Het tijdelijk handelingskader en een toelichting daarop is te vinden op de website van Bodem+ .

Het RIVM werkt aan risicogrenzen voor de onderbouwing van normstelling. Risicogrenzen zijn concentraties in het milieu waarboven effecten op mens of milieu kunnen optreden. Risicogrenzen worden afgeleid met een specifiek doel. Dat doel kan de onderbouwing van normen zijn. Pas als dergelijke waarden in wet- en regelgeving zijn opgenomen, hebben ze een formele status en spreken we van normen. 

Tot nu toe heeft het RIVM risicogrenzen afgeleid voor PFOS perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonaten), PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur) (ook bekend als C8) en GenX in grond, bagger en grondwater. Dit zijn stoffen uit de PFAS-groep.
 

De waarde van 0,1 microgram per kilo is gebaseerd op de zogenaamde bepalingsgrens. Vanaf deze grens kunnen concentraties van PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) in de bodem worden gemeten. Op basis van het voorzorgsbeginsel diende ook al vóór het Tijdelijk Handelingskader aan de bepalingsgrens getoetst te worden indien verwacht kon worden dat PFAS in grond aanwezig zou zijn.

Het handhaven van de bepalingsgrens is ingegeven door de onzekerheden over het gedrag en het voorkomen van PFAS in de bodem. Met de invulling van het voorzorgbeginsel wordt onder andere de zorg voor de grondwaterkwaliteit ingevuld en wordt voorkomen dat schone grond verontreinigd wordt door de toepassing van licht verontreinigde grond met PFAS

In de eerste plaats weten we nog niet waar en in welke hoeveelheden PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) in de bodem en grondwater in Nederland voorkomen. Totdat we hier meer over weten is het tijdelijk handelingskader erop gericht om het verspreiden van PFAS van plekken met hoge concentraties naar plaatsen met lage concentraties te voorkomen.

In de tweede plaats is er nog veel onduidelijk over het milieugedrag van PFAS. De PFAS stoffen hebben zeer specifieke eigenschappen die ervoor zorgen dat zich ze op een andere manier door het milieu verplaatsen dan veel andere stoffen. Zo weten we nog niet goed hoe snel PFAS zich door de bodem en ondergrond en naar het grondwater bewegen. Ook over de manier waarop PFAS worden opgenomen in organismen is nog veel onduidelijk.

Het Ministerie heeft het RIVM opdracht gegeven om hier onderzoek naar te doen.

In de eerste plaats verzamelt het RIVM resultaten uit bodemonderzoeken en zal er een landelijk onderzoek plaatsvinden naar het voorkomen van een brede groep PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) verbindingen in de bodem. Met dat onderzoek kunnen landelijke achtergrondwaarden worden vastgesteld. Achtergrondwaarden geven de grens aan waarop de laagste norm voor hergebruik gebaseerd kan worden.

Daarnaast draagt het RIVM bij aan een definitief handelingskader voor PFAS en een kader voor andere niet-genormeerde stoffen die in het bodem-watersysteem worden aangetroffen. Dit handelingskader zal procedures bevatten om stoffen waarvoor nog geen normen zijn te beoordelen. Daarbij worden specifiek gekeken naar het gedrag van stoffen in het milieu en de risico’s voor mens en ecosysteem.

Doordat het Tijdelijk Handelingskader op 8 juli 2019 is gepubliceerd wordt er nu breed in het land gemeten naar PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen). Een eerste landelijk beeld van deze data wordt in maart 2020 verwacht. Daarnaast zal het RIVM de achtergrondwaarden van PFAS bepalen in Nederland, als opmaat naar een definitief kader. De resultaten van dit onderzoek worden begin juli 2020 verwacht. Verder doet RIVM onderzoek naar onder meer de mobiliteit, uitlogingskarakteristieken en bio-accumulatie van PFAS. De uitkomsten van het eerste onderzoek worden in het derde kwartaal van 2020 verwacht.

De bodem in Nederland bevat stoffen die daar door menselijk toedoen in terecht zijn gekomen. Meestal gaat het om lage concentraties. Of mensen worden blootgesteld aan deze stoffen en in welke mate, hangt af van het bodemgebruik en de eigenschappen van deze stoffen. Over het algemeen geldt: hoe intensiever de bodem wordt gebruikt, hoe hoger de blootstelling.

PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) kunnen vanuit grond via een beperkt aantal blootstellingsroutes bij de mens terechtkomen. Dit zijn grondingestie (het ‘eten van grond’), de opname van PFAS in gewassen en dierlijke producten en tenslotte in geringe mate het inademen van bodemstof.

Ook op plekken waar een verhoogde concentratie PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) in de bodem aanwezig is, worden over het algemeen de gezondheidskundige grenswaarden door blootstelling vanuit de bodem niet overschreden voor de stoffen waarvoor risicogrenzen in grond zijn afgeleid. Als u meer wilt weten over een specifieke situatie, dan kunt u het beste contact opnemen met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in uw regio.

De EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) heeft voor twee PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) verbindingen (PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur) en PFOS perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonaten)) voorlopige gezondheidskundige grenswaarden afgeleid. RIVM verschilt van inzicht met EFSA over de wetenschappelijke onderbouwing van de gezondheidskunde grenswaarde van PFOA en hanteert daarom haar eigen gezondheidskundige grenswaarde voor deze stof.  Op dit moment voert de EFSA een evaluatie uit van een mengsel van PFAS verbindingen. Deze evaluatie is naar verwachting aan het eind van 2019 gereed. Op dat moment zal bekeken worden of op basis van de nieuwe EFSA evaluatie een aanpassing van normen en andere grenswaarden in Nederland noodzakelijk is.
 

De lage concentraties PFOS perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonaten), PFOA perfluoroctaanzuur (perfluoroctaanzuur) en GenX die over het algemeen in grond en bagger worden aangetroffen leiden niet tot een blootstelling boven de voorlopige gezondheidskundige grenswaarden van EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)

De voorgestelde normen voor hergebruik van grond en bagger in het tijdelijk handelingskader gebaseerd op de nog lagere risicogrenzen voor ecologie.
 

Nee. De door het ministerie van IenW Infrastructuur en Waterstaat (Infrastructuur en Waterstaat) voorgestelde  normen voor hergebruik uit het tijdelijk handelingskader zijn gebaseerd op effecten op het ecosysteem die al bij lagere concentraties optreden dan gezondheidseffecten bij mensen. De notitie  met risicogrenzen ter onderbouwing van het tijdelijk handelingskader bevat ook risicogrenzen voor gezondheid. Met deze waarden kan bepaald worden of PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) in grond of bagger kan leiden tot een overschrijding van de gezondheidskundige grenswaarden.
 

Over het algemeen kan gesteld worden dat de toepassingsnormen voor PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) uit het tijdelijk handelingskader ruim onder het niveau liggen waarboven arbeidshygiënische risico’s te verwachten zijn. Het CROW heeft in het kader van de CROW 400 arbeidshygiënische grenswaarden (zogenaamde SRCarbo-waarden) voor PFAS vastgesteld voor het werken in en met verontreinigde bodem.

Er zijn geen wettelijke grenswaarden voor PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) vastgelegd. De werkgever is verantwoordelijk voor toereikende beschermende maatregelen. Voor graven in verontreinigde grond worden over het algemene maatregelen getroffen bij concentraties boven de humane risicogrens. 
 

De arbeidsomstandigheden wet beschrijft alleen de algemene regels: zoals de verantwoordelijkheden van werkgever en werknemer. Concreet schrijft de wet voor dat de werkgever moet zorgen voor de veiligheid van zijn werknemers. Er zijn voor PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) verbindingen geen wettelijke grenswaarden voor arbeidsomstandigheden bepaald. 

Van enkele stoffen uit de PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) groep is informatie beschikbaar over de opname door gewassen en dieren. Deze stoffen kunnen worden opgenomen in gewassen en kunnen terecht komen in dierlijke producten. Voor zover bekend is de blootstelling van de mens aan stoffen uit de PFAS groep via voedsel laag. Aan het eind van 2019 worden resultaten van een nieuwe evaluatie van dit onderwerp door de Europese voedselautoriteit EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) verwacht.

Een deel van de stoffen uit de PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) groep, zoals PFOS perfluoroctaansulfonaten (perfluoroctaansulfonaten), hopen sterk op in organismen. Dit betekent dat het leven in en op de bodem al bij relatief lage concentraties effecten kan ondervinden van PFAS. Het bodembeleid in Nederland is erop gericht om ook deze effecten zoveel mogelijk te voorkomen. Bij de vaststellen van normen voor PFAS worden doorvergiftiging naar hogere organismen in beschouwing genomen.

Resultaten van onderzoeken naar PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen) in grond, bagger of grondwater kunnen worden ingediend via pfas@rivm.nl. Vooralsnog kunnen alleen onderzoeksresultaten in digitale vorm (geen pdf) in behandeling worden genomen, bijvoorbeeld Excel of XML bestanden. De resultaten worden gebruikt voor de totstandkoming van het landelijk beeld PFAS.