Het doel van validatie is om inzicht te krijgen in de kwaliteit, volledigheid en betrouwbaarheid van het proces van gegevensverzameling over de in de surveillance opgenomen patiënten/ cliënten en hun eventuele zorginfectie (ZI Zorginfectie (Zorginfectie)). De validatie kan leiden tot inzicht in verschillen in en problemen bij de interpretatie van het protocol en de te hanteren definities.

Interne validatie in een ziekenhuis

Het verzamelen van gegevens in het kader van de surveillance van Lijnsepsis is arbeidsintensief en daarom probeert men de gegevensverzameling zo efficiënt mogelijk te organiseren, door gebruik te maken van gegevens uit diverse digitale bestanden en/of gegevens aan te laten leveren door verschillende disciplines. Als in de zorginstelling (ZI Zorginfectie (Zorginfectie)) medewerkers, betrokken zijn bij de surveillance van lijnsepsis, die niet verbonden zijn aan de afdeling Infectiepreventie, zal het surveillancesysteem intern gevalideerd moeten worden om verschillen in het toepassen en de uitleg van het protocol en definities te voorkomen. De voor de surveillance verantwoordelijke persoon is ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van de aangeleverde gegevens en daardoor ook voor de uitvoering van de interne validatie.

Interne validatie van risicofactoren:

Voor een goede interpretatie van de surveillancegegevens is het nodig dat ook de risicofactoren betrouwbaar en volledig geregistreerd worden. Door middel van een steekproef dienen een aantal parameters te worden beoordeeld, zoals inclusie van alle centraal veneuze katheter (CVK centraal veneuze katheter (centraal veneuze katheter)) die aan de inclusie criteria voldoen, lokalisatie van de CVK, inbreng- en verwijderdatum en toepassing. Voor een voldoende mate van overeenstemming mogen bij de beoordeling van 25 casussen de bevindingen per parameter slechts één keer afwijken. Indien dit het geval is volstaat het om eens in het jaar een interne validatie uit te voeren. Indien meer afwijkingen worden vastgesteld dient men het protocol opnieuw te bespreken en dient men de interne validatie opnieuw uit te voeren.
Interne validatie binnen het PREZIES netwerk, THIP 23(5):118-119

Interne validatie/verificatie van lijnsepsis:

Indien de lijnsepsis wordt vastgesteld door medewerkers die niet verbonden zijn aan de afdeling Infectiepreventie dan dienen alle (vermoedelijke) gevallen van lijnsepsis te worden besproken met of  geverifieerd door een deskundige infectiepreventie.

Externe validatie door PREZIES PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance (PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance)

De externe validatie bestaat uit een jaarlijkse datavalidatie uitgevoerd op alle modules van alle zorginstellingen (ZI). Bij datavalidatie vindt beoordeling plaats van data uit de PREZIES databank op de registratie van: 1) risicofactoren, 2) patiëntgebonden factoren en 3) zorginfecties en daarbij worden data van de ZI vergeleken met de landelijke gegevens. Afhankelijk van de bevindingen zal er 1) geen actie worden ondernomen, 2) contact worden gezocht met de ZI voor nadere informatie, overleg of 3) de ZI wordt uitgenodigd voor een extern validatiebezoek door PREZIES.

Werkwijze validatiebezoek

Indien na datavalidatie of uit de steekproef tot een extern validatiebezoek wordt besloten, ontvangt de contactpersoon van de ZI een uitnodiging. Het validatiebezoek wordt uitgevoerd door een teamlid van PREZIES en een voor de surveillance verantwoordelijke medewerker uit een eerder gevalideerde zorginstelling of een tweede lid van het PREZIES-team.

De zorginstelling dient een Plan van Aanpak of procedurebeschrijving van de surveillance uiterlijk drie weken van te voren aan het secretariaat PREZIES toe te sturen. Tijdens het bezoek kan de uitvoering van de surveillance mondeling worden toegelicht. Op basis van een pre-validatieverslag (samenvatting/overzicht van de door de zorginstelling ingezonden data) en de checklist externe validatie zal nader worden ingegaan op de specifieke procesonderdelen. Om inzicht te krijgen in het gebruik van de criteria wil het validatieteam een aantal casussen beoordelen.

  • De (meest recent) afgeronde patiëntencasussen met een lijnsepsis (tot een maximum van 7 patiënten, met eventueel meerdere CVKs);
  • De meest recent afgeronde patiëntencasussen zonder lijnsepsis  (het aantal casussen met een lijnsepsis aanvullen tot een totaal van 15 patiënten);
  • Tevens is er de mogelijkheid om maximaal 3 arbitraire situaties voor te leggen;
  • Tevens dient het volgende per patiëntencasus aangegeven te worden: het aantal CVKs dat in de registratie is opgenomen en de data van inbrengen en verwijderen van de CVKs;
  • Indien informatie beschikbaar is in het elektronisch Ziekenhuis Informatie Systeem, dient voor beide validatieteamleden toegang te zijn geregeld.

Beoordeling validatiebezoek

Na beoordeling van de casussen door het validatieteam vindt een bespreking plaats met de voor de surveillance verantwoordelijke persoon, waarin per casus wordt besproken op basis van welke gegevens men al dan niet een lijnsepsis heeft vastgesteld. Het bezoek wordt afgesloten met het bespreken van de belangrijkste bevindingen. Aan de hand van de bevindingen wordt een eindconclusie geformuleerd waarin de beoordeling ‘voldoende/onvoldoende’ wordt gegeven. Het validatieverslag volgt binnen enkele weken na het validatiebezoek. Bij een voldoende beoordeling van de uitvoering van de surveillance zullen data van de ZI jaarlijks worden beoordeeld in de datavalidatie. Bij een onvoldoende beoordeling wordt besproken of de data alsnog geschikt gemaakt kunnen worden voor opname in de PREZIES databank. Indien dit het geval is, dienen de data te worden aangepast en vervolgens kunnen ze opnieuw worden ingezonden. Indien aanpassing niet mogelijk is, dan worden de data uit de databank van PREZIES verwijderd. Bij drie achtereenvolgende onvoldoende beoordelingen wordt deelname aan PREZIES opgeschort voor een periode van twee jaar.