Met behulp van de bijgevoegde figuren is het mogelijk een indruk te krijgen van een aantal operaties dat u zou moeten registreren om een statistisch significant verschil aan te kunnen tonen tussen uw eigen infectiepercentage en een referentiepercentage.

Met behulp van de bijgevoegde figuren is het mogelijk een indruk te krijgen van een aantal operaties dat u zou moeten registreren om een statistisch significant verschil aan te kunnen tonen tussen uw eigen infectiepercentage en een referentiepercentage. Hieronder is uitgelegd hoe u dat kunt doen en is een voorbeeld gegeven. Bedenk hierbij wel dat een verschil niet statistisch significant hoeft te zijn om klinische relevantie te hebben.

Werkwijze

  1. Kies een referentiepercentage waarmee u wilt vergelijken. Dit kan een zelf gekozen norm zijn, maar bijvoorbeeld ook het landelijk gemiddelde.
  2. Kies de figuur die hoort bij dit referentiepercentage. Wanneer er van uw gekozen percentage geen figuur is, kies dan de twee figuren die boven en onder het referentiepercentage zitten.
  3. Schat het verwachte aantal infecties per 100 operaties in uw eigen ziekenhuis.
  4. Zoek deze rate op de y-as van de figuur op.
  5. Trek een lijn vanaf dit punt naar rechts naar de curve.
  6. Trek een lijn verticaal vanaf dit punt op de curve naar de x-as. Dit is het aantal operaties wat u minimaal zou moeten registreren om een statistisch significant verschil aan te kunnen tonen tussen uw infectierate en de gekozen referentierate.
  7. Eventueel: herhaal punt 4 t/m 6 (eventueel) voor de andere figuur. Het aantal operaties wat u minimaal zou moeten registreren om een statistisch significant verschil aan te kunnen tonen tussen uw infectierate en de gekozen referentierate ligt tussen de beide verkregen uitkomsten.
  8. U trekt uw conclusie: gezien de situatie in uw eigen ziekenhuis (aantal operaties/maand, verwachte infectiepercentage) is het aantonen van een statistisch significant verschil wel of niet waarschijnlijk binnen de voorgenomen surveillanceperiode.

Voorbeeld

Stel: u wilt knieprothesen gaan registreren. U verwacht dat het infectiepercentage in uw ziekenhuis ongeveer 7% zal zijn. U wilt uitrekenen hoeveel operaties u moet registreren om een verschil met het landelijk gemiddelde aan te tonen.

  1. Het meest recente landelijke infectiepercentage is 1,9% (referentiecijfers t/m 2003)
  2. U kiest uit de serie figuren de figuur met referentiepercentage van 2%.
  3. U heeft uw eigen infectiepercentage geschat op 7%.
  4. U neemt de figuur met een referentiepercentage van 2% y-as het punt ‘7’ op.
  5. U trekt vanaf het punt ‘7’ een lijn naar rechts naar de curve toe.
  6. U trekt vanaf de curve een lijn naar beneden naar de x-as. U komt uit op ongeveer 100 operaties.
  7. Het benodigd aantal operaties wat u zou moeten registreren om een statistisch significant verschil aan te tonen tussen uw verwachte infectiepercentage van 7% en het landelijk gemiddelde van 1,9% ligt dus op ongeveer 100.

 

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 1%.

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 2%

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 4%.

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 6%

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 8%

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 10%

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 12%

Verwacht infectiepercentage met referentiepercentage 14%