Recommendations for the second Dutch national programme for the management of radioactive waste and spent fuel

Recommendations for the second Dutch national programme for the management of radioactive waste and spent fuel

Go to abstract

Samenvatting

Straling wordt voor veel verschillende toepassingen gebruikt. Niet alleen om energie mee te maken in kerncentrales, maar ook voor behandelingen van mensen met kanker. Hierbij kan radioactief afval ontstaan. Dit afval wordt in Nederland veilig opgeslagen en beheerd om mens en milieu te beschermen.

Lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht om een nationaal programma op te stellen om te beschrijven hoe zij radioactief afval veilig beheren. Dit programma moet het nationale beleid en de uitvoering ervan volgens bepaalde eisen beschrijven. Het eerste Nederlandse programma, uit 2016, moet uiterlijk in 2025 zijn bijgewerkt.

Als voorbereiding hierop heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het RIVM gevraagd om te adviseren waar de beschrijving van het programma kan worden verbeterd. Het RIVM adviseert om duidelijker en gedetailleerder te beschrijven hoe Nederland het beleid in de praktijk uitvoert. Dit is namelijk een van de eisen. Dat betekent bijvoorbeeld beter beschrijven wat nodig is voor een veilig beheer, wie hiervoor verantwoordelijk is, wat dat kost en wie deze kosten betaalt. Ook kan duidelijker worden beschreven hoe deze onderdelen met elkaar samenhangen. De programma’s van Frankrijk en Zweden zijn goede voorbeelden voor het nieuwe programma.

Het RIVM heeft in dit onderzoek naar zes landen gekeken: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Deze landen zijn gekozen omdat ze, net als Nederland, verbruikte splijtstof beheren, en omdat hun programma’s in het Engels zijn geschreven. Het RIVM keek alleen naar de inhoud van de programma’s en niet hoe ze zijn uitgevoerd.

Abstract

Radiation has a wide variety of applications. Among other things, it is converted into energy in nuclear power stations or used to treat cancer patients. These processes may lead to the production of radioactive waste. The Netherlands stores and manages this waste safely to protect both humans and the environment.

European Union Member States have a duty to prepare a national programme in which they describe how they manage radioactive waste safely. This programme must describe the national policy and its implementation in accordance with a number of requirements. The first Dutch programme, which dates from 2016, must be updated by 2025.

In preparation, the Ministry of Infrastructure and Water Management has asked RIVM to recommend ways to improve the description of the programme. RIVM has recommended a clearer and more detailed description of how the Netherlands implements its policy in practice. This is in line with one of the requirements. Among other things, this should involve a better description of what is needed for safe management, who is responsible, how much it costs and who pays for it. The programme should also describe more clearly how these elements relate to each other. The programmes adopted by France and Sweden are useful examples for the new programme.

RIVM considered the programmes of six countries: Belgium, Germany, Finland, France, the United Kingdom and Sweden. These countries were chosen because they manage spent fuel, like the Netherlands does, and because their programmes are written in English. RIVM only looked at the content of the programmes, not at their implementation.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
1125 kb