Go to abstract

Samenvatting

Chronische ziekten komen steeds frequenter in onze samenleving voor. Dit is deels toe te schrijven aan een verschuiving van acute ziekten naar chronische ziekten, maar ook de toenemende vergrijzing speelt hierbij een rol. Door de snelle toename van wetenschappelijke kennis van chronische ziekten ontstaat bij het beleid een groeiende behoefte aan overzichten over de ontwikkelingen in kennis van chronische ziekten. In het rapport dat voor u ligt is de stand van zaken weergegeven met betrekking tot de etiologie, determinanten en mogelijkheden voor preventie van diabetes mellitus door middel van interventie op leefstijlfactoren. Er wordt zowel aandacht besteed aan mogelijkheden voor primaire, secundaire en tertiaire preventie. Diabetes mellitus is een chronische stofwisselingsziekte die gepaard gaat met een te hoog glucosegehalte in het bloed. Er zijn verschillende oorzaken van het ontstaan van het te hoge bloedglucosegehalte. Hierdoor zijn er verschillende typen van diabetes. In dit rapport zijn de twee meest voorkomende vormen beschreven. Dit zijn insuline afhankelijke diabetes mellitus (IDDM) en niet-insuline afhankelijke diabetes mellitus (NIDDM). De exacte mechanismen waardoor IDDM veroorzaakt wordt zijn nog niet bekend. Wel komen er steeds meer aanwijzingen dat IDDM een auto-immuunziekte is. Er zijn aanwijzingen dat bij IDDM een combinatie van genetische factoren en doorgemaakte virale infectie kan leiden tot een afweerreactie tegen de insulineproducerende cellen in de alvleesklier (beta-cellen van de Eilandjes van Langerhans). Deze beta-cellen worden vernietigd waardoor de alvleesklier geen of nauwelijks nog insuline kan produceren. Ook de mechanismen waardoor NIDDM wordt veroorzaakt, zijn nog niet opgehelderd. Het ontstaan van NIDDM wordt voorafgegaan door een periode waarin de glucosetolerantie verminderd is. Na kortere of langere tijd is de glucosetolerantie zodanig verslechterd dat er sprake is van NIDDM. Er zijn verschillende determinanten die een effect hebben op de glucosetolerantie en daardoor een effect hebben op het ontstaan en/of op het beloop van NIDDM. Erfelijke factoren lijken een belangrijkere rol te spelen bij het ontstaan van NIDDM dan bij IDDM. Obesitas, zowel over het hele lichaam als een ongunstige vetverdeling, lijkt een belangrijke risicofactor te zijn voor het ontstaan van NIDDM. Ook worden verschillende leefstijlfactoren in verband gebracht met het ontstaan en/of beloop van NIDDM. Van de leefstijlfactoren zijn lichamelijke activiteit en voeding de belangrijkste determinanten. Het effect van alcoholgebruik en roken op het ontstaan van NIDDM is nog onduidelijk. Wel speelt roken een rol bij het optreden van complicaties. De mogelijkheden voor primaire en secundaire preventie van IDDM komen steeds dichterbij. Veel onderzoek wordt gedaan naar het effect van immuuntherapieen op het behoud van de insuline-producerende cellen. Als een aanvaardbare therapie is ontwikkeld, wordt het belangrijk patienten met IDDM in een zo vroeg mogelijk stadium te identificeren zodat zoveel mogelijk insuline-producerende cellen behouden kunnen worden (secundaire preventie). Een mogelijk vervolg hierop is het ontwikkelen van een vaccin waardoor het optreden van auto-immuniteit en daardoor het ontstaan van IDDM kan worden voorkomen (primaire preventie). Preventie bij IDDM is momenteel vooral gericht op het regelen van het bloedglucosegehalte en het voorkomen van complicaties (tertiaire preventie). Door toediening van insuline wordt de bloedglucose spiegel geregeld. Het voorkomen van complicaties gebeurt door regelmatige controle van ogen en voeten. Met betrekking tot leefstijl zijn stoppen met roken, een gezonde voeding en voldoende lichamelijke activiteit de belangrijkste adviezen die zowel rechtstreeks als via hun invloed op hypertensie het ziektebeloop gunstig kunnen beinvloeden. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van kennis ten aanzien van determinanten van NIDDM lijken er mogelijkheden voor primaire en secundaire preventie te ontstaan. Primaire preventie van NIDDM zal zich vooral richten op gezonde voeding en lichamelijke activiteit. Ook secundaire preventie van NIDDM lijkt tot de mogelijkheden te behoren. Onderzoek heeft aangetoond dat ongeveer 50% van de personen met NIDDM niet gediagnostiseerd is. Vaak wordt de diagnose, aan de hand van bloedsuikerbepalingen, pas gesteld als de patient zich met complicaties bij de arts meldt. Actieve opsporing van patienten met NIDDM en behandeling kan er mogelijk toe leiden dat complicaties minder vaak optreden. Ook hier is bij de behandeling de aandacht gericht op gezonde voeding, lichamelijke activiteit en het voorschrijven van orale bloedglucose verlagende middelen. Preventie van NIDDM is net als bij IDDM vooral gericht op de tertiaire preventie. De behandeling, tertiaire preventie, is gericht op het normaliseren van de bloedglucosespiegel via het verminderen van overgewicht, het stimuleren van lichamelijke activiteit en het voorschrijven van orale bloedglucose verlagende middelen. Deze factoren zijn ook van invloed bij het voorkomen van complicaties.

Abstract

This document reviews the latest state of knowledge concerning the etiology, determinants and possibilities for (primary, secondary and tertiary) prevention by intervention on life-style factors for diabetes mellitus. In this report the two most frequent types of diabetes are discussed: insulin dependent diabetes mellitus (IDDM) and non-insulin dependent diabetes mellitus (NIDDM). The etiology of IDDM is still unknown but there is more and more evidence that IDDM is an auto-immune disease. The etiology of NIDDM is also unknown. Hereditary factors, obesity and several life-style factors, like diet and physical activity, play a role in the development and course of NIDDM. For the moment there are only possibilities for tertiary prevention of IDDM which is to regulate the blood glucose levels and prevent complications. Prevention of complications is realised by several check-ups per year. Changes in life-style factors like non smoking, a balanced diet and physical activity are important both to regulate the blood glucose and to prevent complications. Physical activity and diet are major life style factors in the development of NIDDM. Intervention on these two factors may be effective in reducing the incidence of NIDDM (primary prevention). It is important to start pilotstudies in high risk groups. There also seem to be possibilities for secondary prevention of NIDDM. About 50% of the persons with NIDDM are not diagnosed as such. Often the disease is diagnosed after the occurence of complications. Active searching for persons with undiagnosed NIDDM and early treatment might prevent the occurrence of complications. Results of studies in patients with IDDM showed that a good regulation of the diabets may prevent the occurrence of complications. It is expected that prospective studies in NIDDM patients wil give the same results. Tertiary prevention of NIDDM is aimed at the control of blood glucose levels and the prevention of the occurrence of complications. Next to the prescription of medication to stimulate the insulin secretion, attention is needed for the reduction of overweight, stimulation of a balanced diet, physical activity and non-smoking.

Resterend

Grootte
2.12MB