First insight into emissions of chemical substances by windturbines on land. Results quickscan

First insight into emissions of chemical substances by windturbines on land. Results quickscan

Go to abstract

Samenvatting

Windenergie is een belangrijk alternatief voor energie uit fossiele grondstoffen. In Nederland wordt deze energie opgewekt met windturbines op zee en op land. Voor de productie van windturbines worden materialen en chemische stoffen gebruikt. Zo zit er een beschermende verflaag (coating) op de mast en de bladen waar chemische stoffen in zitten. Dit kunnen stoffen zijn die schadelijk zijn voor het milieu. Deze stoffen, en de microplastics uit de verflaag op de bladen, kunnen door wind en regen ervan af slijten.

Het is aannemelijk dat deze stoffen en microplastics hierdoor in de bodem en het water terechtkomen. Er is alleen nog weinig bekend over de stoffen waarover het precies gaat en hoeveel van elke stof vrij komt. Deze kennis is nodig om te kunnen bepalen of emissies van stoffen uit windturbines schadelijk zijn voor mens en milieu. Ook is het belangrijk om de schatting van de vrijgekomen hoeveelheid microplastics te verfijnen. Meer onderzoek is daarom nodig.

Dit blijkt uit een verkenning van het RIVM, naar de uitstoot van chemische stoffen en microplastics bij windturbines op land. Deze quickscan is gedaan in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK Economische Zaken en Klimaat (Economische Zaken en Klimaat)).

In de coatings zitten chemische stoffen die volgens Europese wetgeving als gevaarlijk voor mens en milieu zijn beoordeeld. Deze stoffen kunnen met regenwater in het milieu terechtkomen. Laboratoriumonderzoek naar ‘slijtagevocht’ van bouwwerken voor water en wegen laat zien dat de stoffen inderdaad schadelijk kunnen zijn voor organismen. En dat dit per type coating sterk kan verschillen. Het is nog niet duidelijk of dit in de praktijk geldt voor slijtagevocht van de coatings op windturbines.

Naar schatting komen er per jaar per turbine tussen de 3,1 gram tot 14 kilogram microplastics vrij. Het hangt er onder andere van af of technieken worden gebruikt die slijtage kunnen beperken. Het is nu niet bekend in welke mate de sector deze technieken gebruikt op de bladen van windturbines in Nederland.

Ook heeft het RIVM gekeken naar het gas zwavelhexafluoride (SF6) dat in de generator van windturbines zit. Dit isolatiegas is bedoeld om stroomvonken tegen te gaan. SF6 is een broeikasgas waarvoor strenge wettelijke regels gelden om de uitstoot te beperken. Door lekkage kan, naar verwachting, een kleine hoeveelheid SF6 vrijkomen uit de windturbines. De effecten op het klimaat hiervan lijken klein ten opzichte van de winst van de verminderde CO2 carbon dioxide (carbon dioxide) uitstoot door het gebruik van windturbines.

Abstract

Wind energy is an important alternative to energy obtained from fossil fuels. In the Netherlands, this energy is generated with onshore and offshore wind turbines. Various materials and chemical substances are used in the production of wind turbines. For example, the protective coating used on the mast and the blades contains various chemicals. These substances, which may be harmful for the living environment, and the microplastics contained in the coating used on the blades, may be worn away by the elements.

As a result, these chemicals are likely to end up in the soil and water. However, we still know little about exactly which substances end up there and how much of each of those substances is released. We need that information in order to determine whether substances from wind turbines are harmful to human health and the environment. It is also important to refine estimates as to the quantities of microplastics being released. More research is needed, therefore.

This was shown by an exploratory study conducted by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) into the release of chemical substances and microplastics from onshore wind turbines. This quick scan was carried out on behalf of the Ministry of Economic Affairs and Climate (EZK).

The coatings may contain chemical substances which are classified as hazardous for human health and/or the environment under European legislation. These substances can be released into the environment with rainwater. Laboratory research into this ”leaching fluid” from coatings used on structures for water and road engineering has demonstrated that the substances can indeed be harmful for organisms and that the harm caused can vary greatly depending on the type of coating. It is still unclear whether this also applies to the runoff from the coatings on wind turbines.

Each wind turbine releases an estimated 3 grammes to 14 kilogrammes of microplastics per year. How much is released depends among other things on whether techniques have been used to reduce wear and tear. It is not currently known to what degree the sector uses such techniques on wind turbine blades in the Netherlands.
RIVM also looked at sulphur hexafluoride (SF6), an insulating gas which is used in the switchgear of wind turbines to mitigate arcing. SF6 is a greenhouse gas and is subject to strict legal regulations aimed at reducing emissions. If a leak occurs, wind turbines can be expected to release small quantities of SF6. The effects of this on the climate appear to be small compared to the benefits of lower CO2 emissions due to the use of wind turbines.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM