Go to abstract

Samenvatting

De diagnose en behandeling van een aantal levensbedreigende aandoeningen is sterk verbeterd door CT-scans en andere vormen van radiodiagnostiek. Hierdoor neemt de stralingsbelasting door medische diagnostiek jaarlijks met enkele procenten toe. De Inspectie voor de Gezondheidzorg heeft het RIVM daarom gevraagd in kaart te brengen welke patiëntengroepen hierdoor relatief meer risico lopen op nadelige gezondheidseffecten. Ook is gevraagd hoe daar in Nederland mee wordt omgegaan. Uit literatuuronderzoek blijkt dat patiënten met tumoren, hartvaatziekten en longziekten, die regelmatig op deze wijze worden onderzocht, in totaal relatief hoge doses ontvangen door de opeenstapeling van behandelingen. Daarnaast is de blootstelling van kinderen een aandachtspunt, omdat zij extra gevoelig zijn voor ioniserende straling. Experts die voor dit onderzoek zijn geraadpleegd geven aan dat Nederlandse radiologen doordrongen zijn van de noodzaak de stralingsdosis zo laag mogelijk te houden, zeker bij kinderen. Zij worden daarin ondersteund door protocollen, richtlijnen en duidelijke afspraken binnen de beroepsgroep. Het RIVM adviseert om de relevante wetenschappelijke verenigingen te betrekken bij de vraag of er nog verbetering mogelijk is. Het is raadzaam om daarbij de aanbevelingen te gebruiken uit het rapport 'Management van de patiëntdosis in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Mogelijkheden voor verbetering' van het RIVM uit 2012.

Abstract

CT-scans and other radiologic imaging studies have become increasingly important in the diagnosis and treatment of several life threatening diseases. This is one of the main reasons that the average radiation dose from diagnostic imaging is increasing yearly. Hence the Health Care Inspectorate has asked RIVM to give an overview of patient groups who are at a relatively high risk for adverse health effects. The Inspectorate also wanted to know how this issue is dealt with in The Netherlands.

A literature survey showed that patients with tumours, circulatory disease and lung disease, who are regularly subjected to radiodiagnostic studies, receive relatively high total doses from the combined treatments. Apart from that, the exposure of children is a point of concern as they are more sensitive to radiation.

The experts that have been consulted state that Dutch radiologists are aware of the need to restrict the radiation dose, particularly in children. Guidelines and protocols support this, as well as professional procedures.

RIVM recommends to consult the scientific bodies that represent the specialists, to find out if improvements in this are at all possible. In addition it seems wise to use the recommendations from RIVM-report 'Management of the patient dose in the Netherlands and in the United Kingdom' (2012).

Resterend

Grootte
255KB