- Publicatiedatum
- 12/12/2013
Samenvatting
De klimaatverandering zal naar verwachting de komende decennia in Nederlandse steden meer perioden van hitte en droogte veroorzaken. Ook zullen intensievere regenbuien optreden die wateroverlast met zich meebrengen. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat sommige Europese steden effectief beleid hebben ontwikkeld voor de aanleg van parken, groenstroken en stadslandbouw in de stad om deze effecten te verminderen. Dit beleid wordt echter vaak 'ad-hoc' en geïsoleerd geïmplementeerd. Landen en steden zouden meer van elkaars ervaringen kunnen leren. Het onderzoek geeft een overzicht van wat steden zelf rapporteren als lokale en gemeenschappelijke succesfactoren voor groene ruimte en stadslandbouw. Op basis daarvan schetst het RIVM hoe de Nederlandse overheid, lokale overheden, burgers en marktpartijen effectief kunnen werken aan (meer) groen in de stad. In Duitsland bijvoorbeeld heeft nationale regelgeving voor het behoud van natuur het voor lokale overheden gemakkelijker gemaakt om groenmaatregelen te implementeren. Een goede samenwerking tussen lokale overheid, burgers, en soms ook private partijen, die wordt bekrachtigd door bindende afspraken, blijkt een andere succesfactor bij de aanleg van groen in steden. De aanleg van groen is in Freiburg, Berlijn, Faenz, Malmö, Linz en London gestimuleerd door groenaanleg op te nemen in bestemmingsplannen, de bouw van duurzame wijken of contracten tussen de gemeente en woningbouwcorporaties. In Manchester, Lyon en Parijs is actief ingezet op stadslandbouw, als onderdeel van groenbeleid of om gezond, duurzaam geproduceerd voedsel voor iedereen beschikbaar te stellen. Vaak waren er triggers om deze veranderingen door te voeren, zoals de hereniging in Berlijn, de Olympische Spelen in Londen en de voorspelde toekomstige wateroverlast in Malmö. Overheden kunnen groenbeleid stimuleren door te faciliteren dat partijen die betrokken kunnen zijn bij de implementatie ervan kennis, informatie en ervaringen uitwisselen.
Abstract
In the decades to come, Dutch cities are expected to experience more periods of prolonged heat and drought as a result of climate change. Similarly, rainfall is likely to be more intense, giving rise to localised flooding. Some cities have already developed an effective strategy which provides for the introduction of parks, open areas and urban agriculture to mitigate these effects. However, such policy is often implemented in isolation and on an ad hoc basis. Countries and cities can learn much from each other's experiences. This report sets out the self-reported local and shared success factors in the introduction of green space and urban agriculture from a number of European cities. RIVM describes opportunities for the Dutch government, local authorities, market parties and individuals which emulation of the successful approaches may represent.
In Germany, for example, we see that national legislation intended to promote nature conservation has made it easier for local authorities to implement 'greening' measures. Good cooperation between local authorities and the general public (and in some instances private sector organizations) is a further success factor, particularly when backed by binding agreements. In Freiburg, Berlin, Faenza, Malmö, Linz and London, the introduction of (more) greenery has been promoted by including minimum requirements for green space in zoning plans, through housing development projects which devote considerable attention to sustainability, and by means of formal contracts between local authorities and housing corporations. In Manchester, Lyon and Paris, urban agriculture has been adopted as a component of green policy and as a means of ensuring a constant supply of healthy and sustainably produced food for everyone. In many cases, such changes were prompted by specific 'triggers': reunification in Berlin, the Olympic Games in London, and the on-going risk of flooding in Malmö. One opportunity for the government is to stimulate the implementation of green space policies by facilitating exchange of knowledge and experiences between different stakeholders.
Overig
- Grootte
- 1.25MB