Quality indicators for down-, edwards- and patausyndrome screening laboratory in the Netherlands, 2018

Quality indicators for down-, edwards- and patausyndrome screening laboratory in the Netherlands, 2018

Go to abstract

Samenvatting

De kwaliteit van de eerste trimester combinatietesten op down-, edwards- en patausyndroom voldeed in 2018 aan de gestelde eisen. Dit blijkt uit een evaluatie van het RIVM. Het RIVM bewaakt de kwaliteit van de combinatietest in de opdracht van het ministerie van VWS. Sinds 1 januari 2007 kunnen alle zwangere vrouwen in Nederland laten onderzoeken welke kans zij hebben op een kind met het syndroom van Down. Later zijn hier de syndromen van Edwards en Patau aan toegevoegd. De combinatietest bestaat uit een bloedonderzoek bij de zwangere en een nekplooimeting via een echo bij de foetus. Een laboratorium voert alle bloedanalyses voor de combinatietest uit. De kansberekening op basis van die bloedanalyse en de nekplooimeting kan óf door het laboratorium óf door een deel van de echocentra in Nederland worden uitgevoerd. In 2018 is voor 44 procent van het totaal aantal combinatietesten de kans in het laboratorium berekend. Sinds april 2017 voert alleen het Star-shl laboratorium in Rotterdam de bloedonderzoeken uit omdat het aantal combinatietesten is afgenomen. Dit komt doordat zwangeren sindsdien ook op een andere manier de kans op de drie syndromen kunnen laten onderzoeken, namelijk met de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT). In 2018 zijn in totaal 4445 combinatietesten uitgevoerd: 2,6 procent van de zwangere vrouwen liet dat jaar een combinatietest uitvoeren. Het aandeel zwangere vrouwen dat volgens de screeningtest een verhoogde kans heeft op een kind met het syndroom van Down is 4,45 procent, op edwardssyndroom 0,87 procent en op patausyndroom 0,49 procent.

Abstract

The Quality of the first trimester combined test for down-, edwards- and patausyndrome was in line with the quality requirements in 2018. These are the findings of an assessment by RIVM. The RIVM ensures the quality of the combined test commissioned by the Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport.

Since 1 January 2007, pregnant women in the Netherlands can choose to investigate their probability of having a child with downsyndrome. Later edwards- and patausyndrome were added. The combined test consists of blood analyses from the pregnant woman and nuchal translucency by ultrasound from the fetus.

One laboratory performs all the blood analyses of the first trimester combined test. The risk calculation based on the blood analysis and the nuchal translucency measurement was carried out either by the laboratory or by some of the ultrasound scanning centres in the Netherlands. In 2018, 44 percent of the total number of combined tests was calculated in the laboratory .

Since April 2017, Star-shl laboratory in Rotterdam is the only laboratory performing the blood analyses of the combined test, due to the reduction of number of combined tests. The reduction is explained by the fact that, since then, pregnant women are offered an alternative test to examine the risk on the three syndromes examined, the Non-Invasive Prenatal Test (NIPT).

In 2018, a total of 4445 first trimester combined tests were carried out, which means that 2.6 per cent of pregnant women opted for the test in 2018. The proportion of pregnant women who, according to the screening test, had an increased risk of having a child with downsyndrome was 4.45 percent, with edwardsyndrome 0.87 percent and with patausyndrome 0.49 percent.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
1092 kb