Go to abstract

Samenvatting

In de huidige toelatingsbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen worden effecten beoordeeld op basis van de werkzame stoffen die er in zitten. Er wordt daarbij geen rekening mee gehouden dat er meerdere gewasbeschermingsmiddelen, met andere werkzame stoffen, bij dezelfde teelt worden gebruikt. Dit onderzoek verkent drie mogelijkheden om hier in de toekomst wel rekening mee te houden, gericht op de risico's voor oppervlaktewater. De onderzochte methoden blijken deze 'meervoudige stress' te kunnen meenemen. Wel is meer onderzoek nodig om na te gaan of deze methoden toereikend zijn. Voor dit onderzoek zijn met de drie methoden realistische scenario's van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen binnen een groeiseizoen voor een knolgewas en een fruitteeltgewas doorgerekend. De methoden nemen de effecten mee die de verschillende middelen hebben op de organismen in de nabijgelegen sloot. Een van de methoden telt toxiciteitsindexen bij elkaar op (de Toxic Unit-methode, TU), een andere houdt rekening met verschillen in gevoeligheid van soorten organismen voor het bestrijdingsmiddel (de toxisch druk-methode, msPAF) en de derde methode berekent effecten op en het herstel van een gevoelig waterorganisme (het MASTEP-populatiemodel voor de waterpissebed). De TU-methode is het meest vergelijkbaar met de huidige toelatingsbeoordeling. Bij alle drie de methoden blijkt dat enkele stoffen een groot deel van het totaal berekende effect bepalen. De TU-methode en de toxische druk- methode (msPAF) blijken nuttig om deze werkzame stoffen te bepalen. Met deze werkzame stoffen zijn vervolgens de MASTEP-berekeningen uitgevoerd. Uit de MASTEP-berekeningen blijkt dat de periode die de waterpissebed nodig heeft om te herstellen van het effect van de middelen niet of nauwelijks langer duurt als meerdere middelen tegelijk worden gebruikt. Dit resultaat geldt voor waterorganismen die als overlevingsstrategie hebben dat ze veel nakomelingen produceren. Het verdient aanbeveling de MASTEP- berekeningen ook uit te voeren voor organismen met andere overlevingsstrategieën. EFSA (European Food Safety Authority) zoekt momenteel naar mogelijkheden om richtlijnen en instrumenten te ontwikkelen voor het beoordelen van de risico's van gecombineerde blootstelling van mens en milieu aan meerdere werkzame stoffen. Dit rapport kan hieraan bijdragen.

Abstract

Current risk assessment of plant protection products is performed on a formulated-product-by-formulated-product basis and does not take into account the fact that products may be mixed and/or that different products are used sequentially within a growing season. This report evaluates three possibilities for taking these aspects into account in the future that target the risks for surface water. The investigated methods have been shown to be able to take 'multiple stresses' into consideration. Further investigation is needed to check if these methods are sufficient.

In this report, three different methods were used to assess the multiple stresses caused by parallel and sequential applications of plant protection products according to realistic application scenarios during the growing season of a tuber crop and an orchard crop. The methods show the effects of the different products on the organisms living in a ditch at the edge of a field. The first method used is the so-called Toxic Unit method, in which the contributions of the individual substances to the overall toxicity are summed and the maximum in time is calculated. The second method, the mixture toxic pressure method (msPAF), calculates the potentially affected fraction of aquatic organisms, taking into account differences in the sensitivity of the organisms to the various substances. The third method, the MASTEP population model, calculates the time necessary for a sensitive aquatic organism (an aquatic isopod) to recover from its exposure to the various substances. The Toxic Unit method (TU) is the one most comparable to the current authorization assessment.

All three methods show that a few substances determine a large part of the calculated total effect. The TU-method and the mixture toxic pressure (msPAF) method are useful in identifying these active substances. These selected substances were then used in the MASTEP calculations. The MASTEP method, using Asellus aquaticus as indicator species, did indicate no or hardly any longer recovery times for the multiple applications in comparison with those calculated for the individual pesticide applications. This result applies to species with a high number of offspring. It is recommended that the MASTEP method is used with water organisms that have other survival strategies.

At the moment, EFSA (European Food Safety Authority) undertakes activities to develop tools and guidance to assess the human and ecological risks of combined exposure to multiple active substances. This report can contribute to these activities.

Overig

Grootte
1.48MB