Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland. Surveillance en ontwikkelingen in 2023-2024

Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland. Surveillance en ontwikkelingen in 2023-2024

Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM houdt elk jaar bij hoeveel mensen een ziekte krijgen waartegen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma)) vaccineert. In 2023 kregen in Nederland meer mensen zo’n ziekte dan tijdens de coronapandemie van 2020-2022. Dit komt doordat de coronamaatregelen in het voorjaar van 2022 zijn opgeheven, zoals afstand houden.

Een aantal ziekten die in 2022 weinig voorkwamen, waren in 2023 vaker te zien. Dat zijn difterie (14), bof (91) en kinkhoest (2.894). Het aantal gevallen van mazelen (7) was vergelijkbaar met 2022 maar nam toe in 2024. Ook zette de stijging van het aantal kinderen met kinkhoest en bof die sinds 2023 te zien is, door in 2024. Het aantal mensen met invasieve meningokokkenziekte (126) was hoger dan in 2022, maar nog iets lager dan voor de coronapandemie.

Het aantal meldingen van Haemophilus influenzae type B (Hib haemophilus influenzae type b (haemophilus influenzae type b)) was in 2023 iets lager dan in 2020-2022. Het aantal kinderen jonger dan 5 jaar dat ernstig ziek werd van Hib steeg sinds 2012 tot en met 2022, maar lijkt in 2023 gelijk te zijn gebleven. Net als in 2022 waren er in 2023 geen mensen met rodehond. Ook waren er geen mensen met polio en had een vergelijkbaar aantal tetanus (5), invasieve pneumokokkenziekte (2.244) en chronische hepatitis B (834).

In 2023 zijn zo’n 1,3 miljoen kinderen tot 18 jaar gevaccineerd via het RVP. Zij kregen in totaal ruim 2,8 miljoen vaccinaties. Ook hebben meer dan 100.000 zwangeren zich tegen de griep en/of kinkhoest laten vaccineren; deze vaccinaties beschermen de baby de eerste maanden na de geboorte tegen de griep en kinkhoest. In totaal zijn ruim 125.000 vaccinaties aan zwangeren gegeven.

Vanaf 1 januari 2024 krijgen baby’s een vaccin tegen het rotavirus wanneer zij 6 tot 9 weken oud zijn. Als ze 3 maanden oud zijn, krijgen ze er nog een. Ook krijgen baby’s die na 1 januari 2024 zijn geboren de vaccinaties tegen onder andere kinkhoest en pneumokokken een maand later: met 12 maanden in plaats van met 11 maanden. Dit is een aanpassing van het vaccinatieschema om kinderen nog beter te beschermen. Meer aanpassingen volgen in 2025.

Vaccineren tegen de ziekte COVID-19 werkt goed om te voorkomen dat mensen er ernstig ziek van worden of aan overlijden. Wel neemt dit beschermende effect langzaam af. De booster- en herhaalvaccinaties zorgen ervoor dat de bescherming weer toeneemt.

Abstract

Every year, the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) tracks how many people fall ill due to a disease that is included in the National Immunisation Programme (NIP). In 2023, more people in the Netherlands contracted such a disease than in the COVID-19 pandemic years of 2020–2022. This is because COVID-19 control measures, such as social distancing, were lifted in spring 2022.

Some diseases that were rare in 2022 became more common in 2023. This was the case for diphtheria (14), mumps (91) and pertussis (whooping cough) (2,894). The number of measles cases in 2023 (7) was similar to 2022, but increased in 2024. The rise in children with pertussis and mumps that started in 2023 continued into 2024. The number of people with invasive meningococcal disease (126) was higher than in 2022, but still slightly lower than before the COVID-19 pandemic.

The number of Haemophilus influenzae type B (Hib) reports was slightly lower in 2023 than in 2020–2022. The number of children younger than 5 years of age who became very ill because of an Hib infection increased from 2012 until 2022, but seemed to stay the same in 2023. As was the case in 2022, no people contracted rubella in 2023. There were also no cases of polio, and the number of cases of tetanus (5), invasive pneumococcal disease (2,244) and chronic hepatitis B (834) were similar.

In 2023, about 1.3 million children up to 18 years of age were vaccinated as part of the NIP. They received a total of over 2.8 million vaccinations. Also, more than 100,000 pregnant people were vaccinated against the flu and/or pertussis. These vaccinations protect their baby in the first few months after birth from flu and pertussis. They received a total of over 125,000 vaccinations.

Starting from 1 January 2024, babies receive a vaccine against the rotavirus when they are 6 to 9 weeks old. They receive another dose at 3 months old. Also, babies born after 1 January 2024 will receive vaccinations against diseases like pertussis and pneumococcal disease one month later than before: at 12 months instead of 11 months. This change in the vaccination schedule aims to offer better protection to children. More changes will follow in 2025.

Vaccination against COVID-19 works well to prevent severe illness and death. However, this protection slowly decreases. Booster and repeat vaccinations increase protection again.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
10.685 kb