Go to abstract

Samenvatting

De ontwikkelingen van energiegebruik en emissies naar lucht tot 2020 zijn geschat voor twee economische scenario's,(Global Economy (GE) met hoge economische groei en "Strong Europe" (SE) met middelmatige groei). Door temperatuurstijging neemt het energiegebruik minder snel toe dan in een situatie zonder temperatuurstijging. In beide scenario's blijft Nederland energie-intensief in vergelijking met andere landen. Het tempo van energiebesparing ligt in beide scenario's op ongeveer 1% en is in de periode tot 2020 ongeveer gelijk aan dat van de afgelopen tien jaar. Door toenemende kosten voor winning en levering van aardgas en elektriciteitsproductie stijgen de energieprijzen voor eindverbruikers licht. Nederland zal meer elektriciteit in eigen land gaan produceren, aangezien het kostenvoordeel van de productie in het buitenland kleiner wordt. Het aandeel duurzame energie, vooral wind en biomassa, groeit sterk onder invloed van beleid, maar de rol blijft bescheiden met een aandeel van 6-9% in het totale binnenlands energiegebruik in 2020. Door de groei nemen de jaarlijkse MEP-subsidies toe tot 0,6 (SE) a 1,5 miljard euro in 2020 (GE). Het Kyoto-doel wordt bereikt in beide scenario's mits de voorziene subsidies van duurzame energie worden gerealiseerd, en het huidige CO2-emissieplafond voor de industrie voor de periode na 2007 wordt vastgesteld op het huidige niveau. Daarnaast is verondersteld dat de overheid de voorgenomen aankoop van buitenlandse emissiereducties via de Kyoto-mechanismen realiseert. Met het vastgestelde beleid dalen de emissies van verzurende emissies (NOx en SO2) onvoldoende om in 2010 te voldoen aan internationale emissieverplichtingen (NEC-doelen). Wanneer de huidige initiatieven van de overheid om de emissies verder te reduceren succesvol zijn, is de kans fifty fifty dat de doelen wel worden gerealiseerd. Voor NH3 en NMVOS is het nog onzeker of aan de NEC-verplichting kan worden voldaan. Dit hangt onder meer af van nieuwe inzichten in de NH3-emissie bij mestaanwending en de NMVOS-emissie bij de koude start van benzineauto's.

Abstract

The Reference Projection 2005-2020 covers the future development of Dutch energy use, greenhouse gas emissions and air pollution up to 2020. The Reference projection is based on assumptions regarding economic, structural, technological and policy developments. Two scenarios have been used: the Strong Europe (SE) scenario is characterized by moderate economic growth and strong public responsibility, the Global Economy (GE) scenario assumes high economic growth and has a strong orientation towards private responsibility. Energy consumption continues to grow in both scenarios and energy intensity is declining in the GE scenario. Gradual rise of temperature is now included in the estimates for space heating and air conditioning. Energy prices for end users will rise, due to increased imports of natural gas and rising costs of electricity generation. The share of renewables in electricity consumption increases considerably due to subsidies for wind at sea and biomass, up to the target of 9% in 2010. Emissions of non-CO2 greenhouse gases are reduced and stabilise after 2010. The Dutch Kyoto target is met in both scenarios, assuming considerable emission reduction efforts abroad. Acidifying emissions of NOx and SO2 stabilise after reductions, but at levels that exceed their national emission ceiling (NEC). Emissions of volatile organic compounds are projected to fall with approximately 25% between 2002 and 2010 below their NEC. Emissions of ammonia are projected to meet their NEC. The emission of fine particles (PM10) will stabilise at present levels.

Resterend

Grootte
2.3MB