Geografische verschillen en een mondiaal beeld worden goed zichtbaar met behulp van satellietwaarnemingen.

Het RIVM berekent de UV ultraviolet (ultraviolet)-straling op grondniveau met behulp van satellietwaarnemingen van ozon en informatie over bewolking, zoals de bedekkingsgraad, optische dikte of totale reflectie. Satellieten leveren vrij nauwkeurig de ozonwaarden. Bewolkingsgevens zijn lastiger te vertalen naar hun effect op de UV-straling op grondniveau. Reflectie gegevens van de wolken leveren tot nu toe de beste resultaten. Het RIVM gebruikt een hoogtekaart en klimatologische gegevens over concentraties van aerosolen en de reflectie van UV-straling door de grond.

Klimatologie Europa

De breedtegraad bepaalt hoofdzakelijk de grootte van de klimatologische UV-jaarsom. Het effect van bewolking daarop is niet meer plaatsafhankelijk, ondanks dat bewolking sterk van plaats tot plaats en van dag tot dag verschilt. Slechts voor een klein aantal gebieden - op de breedtegraad Zuid-Spanje-Turkije - blijkt er nog wel een afwijking van de Noord-Zuidgradiënt te zijn.

De kaart is gebaseerd op de jaren 1979-2005, en geldig voor de UV-belasting relevant voor het ontstaan van huidkanker.

Klimatologie Mondiaal

Binnen de keerkringen op 23.44oNB, en 23.44oZB is de klimatologische UV-jaardosis groter dan 3 MJ/m2. De hoogste zonnestand, loodrecht boven het aardoppervlak, wordt hier bereikt, en de ozonlaag is bovendien dunner dan op gematigde breedte en vrijwel onafhankelijk van het jaargetijde.

 

Toch liggen de meeste landen met de hoogste UV-jaarsommen, Tsjaad, Soedan, Ethiopië, Somalië en Jemen, net ten noorden van de evenaar. Dit komt omdat in een ruim gebied rond de Sahara de reductie door bewolking vrijwel nihil is (minder dan 10%); de bewolkingsmodificatiefactor is hier groter dan 0.9. In Latijns Amerika en Zuidoost-Azië is de reductie door bewolking op de evenaar aanzienlijk. Daarom valt de UV-jaardosis hier lager uit. Het Andes gebergte heeft de hoogste UV-jaardosis op het Zuidelijk halfrond.


De kaarten zijn gebaseerd op de jaren 1979-2005, en geldig voor de UV-belasting relevant voor het ontstaan van huidkanker.

Toename

De onderstaande kaarten geven de toename in effectieve UV-belasting voor Europa weer. Het gemiddelde van 2003 t/m 2005 is vergeleken met het gemiddelde van 1979 t/m 1981. De toename van de UV-jaarsom blijkt het grootst in het centrale deel van West-Europa, ten zuiden van Nederland. Alle beschikbare satellietbronnen voor ozon zijn gebruikt, TOMS-NIMBUS, EPTOMS, GOME, SCIAMACHY en OMI ozonmeetinstrument (ozonmeetinstrument). Voor de bewolking wordt de TOMS-reflectie dataset gebruikt.

Variatie in de bewolking leidt tot grote verschillen van jaar tot jaar. Dezelfde kaart uitgerekend voor een heldere (wolkloze) hemel laat duidelijker de gevolgen van ozonafbraak zien. Dan ligt Nederland midden in het gebied met de grootste relatieve toename in de UV-jaarsom.