Stefan is bouwvakker en gaat regelmatig langs bij klanten. Dit keer gaat het om het inmeten van een nieuw dakraam. Hiervoor moet Stefan het dak van de woning op. Eenmaal bij de klant aangekomen beseft hij zich dat hij zijn ladder op de zaak heeft laten liggen. Gelukkig is de klant zo vriendelijk om hem een ladder te lenen die hij toevallig nog in de garage heeft staan. Omdat het door de regen vrij glad is en de ladder er toch wat gammel uit ziet, vraagt Stefan of de klant deze voor hem vast wil houden terwijl hij naar boven klimt. Zodra Stefan boven is, wordt de klant naar binnen geroepen door zijn vrouw. Hierdoor is er niemand meer die de ladder vasthoudt. Stefan is zo druk bezig, dat hij dit niet door heeft. Als hij weer op de ladder stapt om naar beneden te gaan, glijdt deze plots onder hem weg. Stefan valt en komt hard op zijn rechterarm terecht. Nadat de erg geschrokken klant Stefan naar het ziekenhuis heeft gebracht, blijkt dat  hij zijn arm op twee plaatsen heeft gebroken. Als gevolg hiervan kan Stefan zeker twee maanden niet werken.

Een medewerker van een aannemersbedrijf is bij een klant op bezoek om wat voorbereidend werk te doen voor een klus. Hiervoor moet de medewerker naar het dak van de woning. Omdat hij geen ladder bij zich heeft, leent hij deze van de eigenaar van het pand. Ook biedt de eigenaar aan om de ladder voor hem vast te houden, waardoor hij veilig het dak op kan. Bij het weer afdalen van de ladder blijkt echter dat de eigenaar is weggelopen om iets anders te gaan doen. De medewerker is hiervan niet op de hoogte is. Door de gladde ondergrond glijdt de ladder onder de medewerker weg en valt hij hard op de grond. Hij breekt zijn arm en kan enkele maanden zijn vak niet uitoefenen.