Ringworm is een infectie van de huid. Mensen krijgen ringworm door een schimmel.
Ringworm heet zo omdat de plekjes de vorm van een ring hebben.
Ringworm komt regelmatig voor, vooral bij jonge kinderen. Ook huisdieren kunnen ringworm krijgen.
- Op de huid of op het hoofd komen ronde plekken met schilfers. De ronde plekken zijn ongeveer 1 centimeter groot. Er zit een donkere rand aan de buitenkant van de plek.
- De plekken worden langzaam twee keer zo groot en jeuken soms.
- De plekken kunnen dikker worden en er kan vocht uitkomen.
- Als de schimmel op het hoofd zit, breken de haren af. Daardoor komen er kale plekken. Worden de plekken op het hoofd niet behandeld, dan kunnen ze kaal blijven.
De schimmel zit op de huid, haren en huidschilfers van een mens of een dier met ringworm. Mensen en dieren kunnen elkaar besmetten. Dit kan zolang de schimmelplekken niet behandeld worden.
Ringworm kan je krijgen door:
- contact met de besmette huid van een mens of dier met ringworm,
- contact met huidschilfers van een mens of dier met ringworm. De huidschilfers liggen op de grond, op de bekleding van stoelen of in de slaapplaats van dieren,
- het samen gebruiken van kleren, petten, mutsen en hoofddoeken,
- het samen gebruiken van kammen, haarborstels, haarspeldjes of tondeuse,
- het samen gebruiken van knuffels, handdoeken en beddengoed.
De tijd tussen besmet raken en klachten krijgen is 10 dagen tot 3 weken.
Iedereen kan ringworm krijgen, vooral kinderen.
Mensen met minder afweer tegen ziektes kunnen sneller ringworm krijgen. De klachten kunnen dan ook erger zijn.
Ringworm is moeilijk te voorkomen. Wat moet je doen als iemand ringworm heeft?
- Draag alleen je eigen kleren, pet, muts of hoofddoek.
- Gebruik alleen je eigen kam, borstel, haarspeldjes en andere spullen voor het haar. Leer dit ook aan uw kinderen.
- Maak kammen, haarborstels en tondeuse na gebruik goed schoon, het liefst met 70% alcohol. Dit kun je kopen bij de drogist.
- Neem tafels, stoelleuningen en vloeren af met een natte doek. Maak ze daarna droog.
- Was verkleedkleren en knuffels op 60 graden.
- Laat kinderen geen verkleedkleren aandoen totdat bij iedereen de klachten over zijn.
- Was je handen regelmatig met water en zeep.
Handen wassen doe je zo:
- Maak de handen goed nat onder stromend water.
- Neem wat vloeibaar zeep uit een pompje.
- Wrijf de handen over elkaar. Zorg dat er zeep op de binnenkant en buitenkant van de handen zit. Wrijf goed alle vingertoppen in. Vergeet de duimen niet. Wrijf ook tussen de vingers.
- Spoel de zeep goed af, onder stromend water.
- Droog de handen goed af aan een schone handdoek of aan een papieren handdoek (keukenrol).
Zie ook de film 'Handen wassen - Doe het goed en vaak' van het RIVM.
En verder is het belangrijk om op het volgende te letten:
- Krijgt je huisdier kale plekken in de vacht? Of krabt het zich veel? Ga dan met je dier naar de dierenarts. De dierenarts kan kijken of het een schimmelinfectie heeft. Het huisdier kan dan ook behandeld worden.
- Krijgt iemand anders in het gezin ook klachten? Ga dan naar de huisarts.
Ringworm is goed te behandelen met zalf of tabletten. De huisarts schrijft deze voor.
Maak de kuur helemaal af, ook al zijn de klachten al over! Als je zalf gebruikt, blijf dan smeren tot een week nadat er niets meer te zien is op de huid. Bij een te korte behandeling kan de schimmel overleven en kunt u opnieuw klachten krijgen.
Krijgt een kind een behandeling met zalf of tabletten via de huisarts? Dan kan het naar een kindercentrum of school. Ringworm is al besmettelijk voordat iemand klachten krijgt. Thuisblijven helpt niet om te voorkomen dat anderen ziek worden.
Heeft je kind ringworm? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van ringworm bij hun kind. Soms zijn extra maatregelen op school of kindercentrum nodig.
Wordt een volwassene met ringworm behandeld? Dan mag hij gewoon werken.
Heb je meer vragen over ringworm?
Vraag het de GGD-afdeling Infectieziekten of de huisarts.