Waarom moeten de rubberen valdempingstegels aan de norm voor consumentenproducten doen en rubbergranulaat niet?

Dit heeft een juridische achtergrond. Rubberen valdempingstegels zijn consumentenproducten, en rubbergranulaat wordt gezien als een mengsel van stoffen, waarvoor andere normen gelden. Het RIVM adviseert om de norm voor rubbergranulaat bij te stellen naar een norm die dichter in de buurt ligt norm voor consumentenproducten.

Is het nu veilig om op rubberen valdempingstegels te spelen?

Op basis van de uitgevoerde berekeningen kan worden geconcludeerd dat het verantwoord is om op tegels te spelen die voldoen aan de norm voor consumentenproducten. De samenstelling van rubberen tegels zoals deze worden verkocht of aanwezig zijn in speeltuinen, is niet onderzocht. Het uitgevoerde onderzoek is een theoretisch onderzoek naar de norm voor PAK Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen)’s in rubberen tegels.

De norm is in 2015 aangescherpt voor alle consumentenproducten die rubber bevatten. Hoe zit het met oudere rubberen valdempingstegels?


In dit onderzoek is niet de samenstelling van rubberen valdempingstegels onderzocht.

Voldoen de huidige tegels aan de norm?

Dit is een theoretisch onderzoek. In dit onderzoek is niet de samenstelling van rubberen valdempingstegels onderzocht.

Waarom is dit onderzoek uitgevoerd, als de samenstelling van de tegels in Nederland niet is onderzocht?

De norm voor consumentenproducten is in 2015 aangescherpt. Het RIVM heeft berekend wat de gezondheidsrisico’s voor spelende kinderen zijn wanneer de rubbertegels de maximaal toegestane hoeveelheid PAK’s bevat. Bij het vaststellen van deze norm is afgesproken dat hij in 2017 door de Europese Commissie wordt geëvalueerd. De RIVM berekening van gezondheidsrisico’s van de valdempingstegels die aan de norm voldoen kan een bijdrage leveren aan deze evaluatie.

Hoe is het risico berekend van kankerverwekkende stoffen van de tegels?

In het algemeen worden de risico’s van de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen uitgedrukt in het extra aantal mensen dat kanker krijgt per miljoen blootgestelden; de term ‘extra’ wordt gebruikt omdat mensen ook zonder blootstelling aan deze stoffen het risico lopen om kanker te krijgen. Een extra risico van 1 op de miljoen blootgestelde mensen wordt bij de risicobeoordeling van kankerverwekkende stoffen als verwaarloosbaar beschouwd.

Vanwege de onzekerheden over de blootstelling, wordt het berekende ‘extra risico’ op kanker door de blootstelling aan rubberen tegels weergegeven met een bandbreedte, dus tussen twee uiterste waarden. In het ongunstigste geval wordt het verwaarloosbare risiconiveau licht overschreden.

De NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) heeft in 2014 een advies gemaakt over rubbertegels en concludeert dat de toekomstige REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals)-norm van 1 of 0,5 mg/kg kilogram (kilogram) adequaat is. Waarom heeft het RIVM een nieuwe risicobeoordeling gedaan? 

Het NVWA advies is gebaseerd op een RIVM-beoordeling van 2013. Deze is gemaakt naar aanleiding van een incident. In die beoordeling is uitgegaan van een blootstellingsperiode van 6 maanden. De risicobeoordeling die nu is opgesteld gaat uit van een blootstellingsperiode van 11 jaar.  De beide beoordelingen hebben een wezenlijk verschillend uitgangspunt. Bij een incident wordt de schadelijkheid van de aangetroffen situatie beoordeeld, met het oog op eventueel direct te nemen maatregelen ter bescherming van de gezondheid of om verdere schade te beperken. Bij de beoordeling van een veilige norm wordt gekeken naar de bescherming van de gevoeligste groepen van de bevolking, waarbij ook de uitschieters (bijvoorbeeld 11 jaar buitenspelen op rubbertegels) beschermd zijn. Dit is dus de andere kant van het spectrum: bij welke concentratie zijn we er zeker van dat er geen schade optreedt.