Waterpokken is een zeer besmettelijke ziekte en komt vooral voor bij kinderen. Meestal is waterpokken niet gevaarlijk, maar sommige mensen kunnen er wel erg ziek van worden. Mensen die een groter risico lopen op ernstige ziekte door waterpokken, kunnen zich op eigen verzoek laten vaccineren.
Welke vaccins zijn er tegen waterpokken?
In Nederland zijn er drie vaccins tegen waterpokken geregistreerd:
- Provarivax (bekijk bijsluiter(PDF)): geschikt voor personen vanaf 12 maanden.
- ProQuad (bekijk bijsluiter(PDF)): geschikt voor personen vanaf 12 maanden. Beschermt ook tegen bof, mazelen en rodehond.
- Priorix-Tetra (bekijk bijsluiter(PDF)): geschikt voor kinderen vanaf 11 maanden tot en met 12 jaar. Beschermt ook tegen bof, mazelen en rodehond.
Alle drie de vaccins mogen onder speciale omstandigheden gegeven worden aan kinderen vanaf 9 maanden. De vaccins ProQuad en Priorix-Tetra beschermen ook tegen bof, mazelen en rodehond. Deze vaccins zijn niet zinvol als uw kind hiertegen al is gevaccineerd via het Rijksvaccinatieprogramma. Een vaccin dat alleen tegen waterpokken beschermt, is dan beter geschikt.
Houd er rekening mee dat wanneer een vaccin geregistreerd is, dit niet automatisch betekent dat het ook verkrijgbaar is in Nederland.
De Gezondheidsraad heeft in 2020 geadviseerd om in Nederland waterpokkenvaccinatie niet op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Op de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) is de situatie rondom waterpokken anders dan in Nederland. Daarom zit waterpokkenvaccinatie daar wel in het Rijksvaccinatieprogramma.
In Nederland kunt u uzelf of uw kind op eigen verzoek laten vaccineren. Hiervoor betaalt u zelf de kosten.
Voor wie kan een vaccinatie tegen waterpokken nuttig zijn?
Omdat waterpokken zo besmettelijk is, hebben de meeste mensen die in Nederland zijn geboren het al als kind gehad. De meeste kinderen worden hier niet erg ziek van. Volwassenen die nog nooit waterpokken hebben gehad, kunnen erger ziek worden van waterpokken. Vooral bij zwangere vrouwen gebeurt dit vaak. Daarom kan vaccinatie nuttig zijn voor mensen die nog nooit waterpokken hebben gehad en een hoger risico hebben hier erg ziek van te worden, Bijvoorbeeld:
- volwassenen die nog nooit waterpokken hebben gehad en werken met kinderen
- kinderen ouder dan 12 jaar die nog nooit waterpokken hebben gehad
- Vrouwen met een zwangerschapswens die nog nooit waterpokken hebben gehad
Wie kunnen zich NIET tegen waterpokken laten vaccineren?
Het waterpokkenvaccin is niet geschikt voor zwangeren en mensen met een ernstig verzwakt immuunsysteem. Dat komt omdat er in het virus een verzwakte versie zit van het virus dat waterpokken veroorzaakt. Gezonde mensen worden hier niet ziek van, maar krijgen wel een betere afweer. Zwangeren en mensen met een immuunstoornis kunnen hier mogelijk wél ziek van worden.
Hoe goed werkt het vaccin tegen waterpokken?
Het waterpokkenvaccin werkt zeer goed. Voor de beste bescherming krijgt u of uw kind twee prikken. De tweede prik krijgt u of uw kind enkele weken tot maanden na de eerste. Hoe lang deze periode precies is, hangt af van het type vaccin en de leeftijd van het kind. Er is een kleine kans dat iemand die is gevaccineerd tegen waterpokken, alsnog waterpokken krijgt. Maar de kans op ernstige klachten is dan veel kleiner dan wanneer iemand niet gevaccineerd is.
Hoe goed een prik werkt, wordt ook wel de effectiviteit van de vaccinatie genoemd. Om dat te bepalen, wordt er een vergelijking gemaakt tussen mensen die wel en niet zijn gevaccineerd. De effectiviteit van een vaccinatie is nooit 100%. Dat komt doordat er altijd mensen zijn die niet of niet genoeg op de vaccinatie reageren.
Wanneer mensen tegen waterpokken zijn gevaccineerd met één prik, dan heeft het vaccin een effectiviteit van 81%. Van de groep gevaccineerde personen krijgen dan 81% minder mensen waterpokken dan mensen die niet zijn gevaccineerd. Bij vaccinatie met twee prikken is de effectiviteit 92%.
Personen die twee vaccinaties hebben gehad, zijn na veertien jaar nog steeds goed beschermd. Dat is duidelijk geworden uit onderzoek, De effectiviteit van het vaccin is na deze periode nog 90%. Of er na deze veertien jaar een herhaalvaccinatie nodig is, is nog niet bekend.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen van vaccinatie tegen waterpokken?
De vaccins tegen waterpokken zijn veilig. Wel kunnen ze milde bijwerkingen geven. Dat is normaal en komt bij alle vaccinaties voor. Denk aan roodheid, pijn en zwelling op de plek waar is geprikt. Daarnaast zijn de meest voorkomende bijwerkingen:
- koorts
- geïrriteerd gedrag op de dag na vaccinatie (bij kleine kinderen)
- huiduitslag
Heel soms kunnen er ook huidafwijkingen ontstaan die lijken op waterpokken. In zeldzame gevallen kunnen deze huidafwijkingen besmettelijk zijn voor niet-gevaccineerde personen die nooit waterpokken hebben gehad. Dit kan vooral gevaarlijk zijn voor mensen die erg ziek kunnen worden van waterpokken. Denk bijvoorbeeld aan zwangere vrouwen en mensen met een immuunstoornis. Daarom is het verstandig om in de eerste zes weken na de inenting zoveel mogelijk uit de buurt te blijven van deze personen.
Bekijk voor een volledig overzicht van de bijwerkingen de bijsluiter van het vaccin. Of bezoek de website van Bijwerkingencentrum Lareb voor meer informatie.
Wordt vaccinatie tegen waterpokken vergoed?
Vaccinatie tegen waterpokken wordt alleen voor mensen uit medische risicogroepen vergoed. U heeft hiervoor een artsenverklaring nodig. Wilt u uzelf of uw kind om andere redenen laten vaccineren tegen waterpokken? Dan betaalt u dit zelf.
Waar kan ik een vaccinatie tegen waterpokken krijgen?
Wilt u uw kind of uzelf laten vaccineren tegen waterpokken? Overleg dan eerst met uw huisarts of dat op dit moment nodig en mogelijk is. De vaccinatie krijgt u bij de (huis)arts, de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) of een vaccinatiecentrum.
Meer informatie
Hoe werkt een inenting?
(Beeldtitel: Hoe werkt een inenting? Een animatie.)
STILTE
RUSTIGE MUZIEK
VOICE-OVER: Bacteriën en virussen daar kun je ziek van worden.
Krijg je een ziekte, zoals bijvoorbeeld mazelen dan bouw je afweer op, zodat je die ziekte niet nog een keer krijgt.
Met een inenting bouw je afweer op zonder eerst ziek te worden.
Een vaccin bestaat uit verzwakte of kleine deeltjes van virussen of bacteriën.
Je lichaam maakt hiertegen antistoffen aan.
Als je in de toekomst in aanraking komt met de echte virussen of bacteriën dan herkent je lichaam die en worden snel extra antistoffen aangemaakt.
Je wordt dan niet of veel minder ziek.
Soms zijn daar meerdere inentingen voor nodig.
De virussen of bacteriën in een vaccin zijn dood of zo zwak dat je de ziekte niet echt krijgt.
Soms kun je bijwerkingen krijgen na een inenting bijvoorbeeld een pijnlijke arm of koorts.
Deze klachten verdwijnen meestal na een of twee dagen.
Daarna ben je beter beschermd tegen de ziekte.
(Beeldtekst: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. rijksvaccinatieprogramma.nl.)