Serologisch onderzoek en mazelenuitbraken onder vluchtelingen elders in Europa wijzen op onvoldoende bescherming van asielzoekers tegen mazelen en andere ziektes waartegen gevaccineerd kan worden. Asielzoekerskinderen tot 19 jaar krijgen in Nederland de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma aangeboden. Om na te gaan hoe goed volwassen asielzoekers beschermd zijn, startte in de zomer van 2016 een serologisch onderzoek in drie asielzoekerscentra. De resultaten kunnen worden gebruikt als input voor het vaccinatiebeleid in Nederland. We beschrijven de ervaringen met de opzet en uitvoering van dit onderzoek.

content

Auteur:s: M.Curvers, A. Tostmann, J.L.A Hautvast, W.L.M. Ruijs, H.E. de Melker, F. van der Klis, G. Freidl, I.K. Veldhuijzen

Infectieziekten Bulletin: november 2016, jaargang 27, nummer 9

Aanleiding

Op 1 juli 2016 waren er rond de 37.000 personen in de asielopvang. Hiervan komt bijna de helft uit Syrië, gevolgd door Eritrea, Irak, Afghanistan en Iran. Veel asielzoekers werden tijdens hun reis naar Nederland blootgesteld aan slechte levensomstandigheden en hygiëne. Bovendien leven ze in de asielzoekerscentra dicht op elkaar. Die omstandigheden verhogen de kans om infectieziekten op te lopen. In Nederland worden asielzoekers gescreend op tuberculose, en indien nodig op scabiës, en worden uitbraken van bijvoorbeeld scabiës, waterpokken of hepatitis A bestreden na melding aan de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). De infectierisico’s lijken beperkt en beheersbaar. (1) Recente uitbraken van mazelen in asielzoekersopvangcentra in Duitsland en Frankrijk laten echter zien dat de mate van bescherming tegen mazelen onder asielzoekers waarschijnlijk te laag is voor groepsimmuniteit. (2,3) In Duitsland bleek uit serologisch onderzoek onder volwassen asielzoekers een relatief lage seroprotectie is tegen mazelen (79.9%), terwijl dit boven de 94% moet zijn voor groepsimmuniteit. (2) Inzicht in de bescherming van asielzoekers in Nederland tegen de ziekten uit het Rijksvaccinatieprogramma ontbreekt.

Het ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control ) (European Centre for Disease Prevention and Control) geeft de aanbeveling de vaccinatiestatus van alle asielzoekers vast te stellen en de vaccinaties volgens het landelijke programma aan te bieden. (4) Dat gebeurt in Nederland bij asielzoekers tot 19 jaar. (5) Volwassen asielzoekers krijgen geen vaccinaties aangeboden, omdat men veronderstelt dat zij meestal immuun zijn door natuurlijke infectie of vaccinaties in het verleden. In dit onderzoek willen we nagaan wat de bescherming is van volwassen asielzoekers tegen verschillende door vaccinatie te voorkomen ziekten. Hiermee kunnen we onderzoeken of vaccinaties voor volwassen asielzoekers toch van belang zijn. Om deze reden startte in 2016 een onderzoek vanuit het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) in samenwerking met de Academische Werkplaats AMPHI van het Radboudumc Radboud University Medical Centre (Radboud University Medical Centre) (Radboud universitair medisch centrum) in Nijmegen.

Onderzoeksopzet

Het doel van deze studie is om de seroprevalentie tegen mazelen, bof, rodehond, waterpokken, difterie, tetanus, polio en hepatitis A en B onder volwassen asielzoekers te bepalen. Aangezien kinderen tot 19 jaar onder het vaccinatieprogramma vallen en mensen boven de 45 jaar vaak al immuun zijn door natuurlijke blootstelling in het land van herkomst of door eerdere vaccinaties (2), bestaat de doelgroep uit asielzoekers tussen de 18 en 45 jaar. De herkomst is beperkt tot asielzoekers uit Ethiopië, Eritrea, Irak, Iran, Afghanistan en Syrië. Indeling vindt plaats in landengroepen, te weten [1] Syrië, [2] Iran, Irak en Afghanistan en [3] Eritrea en Ethiopië, waarbij gestreefd wordt naar 300 deelnemers per groep. Vervolgens gaat de voorkeur uit naar een verdere evenwichtige onderverdeling in de leeftijdsgroepen 18-25 jaar, 26-35 jaar en 36-45 jaar met 100 deelnemers per landgroep. Samen met het COA Centraal Orgaan opvang asielzoekers (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) zijn de asielzoekerscentra Dronten, Luttelgeest en Almere vanwege hun grootte uitgekozen om het onderzoek uit te voeren. Studiematerialen zoals uitnodigingsbrieven, vragenlijsten en toestemmingsverklaringen werden opgesteld in de meest gesproken talen (Arabisch, Farsi, Tigrinya en Amhaars). Daarnaast ontvingen de asielzoekers ook een flyer met pictogrammen, zodat ook de mensen die niet kunnen lezen of schrijven geïnformeerd konden worden. Ook zijn in de AZC asielzoekerscentrum (asielzoekerscentrum)’s (asielzoekerscentra) posters opgehangen met de dagen van het onderzoek en wat algemene informatie. Voor het onderzoek is gewerkt met tolken die in de week voor het onderzoek een training kregen. Antistofbepalingen worden uitgevoerd volgens de PIENTER-onderzoeksmethoden.

Dataverzameling

Asielzoekers moeten zich wekelijks verplicht melden bij de vreemdelingenpolitie en het COA op het AZC. In Dronten en Almere werden tijdens deze melddag de uitnodigingsbrieven uitgedeeld. De brief vermeldde het moment waarop de deelnemers verwacht werden wanneer zij wilden deelnemen aan het onderzoek. In Luttelgeest bezochten de woonbegeleiders asielzoekers persoonlijk om hen te informeren over het onderzoek en om brieven uit te delen.

Op de onderzoeksdagen ontvingen de deelnemers in groepjes of individueel uitleg over de studie door een tolk. De tolken hielpen daarnaast met het invullen van de toestemmingsverklaring en de korte vragenlijst over vaccinatiehistorie. Voor de bloedafname zijn vrouwelijke bloedprikkers en kamerschermen voor privacy ingezet om eventuele culture barrières voor vrouwen om mee te doen aan het onderzoek weg te nemen. Als vergoeding voor hun medewerking ontvingen deelnemers €10.

In juli en augustus namen in totaal 633 asielzoekers mee aan het onderzoek. Uit de analyse van de vragenlijsten bleek dat een aantal mensen was geboren in andere landen dan de geselecteerde landen voor het onderzoek. Ook ontbrak de leeftijd soms. Uiteindelijk is deze voorlopige analyse gebaseerd op 605 deelnemers. Van de deelnemers was 80% man (in deze periode was 72% van de bewoners van 18-39 jaar man) en de gemiddelde leeftijd was 29 jaar (Tabel 1).


Tabel 1 Overzicht van het aantal deelnemers per land van herkomst en leeftijdsgroep (Klik op de tabel voor een vergrote weergave).  

 

 


Hoewel volgens het COA veel asielzoekers uit Ethiopië komen, bleek tijdens de dataverzameling dat er nauwelijks Amhaars-sprekende mensen uit Ethiopië woonachtig waren in de AZC’s. Asielzoekers uit Eritrea die geboren zijn voor 1993 lijken geregistreerd te staan als Ethiopiërs, omdat het land in dat jaar de onafhankelijkheid verkreeg. Het aantal Eritrese deelnemers viel waarschijnlijk lager uit door een andere sociaal-culturele perceptie van een dergelijk onderzoek. Sommige Eritreeërs wilden niet meewerken omdat ze, ondanks de uitleg, toch bang waren dat de resultaten van het bloedonderzoek van invloed konden zijn op hun asielprocedure. Omdat de opkomst van Eritreeërs in alle AZC’s tegenviel is de verwachting dat het uitbreiden van het onderzoek naar een ander AZC weinig op zal leveren. De precisie van de seroprevalentieschatting voor Eritreeërs zal minder groot zijn dan die voor deelnemers uit landengroep 1 (Syrië) en 2 (Iran, Irak, Afghanistan), waar het beoogde aantal deelnemers vrijwel is bereikt.

Vervolg

In het najaar worden de bloedmonsters geanalyseerd. In 2017 volgt verdere analyse en rapportage. Bij de analyse zal de seroprevalentie onder asielzoekers ook worden vergeleken met die van de Nederlandse bevolking uit het PIENTER-onderzoek.


Dankbetuiging

Naast de deelnemers aan het onderzoek willen we Jan van Burg en Joan Kooren van het COA bedanken voor de hulp bij de voorbereiding van de studie en daarnaast de locatiemanagers en woonbegeleiders van AZC Dronten, Luttelgeest en Almere voor de goede samenwerking.


Auteurs

M. Curvers1, A. Tostmann2, J.L.A Hautvast2, W.L.M. Ruijs1, H.E. de Melker1, F. van der Klis1, G. Freidl1,3, I. Veldhuijzen1

1. Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

2. Academische Werkplaats AMPHI, Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Radboudumc, Nijmegen

3. European Centre for Disease Prevention and Control, Stockholm, Sweden.

4. Master Global Health, Universiteit Maastricht, Maastricht

Correspondentie:

irene.veldhuijzen@rivm.nl

Literatuur

  1. Duijnhoven Y, Sonder G, Siedenburg E, Worp J, Meijer-Veldman W, van der Velpen P. Asielzoekers en infectieziekten, een kwestie van beheersing. TSG. 2016;94(1) Spectrum:8-9.
  2. Toikkanen SE, Baillot A, Dreesman J, Mertens E. Seroprevalence of antibodies against measles, rubella and varicella among asylum seekers arriving in lower Saxony, Germany, November 2014-October 2015. Int J Environ Res Public Health 2016;30;13(7).pii: E650.
  3. Jones G, Haeghebaert S, Merlin B, Atona D, Simon N, Elmouden M, et al. Measles outbreak in a refugee settlement in Calais, France: January to February 2016. Euro Surveill. 2016;21(11):30167.
  4. European Centre of Disease Prevention and Control. Systematic literature review of the evidence for effective national immunization schedule promotional communications. Stockholm: ECDC;2012.
  5. GGD GHOR Nederland Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio). Protocol vaccineren asielzoekerskinderen 0-19 jaar PGA publieke gezondheid asielzoekers (publieke gezondheid asielzoekers). 2016. https://www.ggdghorkennisnet.nl/thema/publieke-gezondheidszorg-asielzoekers-pga/publicaties/publicatie/1484-rvp-protocol-vaccineren-asielzoekerskinderen-0-19-jaar