Negen jaar geleden werd Hans Zaaijer door Sanquin gevraagd een afdeling voor bloedoverdraagbare infectieziekten op te zetten. Zaaijer wilde die stap graag maken, maar hij wilde ook met beide benen in de echte wereld blijven staan. Zodoende is hij nog steeds eens per3 weken de viroloog van dienst in het AMC Academisch Medisch Centrum Amsterdam (Academisch Medisch Centrum Amsterdam )Academic Medical Center. Zaaijer: ‘Het gevaar bestaat anders dat je in een besloten lab zit en je hele wereld alleen nog maar om een zak of een buisje bloed draait.’

IB maart 2017

Auteur: K.Kosterman

Infectieziekten Bulletin, jaargang 28, nummer 3, maart 2017

 

Hans Zaaijer is hoogleraar op het gebied van bloedoverdraagbare infecties aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit Amsterdam. Hij is hoofd van de afdeling Bloedoverdraagbare Infecties van Sanquin Research en werkt daarnaast als arts-microbioloog op de afdeling Klinische Virologie van het AMC Academisch Medisch Centrum Amsterdam (Academisch Medisch Centrum Amsterdam ) in Amsterdam


Zaaijer: ‘Het is hilarisch om te zien wat ik meemaak qua verschillen in risicoperceptie. In het ziekenhuis kom ik bij de uitslagen een homoman tegen die voor de vierde keer hepatitis C oploopt. In volle bewustzijn, want zo kun je kennelijk leven. En in diezelfde week besluit de FDA Food and Drug Administration  (Food and Drug Administration ) (Food and Drug Administration) dat alle bloeddonaties in de Verenigde Staten voortaan op zika gecontroleerd moeten worden, zelfs in Alaska. En dat terwijl er maar vier gevallen bekend zijn waarbij iemand zikavirus opliep door een bloedtransfusie. En die 4 verliepen ook nog asymptomatisch. Kennelijk is iedereen heel bang dat het een zwangere vrouw zou kunnen treffen.

Maar ook in Nederland schaam ik me soms hoeveel we uitgeven aan een QALY quality-adjusted life years (quality-adjusted life years) (Quality-adjusted life year), dat is soms volstrekt uit verhouding. Maar dat willen we kennelijk. In ieder geval wat bloedveiligheid betreft.’

Vanaf juli worden alle donaties ook op hepatitis E-virus getest. Is dat ook overdreven?

‘De minister besluit dat elke donor met PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction) (polymerase chain reaction) op hepatitis E-virus (HEV hepatitis E-virus (hepatitis E-virus)) gecontroleerd gaat worden, maar weet heel goed dat dat niet voor ons voedsel geldt. Dus de zak bloed die de patiënt ingaat is schoon, maar de leverworst die die patiënt eet, kan sterk positief zijn voor het virus. Dat soort dingen zie je steeds meer gebeuren. Vreemd genoeg heeft de gemiddelde burger daar vrede mee.’

Hoe komt dat?

‘Wij leren niet van zoönosen in Nederland. In de bloedtransfusiewereld zitten we daarom nog steeds met drastische maatregelen als gevolg van de gekkekoeienziekte. Ik was vanwege de bloedveiligheid nauw betrokken bij de Q-koortsuitbraak. Na de evaluatie werd een aanbeveling gepresenteerd hoe je bij een volgende uitbraak moet handelen. Er gebeurt vrijwel niets met die aanbeveling, het economisch belang blijft belangrijker. Precies hetzelfde gebeurt nu bij hepatitis E. Onze varkensvleesexport is gigantisch, maar als we ons vlees HEV-vrij maken, dan wordt ons vlees natuurlijk duurder dan bij de concurrent. Oftewel je moet het bij de EU Europese Unie (Europese Unie) (Europese Unie) neerleggen, maar dat gebeurt niet. Tegelijkertijd vinden we het ongewenst voor hematologiepatiënten en transplantatiepatiënten, dus die krijgen een schoon zakje bloed.

Ik snap het belang van de economie overigens wel, want ik wil ook een grote kleuren-tv televisie (televisie) en ben geïrriteerd dat mijn pensioen verlaagd wordt. Maar ik ben meer geneigd wat in te leveren als het ervoor zorgt dat ons voedsel op een betere en duurzamere manier geproduceerd wordt. Nu zitten we in de situatie dat er elke 10 jaar een nieuwe zoönose over ons heen rolt. HEV illustreert dat er zomaar massaal een non-enveloped zoönotisch virus (een zoönotisch virus zonder virusomhulsel, red.) in ons voedsel kan zitten, dat we pas na een jaar ontdekken. Je moet er niet aan denken dat dat gebeurt met een virus dat ernstige langetermijneffecten geeft.’

U stelde eerder dat niet elk risico afgedekt hoeft worden?

Klopt, daar ben ik niet zo van. Als we eens in de 5 à 10 jaar een geval van hivtransmissie door een bloeddonatie hebben, dan is dat acceptabel. Dan laten we dat zo. Dan gaan we niet voor miljoenen dat risico halveren. Met datzelfde geld kun je zoveel meer goeds doen in een ander instituut, ziekenhuis of verpleeghuis.’

Heeft u het al voor elkaar gekregen om de controledwang te beperken?

Ja, nu 1 keer. Het screenen van HTLV Human T-lymphotropic virus (Human T-lymphotropic virus) (Human T-lympho-tropicvirus) bij elke donatie is teruggebracht tot een eenmalige check bij nieuwe donoren. Sinds de gekkekoeienziekte worden de witte bloedcellen uit elke donatie sowieso gefilterd. Door dat proces verwijder je de besmettelijkheid van HTLV. Het was dus al veilig.

Welke testen kunnen we afschaffen?

‘De HBsAg hepatitis B surface antigeen (hepatitis B surface antigeen)-test kunnen we afschaffen bij donorscreening. Het was altijd de hepatitis B-virus(HBV hepatitis B virus (hepatitis B virus))test maar we testen ook met PCR (polymerase chain reaction) op HBV-DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) (desoxyribonucleïnezuur) en doen een Elisa op HBV-anticore antistoffen. De HBsAg-test voegt niets meer toe, maar hij staat in alle voorschriften en we doen hem bijna een miljoen keer per jaar.’

Zijn we te voorzichtig?

‘Ik probeer alle partijen - de minister, de zorg, de burger - te overtuigen dat we soms te voorzichtig zijn. Op congressen zie ik steeds weer dat iedereen het erover eens is dat we soms moeten accepteren dat er kleine restrisico’s zijn, maar dan zie je toch weer een FDA die de zikascreening eist.’

Zijn bloedtransfusies voor veel mensen niet ook gewoon heel eng?

‘Zeker. Ik heb daarover nagedacht, eigenlijk is een bloedtransfusie ontvangen 'infectiologisch' hetzelfde als onbeschermde seks hebben met een wildvreemde op doktersvoorschrift. Iemand zijn bloed in jouw lijf, dat is intiemer dan seks.’

Waarom is er zoveel aandacht voor de veiligheid van bloedproducten?

‘We weten eigenlijk niet waarom. Ik nam 3 jaar geleden een filosoof aan voor een promotietraject How safe should blood be. Die filosoof kwam met een aantal concrete voorstellen waaronder: als je een nieuwe maatregel invoert, voer die dan tijdelijk in. Die maatregel kun je altijd verlengen, maar voer hem niet meteen voor eeuwig in, zoals nu gebeurt. Met een termijn van 3 jaar kun je er makkelijker vanaf en die termijn dwingt je om uit te zoeken of de procedure ook ergens op slaat. De HEV-screening wordt per 1 juli ingevoerd. Ik maak me er momenteel hard voor dat die voor
3 jaar wordt ingevoerd.’

U noemde eerder drastische maatregelen rondom gekkekoeienziekte?

‘In Groot-Brittanië blijkt 1 op de 2.000 verwijderde appendices positief voor het gekkekoeienagens te zijn. De bijbehorende patiënten zijn wellicht dragers van het agens. Hierbij zijn er 3 opties. A: Dat dragers er niet ziek van gaan worden en ook niet infectieus zijn als bloeddonor. B: dat er op een gegeven moment een second wave ontstaat. Een 2000ste deel van de Britse bevolking zou dan alsnog ziek kunnen worden. C: De derde optie is dat deze dragers wel gezond blijven, maar wel besmettelijk kunnen zijn voor genetisch meer vatbare mensen, die een transfusie krijgen.

Wat beangstigend is, is dat er in Groot-Brittanië net een eerste geval van Creutzfeldt-Jakob is geconstateerd, waarbij de patiënt de genetische minder vatbare variant van het humane priongen heeft. Dit zou dus de eerste persoon kunnen zijn van de second wave.

We weten dat in Engeland 4 mensen Creutzfeldt-Jakob hebben gekregen door een bloedtransfusie en daardoor bestaan er strenge regels rondom bloeddonatie. Nu, decennia na de uitbraak, vragen we nog steeds of iemand in de periode van de uitbraak in Engeland is geweest. En terecht, er hangt mogelijk nog steeds een zwaard van Damocles boven ons hoofd wat betreft de gekkekoeienziekte.’

Mannen die seks hebben met mannen mogen geen bloed doneren, is dat terecht?

‘Sanquin tobt met de vraag rondom het weigeren van mannen die seks hebben met mannen (MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen)) als donoren. Het punt is dat de hivincidentie onder deze groep 100 keer hoger is dan bij de gemiddelde Nederlander.

Als bloedbank wil je de saaiste monogame donors hebben die er zijn, maar ik zeg altijd monogamie is slechts een woord. Ik geloof dat monogamie in Nederland betekent dat je eens per 2 jaar vreemdgaat.

Wat is de grootste donorgroep die, als donor, hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus) oploopt? Theoretisch gezien zouden dat vrouwen moeten zijn. Immers mogen alleen hetero’s doneren en de kans om hiv te krijgen als heteroman is kleiner dan als heterovrouw. Nu blijkt toch dat het gros van de donors met hiv man is. Bij de exitgesprekken met mannelijke donors met hiv geeft een kwart aan: ‘Ik heb eigenlijk gejokt in de vragenlijst, want ik ben een praktiserend MSM.’ Dan hou je driekwart over. Nu hebben we de betrokken hivvirussen vergeleken met een database en dan zie je qua variatie dat het merendeel van de donorhivvirussen geclusterd is met de virussen waarvan we weten dat ze bij MSM circuleren. Het virus vertelt dus een ander verhaal dan sommige donors. We blijven terughoudend om MSM toe te laten als donorgroep, omdat dat de belangrijkste bron van de verse hivinfecties is, die door onze screening kunnen slippen.’

Discriminatie vind ik ook zeker niet goed, maar je moet op een gegeven moment kiezen. De minister wilde eerst nog dat je als MSM mocht doneren als je een vaste partner had. Het trieste is, jij denk dat je in een monogame relatie zit, maar wat de ander doet, weet je nooit zeker. Het blijkt dat bij MSM juist de vaste partner een frequentie bron van hivinfectie is. Bedriegende hetero’s zijn een kleinere bedreiging voor de veiligheid van bloed. De meeste hetero’s gaan vreemd in het heterocircuit. En de kille cijfers tonen: in het heterocircuit is heel weinig hiv. Dus wat hiv betreft: het maakt niet zo veel uit als je heteropartner je bedriegt. De partner van een MSM die bedrogen wordt heeft waarschijnlijk seks met een MSM en dat is nu juist de groep waar die incidentie 100x zo hoog is. En dat is het probleem waar we mee zitten. Nu kijken we of we hier toch iets aan kunnen doen. Zo mag je nu bloed geven als je een jaar lang geen seks hebt gehad. Wellicht kan die periode nog ingekort worden’

Wat is uw favoriete infectievirus?

‘Mijn favoriete virus is het hepatitis B-virus. Het heeft zo’n prachtig klein genoom, met slechts enkele eiwitten. En van die eiwitten weten we nauwelijks wat ze doen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld hiv of hepatitis C-virus. En bij sommige patiënten klaart het virus wel en bij anderen niet, en we weten niet waarom!’

Auteur

K. Kosterman

Correspondentie

kevin.kosterman@rivm.nl

Mededeling van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM:

De ombudsman constateert in zijn rapport over de aanpak van Q-koorts dat de aanbevelingen zijn overgenomen wat betreft de aanpassing van protocollen en het op orde zijn van de controle van de veehouderijen.