Een infectie met een zoönose kan leiden tot ziekteverschijnselen zoals koorts, hoofdpijn, moeheid, huiduitslag en diarree. Deze ziekteverschijnselen kunnen vele verschillende oorzaken hebben. Raadpleeg daarom altijd uw huisarts bij ernstige of aanhoudende gezondheidsklachten.
Als u ziek bent en u denkt dat het door contact met dieren gekomen is, dan is het nuttig om uw arts daarvan op de hoogte te stellen. Vertel bijvoorbeeld dat u parkieten houdt, gezwommen hebt in oppervlaktewater, een oude stal hebt schoongemaakt, gekampeerd hebt in de duinen, de jonge lammetjes bij de buren bezocht hebt, of de slootkant hebt schoon gemaakt. Vertel bovendien wanneer dat precies geweest is.
Wanneer uw dier aanhoudend ziek is, is het van belang dat u een dierenarts bezoekt.
Wat te doen bij bijt- en krabwonden
Was krab- en bijtwonden eerst zelf met water en zeep en desinfecteer ze met Betadine of met een alcoholoplossing (70%).
Raadpleeg uw huisarts met name als de wond diep is. Ook bij bijtwonden door exotische dieren (bijvoorbeeld apen of slangen) dient u contact op te nemen met uw huisarts.
Mogelijke problemen bij bijt- of krabwonden
Tetanus:
Neem na een verwonding door een dier contact op met uw huisarts als u niet gevaccineerd bent tegen tetanus (DTP (Difterie, Tetanus en Poliomyelitis)) of als uw laatste tetanusvaccinatie meer dan 10 jaar geleden is geweest.
Hondsdolheid (rabiës):
Bijtende honden (maar ook katten) kunnen hondsdolheid (rabiës) overbrengen. Dit komt in Nederland niet meer voor maar in veel andere landen nog wel. Neem bij een bijtwond door een hond, kat of ander dier in het buitenland zo spoedig mogelijk contact op met een arts ter plaatse.
In Nederland is een klein deel van de vleermuizen besmet met het hondsdolheidvirus. Neem daarom na een beet van een vleermuis, direct contact op met de huisarts. Als het mogelijk is om de vleermuis te (laten!) vangen, neem dan contact op met de meldkamer van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit): 0900-0388. Het is van belang, als dat mogelijk is, om de vleermuis op hondsdolheid te laten onderzoeken.
Iemand die gebeten is door een dier met hondsdolheid moet zo spoedig mogelijk starten met een injectiekuur om hondsdolheid te voorkomen. Ook als het dier mogelijk hondsdolheid heeft maar niet onderzocht kan worden, moet gestart worden met de injectiekuur.
Tekenbeten:
Een teek kan de ziekte van Lyme overbrengen. Wanneer u een teek op uw lichaam vindt, moet u die zo snel mogelijk verwijderen. Neem een pincet en pak de kop van de teek zo dicht mogelijk bij de huid beet (1), maak dan een rustige trekkende beweging waardoor de teek loskomt (2).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Pas als de teek weg is, ontsmet dan de plek met alcohol of Betadine. Als er een heel klein stukje van de teek zou blijven zitten is dit niet erg, dat zal eruit zweren net zoals een splintertje. Noteer de datum waarop u de teek gevonden en verwijderd hebt. U hoeft hier niet voor naar de huisarts.
Ga wél naar de huisarts als u in de maanden na de tekenbeet:
- een rode vlek op de huid krijgt die steeds groter wordt (groter dan 5 cm);
- een grieperig gevoel hebt met koorts en spierpijn;
- dubbel gaat zien of een scheef aangezicht krijgt;
- pijn, krachtverlies of tintelingen in uw ledematen krijgt;
- gewrichtsklachten ontstaan.