In 2015 zijn meer uitbraken van voedselinfecties en vergiftigingen geregistreerd dan in voorgaande jaren. Dit komt grotendeels doordat dit jaar, in tegenstelling tot 2014, alle niet-anonieme meldingen van uitbraken (van twee of meer zieken) bij de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) zijn meegenomen in de registratie, ongeacht of op desbetreffende locaties onderzoek werd gedaan naar ziekteverwekkers. In 2015 zijn in totaal 406 uitbraken gemeld met 1850 zieken. Dit blijkt uit het rapport ‘Registratie van voedselinfecties en –vergiftigingen in 2015’ van het RIVM en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

De analyse van de registratiecijfers laat zien dat er in totaal 406 uitbraken in 2015 zijn gemeld. Hierbij zijn 1850 mensen ziek geworden. In 2014 waren er 207 uitbraken gemeld waarbij 1655 zieken waren.
Het norovirus blijkt nog steeds de belangrijkste veroorzaker van voedselgerelateerde uitbraken, gevolgd door Salmonella en Campylobacter.

Registratie en onderzoek

De registratiecijfers zijn afkomstig van de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en. Dit jaar zijn alle niet-anonieme meldingen van uitbraken (van twee of meer zieken) bij de NVWA  in de registratie meegenomen.  In voorgaande jaren zijn alleen meldingen gerapporteerd als daarna bij de desbetreffende locaties onderzoek werd gedaan naar ziekteverwekkers. Alle meldingen worden samengevoegd en als één geheel geanalyseerd door het RIVM. Deze nieuwe, geïntegreerde aanpak geeft een duidelijker beeld van de mate waarin uitbraken van voedselinfecties en -vergiftigingen in Nederland voorkomen en de trend daarin door de jaren heen. Lang niet iedereen die ziek wordt na het eten van besmet voedsel meldt zich bij de huisarts of de NVWA. De genoemde getallen zijn daarom een onderschatting van het werkelijke aantal voedselinfecties en -vergiftigingen. Naar schatting zijn jaarlijks ongeveer 700.000 mensen in Nederland ziek door het eten van besmet voedsel.

Verschil tussen voedselinfectie en voedselvergiftiging

Voedselinfectie ontstaat door het eten van besmet voedsel. De besmetting wordt veroorzaakt door een bacterie, virus of parasiet. De infectie kan leiden tot een ontsteking van de maag, darmen of van andere organen. Mensen kunnen dan last krijgen van diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, buikkramp en koorts. Vaak gaat de infectie vrijwel ongemerkt voorbij. De klachten ontstaan niet eerder dan 8 uur na het eten van besmette producten. Dat in tegenstelling tot een voedselvergiftiging waarbij in het voedsel vrijgekomen gifstoffen van bepaalde bacteriën, de klachten veroorzaken. De klachten ontstaan dan vaak al binnen enkele uren na het eten van besmet voedsel. De voedselinfecties en - vergiftigingen ontstaan vaak door onvoldoende hygiëne of procesbeheersing bij de productie of bereiding van voedsel.

Hygiënische maatregelen

Veel van deze voedselinfecties en -vergiftigingen ontstaan in de eigen keuken en zijn te voorkomen door meer aandacht te besteden aan voedselveiligheid. Naast hygiënische maatregelen, zoals handenwassen voor etensbereiding, is het belangrijk ‘kruisbesmetting’ te voorkomen. Hiervoor is het van belang in de keuken verschillende snijplanken en messen te gebruiken voor rauw en voor gaar voedsel.