Het RIVM organiseert de Netwerkmiddag Respons voor professionals in de veiligheidsketen om elkaar te ontmoeten, te leren kennen, kennis te delen en te leren van incidenten. Een middag met workshops waarin we kennis en ontwikkelingen presenteren en met elkaar in gesprek gaan over de responspraktijk van IBGS Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen), CBRN Chemische, biologische, radiologische en nucleaire (Chemische, biologische, radiologische en nucleaire) en kernongevallen.

Op deze pagina vindt u het programma en de beschrijving van de workshops van de RIVM responsmiddag.  Tijdens de pauzes kunt u onze ‘canister infostand’, de stralingsmeetwagen en de MOD Milieuongevallen Dienst (Milieuongevallen Dienst)-interventiewagen bezoeken. 

Programma

11.30  (Inloop)lunch en netwerktijd
12.45 Welkom
door Nicole Troisfontaine en Herman Schreurs (RIVM)
13.00 Pleinaire sessie Crisisbeheersing: uitdagingen van deze tijd
door Marco Zannoni, Directeur Nationale Crisisbeheersing (NCTV Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid))
13.30 Workshopronde 1
14.15 Pauze
14.45 Workshopronde 2
15.35 Workshopronde 3
16.20 Afsluiting en netwerkborrel 

Plenaire sessie

We staan voor de uitdaging om voorbereid te zijn op actuele en toekomstige crises. Wat zijn de meest urgente dreigingen en wat betekent dat voor onze aanpak? Marco Zannoni, directeur bij de NCTV Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), zal stilstaan bij actuele dreigingen en neemt ons in een vogelvlucht mee door de nieuwe Landelijke Agenda Crisisbeheersing. Voor welke opgave staan we en hoe kunnen we effectief werken vanuit het stelsel van crisisbeheersing waarbij goede samenwerking essentieel is? Marco zet ons aan om op basis van de geschetste uitdagingen en ontwikkelingen verder te denken over wat dit voor ons eigen operationele werk en onze expert- en adviseursrol daarin betekent. 

Marco Zannoni is Directeur Nationale Crisisbeheersing bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Hij houdt zich binnen de NCTV onder meer bezig met het vergroten van weerbaarheid en het versterken van het stelsel van crisisbeheersing. Hij werkte eerder als directeur bij het COT, Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement. In die rol adviseerde Marco bestuurders en directies in de publieke en private sector voor, tijdens en na crises en rond complexe veiligheidsvraagstukken. Marco Zannoni studeerde Bestuurskunde aan de Universiteit in Leiden.

Workshops


Isocyanaten bij branden

Isocyanaten zijn chemische verbindingen die over het algemeen al bij zeer lage concentraties schadelijk zijn voor de gezondheid. Deze stoffen zijn verwerkt in diverse materialen die we in het dagelijks leven tegenkomen. Denk aan polyetherschuim van meubels, isolatiematerialen, coatings en lakken. Wanneer deze materialen bij branden betrokken zijn, kunnen isocyanaten vrijkomen. Het RIVM doet onderzoek naar emissies van isocyanaten bij branden. In deze workshop krijg t u een inkijk in de eerste bevindingen van de experimenten. Welke brandkenmerken bevorderen emissie van isocyanaten, hoe relevant is deze stof in verhouding tot andere emissies en wat betekent dit voor de praktijk?    

Door Niels van Veen, RIVM


Nieuwe versie van Pluimradar: sneak preview

Pluimradar is een webtool die de verspreiding van gevaarlijke stoffen visualiseert op een kaart. Ook eventuele depositie kan op een kaart worden getoond. De visualisaties zijn gebaseerd op een onderliggende berekening met een luchtverspreidingsmodel. De webtool is ontwikkeld door het RIVM en het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) en is beschikbaar voor Adviseurs Gevaarlijke Stoffen en andere professionals in de rampenbestrijding.

In 2024 wordt Pluimradar uitgebreid met nieuwe invoer- en uitvoermogelijkheden. Er is onder meer een optie ingebouwd om bij branden de pluimstijging te laten berekenen op basis van enkele eenvoudige brandkenmerken. Verder kunnen in de nieuwe versie ook concentraties op leefniveau weergegeven worden. Tijdens deze workshop wordt de nieuwe versie van Pluimradar  getoond. Daarbij nemen we u ook mee in het achterliggende onderzoek naar verspreiding van rookgassen bij branden.

Door Eelke Kooi, RIVM


Interventiewaarden – heden en toekomst

In Nederland worden al ruim 25 jaar Interventiewaarden voor incidentbestrijding afgeleid. Voor ongeveer 70% van de stoffen waarvoor in het verleden ‘quick-en-dirty’ 1-uurswaarden zijn afgeleid, zijn de interventiewaarden inmiddels herzien volgens een nieuwe methodiek. Voor deze stoffen zijn interventiewaarden afgeleid voor zes blootstellingstijden en is een stofdocument opgesteld toegespitst op de praktijk. Wat houden deze waarden in, waarvoor zijn ze bedoeld maar ook waarvoor niet?

Jaarlijks wordt een herziene editie van de stofdocumenten uitgebracht, de “Handleiding”. Op dit moment wordt nagedacht over nieuwe publicatievormen ter vervanging van de “Handleiding” waarvoor we op zoek zijn naar input van eindgebruikers. Tijdens de workshop horen we graag ervaringen met de huidige “Handleiding”, en wensen en ideeën voor de toekomst.

Door Petra van Kesteren, RIVM


De meetcarrousel MOD Milieuongevallen Dienst (Milieuongevallen Dienst)

Meetapparatuur en meettechniek is altijd in ontwikkeling. Apparatuur wordt beter en handzamer en dat biedt nieuwe toepassingsmogelijkheden. Ook de MOD blijft kennis en expertise ontwikkelen om voorbereid te blijven op de vragen van morgen. Bijvoorbeeld met de meetdeskundigen van de MOD.

In deze workshop bieden zij een kijkje in hun keuken. Zij vertellen over hun nieuwe meetapparatuur, de meetstrategie en hun rol binnen de MOD veldploeg. In drie deelsessies laten zij u kennismaken met:

  • Handheldapparatuur voor identificatie van stoffen zoals FT-IR, Raman en de MX908.
  • Onze nieuwe GAS FT-IR voor identificatie en kwantificering van gassen.
  • DESIRE meetsensoren in ontwikkeling voor de monitoring van veranderingen in lucht.

Een actieve workshop met demo’s over de nieuwe apparatuur en hun meerwaarde.

Door Edith van Putten, Frank Bakker en Margot Boshuis, RIVM


CBRN Chemische, biologische, radiologische en nucleaire (Chemische, biologische, radiologische en nucleaire) workshop

De B in CBRN

Bij incidenten en aanslagen met onbekende Chemische, Biologische, Radiologische/Nucleaire (CBRN)-agentia is het zaak om snel en met zekerheid vast te stellen om welke stof het gaat en wat het effect daarvan is op de gezondheid en/of het milieu. Het herkennen van een incident als mogelijk CBRN-incident is hierin net zo belangrijk. In deze workshop gaan we nader in op de biologische kant van een CBRN-incident. Wat zijn die verschillende biologische agentia eigenlijk en hoe gevaarlijk zijn ze? Waar moeten we rekening mee houden bij de detectie en het identificeren van biologische agentia? Verder ook aandacht voor de huidige en nieuwe biologische bedreigingen, het signaleren hiervan en het herkennen van een mogelijk biologisch CBRN-incident. Is alle informatie hierover beschikbaar en bekend?       

Door Rob Jongeneel en Jannie van der Helm, RIVM


Ongevalsorganisatie Straling in een notendop

Bij radiologische ongevallen (type A of type B) zal er al snel sprake zijn van een opgeschaalde situatie in de crisisbeheersing, waarbij de Ongevalsorganisatie Straling (OOS) nauw samenwerkt met de betrokken veiligheidsregio’s. Maar hoe ziet die hele keten er nu uit, van Verkenningseenheden (meetploegen) van de brandweer tot aan het Crisis Expert Team Straling & Nucleair (CETsn)? Wat zit er tussen afgelezen meetwaarden op apparatuur in het veld, en beleidsadviezen en besluitvorming in Den Haag? Na een korte overview daarvan zoomen we specifiek in op de samenwerking tussen de Coördinatoren Verkenningseenheden (CVE/MPL) van veiligheidsregio’s en de Coördinator Meten en de Modelleurs van het RIVM. Welke gegevens wisselen zij uit, hoe vullen die elkaar aan, hoe destilleren we daar een gezamenlijk beeld uit, en welke tools gebruiken we om dit (geografisch) in beeld te brengen?

Door Dannis ‘t Hart, RIVM


Radon

Radon en thoron zijn radioactieve gassen die van nature overal aanwezig zijn. Ze ontstaan in rotsachtige materialen en bouwmaterialen die daarvan zijn gemaakt. Uit bouwmaterialen en uit de bodem komen radon en thoron in de lucht terecht. In de buitenlucht vervliegt radongas makkelijk, maar in gebouwen kan het zich ophopen. Inademen van radon en thoron kan longkanker veroorzaken, maar de kans daarop is in Nederland gelukkig klein.

Voor de kwaliteit van binnenlucht en metingen daaraan presenteren wij de Radon-workshop. Meten hoeveel radon zich in een woning bevindt, is verrassend eenvoudig. Bepalen wat de gevolgen voor de gezondheid zijn, is minder eenvoudig.

Voor de gemiddelde Nederlander is een aanzienlijk deel van de jaarlijkse blootstelling aan ioniserende straling toe te schrijven aan radon. Het RIVM voert regelmatig meetcampagnes uit om vast te stellen hoe groot dat deel is. De resultaten van de nieuwste meetcampagne worden binnenkort verwacht. Tijdens de workshop kijken we naar hoe de radonconcentraties variëren over Nederland, en waar dat door komt.

Verder besteden we bijvoorbeeld aandacht aan de invloed van roken, en van de aanwezigheid van stofdeeltjes in huis. Tenslotte bespreken we wat u zelf kunt doen als u de radonconcentratie in uw huis zou willen verlagen. Voorkennis van radon of straling is voor het volgen van deze workshop niet nodig.

Door Fieke Dekkers


 

Static show


Demo Meetwagen Straling en MOD Milieuongevallen Dienst (Milieuongevallen Dienst) Interventiebus 

Het RIVM beschikt over twee radiologische meetwagens, die ingezet kunnen worden bij incidenten waarbij radioactieve stoffen vrijkomen. Voorbeelden hiervan zijn een kernongeval of een terroristische aanslag met een vuile bom. Ook bij een brand in een radionuclidenlaboratorium of een ongeval met een transport van radioactief materiaal kan het RIVM de radiologische meetwagens inzetten.

 Bij een stralingsongeval beoordeelt het RIVM in het REMM (Radiologisch Expertiseteam Meten Modelleren) de gevolgen van de vrijgekomen straling voor mens en milieu. Om die taak uit te voeren heeft het RIVM de beschikking over geavanceerde meetapparatuur, zoals het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR Nationaal Meetnet Radioactiviteit (Nationaal Meetnet Radioactiviteit)), een stralingslaboratorium en deze twee radiologische meetwagens.

 De meetwagens beschikken over moderne meetapparatuur en communicatiemiddelen. Alle apparatuur in de meetwagens, maar ook de wagens zelf zijn zo ontworpen dat ze voor de respons op zowel kleinere als grote ongevallen geschikt zijn. In de meetwagens is het mogelijk om zowel alfa-, beta- en gammastraling te meten, zowel de stoffen die in de lucht zitten als dat wat op de grond ligt. Het is mogelijk om met de meetwagens snel en al rijdend het stralingsniveau in kaart te brengen. Daarnaast kunnen ook uitgebreide nuclidenspecifieke metingen en bemonsteringen worden gedaan. De meetwagens zijn identiek aan elkaar. Dit heeft als voordeel dat ze bij een kernongeval beter en sneller een beeld kunnen geven van de radiologische situatie, maar ook dat ze als back-up voor elkaar kunnen dienen.

Het RIVM combineert de meetgegevens van de meetwagens met andere meetresultaten en modelberekeningen om bij een incident een compleet beeld van de radiologische situatie te krijgen.

Bij de meetwagen straling zal ook de MOD interventiebus te zien zijn.  De MOD interventiebus wordt gebruikt bij uitrukken van de MOD veldploeg. Bijvoorbeeld bij branden, geuroverlast of lekkage van stoffen. In de bus zitten monstername middelen, meetapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen. De MOD meet, bemonstert en analyseert vrijgekomen stoffen om een inschatting te maken van de gevolgen voor gezondheid en milieu.


Canister info stand

Alles wat u wilt weten over het gebruik van canisters.

Alle veiligheidsregio’s hebben van het RIVM een set met drie canisters ontvangen. Vaak zijn deze canisters onder deel van het meet- en monsternamepakket van de AGS Adviseur Gevaarlijke Stoffen (Adviseur Gevaarlijke Stoffen)(Adviseur Gevaarlijke Stoffen). Niet elke regio en AGS gebruikt de canister even vaak, of op dezelfde manier. Informatie over het wanneer en hoe een canister het best ingezet kan worden en welke strategieën voor monstername mogelijk zijn, vindt u op deze infostand, die tijdens de pauzes en netwerkmomenten kan worden bezocht.