Evaluation of the proficiency test “Pilot Light Institutes” in 2024

Evaluation of the proficiency test “Pilot Light Institutes” in 2024

Go to abstract

Samenvatting

Voor het uitvoeren van metingen tijdens een radiologisch incident kan het RIVM een beroep doen op de zogenoemde waakvlaminstituten (WVI's). Dit zijn onafhankelijke instituten in Nederland die allen gespecialiseerd zijn in radiologische metingen. In het voorjaar van 2024 heeft het RIVM een ringonderzoek georganiseerd ter onderbouwing van de kwaliteit van de metingen. Drie verschillende monsters zijn aangemaakt met een bekende hoeveelheid radioactiviteit: een aerosolfilter, een koolpatroon en een watermonster.

De gammaspectrometrische resultaten voor het aerosolfilter zijn wisselend. Van vier WVI waakvlam instituut (waakvlam instituut )'s zijn de resultaten matig en van vijf WVI's zijn de resultaten goed. Het RIVM adviseert aan vier WVI's het gammaspectrum opnieuw te analyseren.

De resultaten voor 131I in het koolpatroon zijn op basis van een statistische evaluatie voor vier WVI's matig, één WVI redelijk en vier WVI's goed. De WVI's hebben het gemiddelde gerapporteerd van de metingen van het koolpatroon met de aanzuigzijde naar de detector en andersom. Dit blijkt uit berekeningen een acceptabele en praktische werkwijze te zijn. Alleen WVI (3) heeft een kalibratie voor een koolpatroon met een aangezogen 131I activiteit; de gerapporteerde 131I activiteit is goed.

De resultaten in het watermonster als afgeleide voor de monstername van een depositiebak zijn over het algemeen redelijk tot goed.

Abstract

During a nuclear incident RIVM may ask for laboratory assistance of so called “Pilot Light Institutes” (Dutch: WVI's). These are independent Dutch institutes specialized in radiological measurements. RIVM organized a proficiency test in 2024 in order to substantiate the quality of the measurements. Three samples were spiked with a known amount of radioactivity: an aerosol filter, a carbon cartridge and a water sample.

The gamma spectrometry results on the aerosol filter vary. The results of four WVI's are moderate and the results of five WVI's are good. RIVM recommends four WVI's reanalyze their gamma spectrum.

The results for 131I in the carbon cartridge were moderate for four WVI's, reasonable for one WVI and good for four WVI's. The WVI's reported the average of 2 carbon cartridge measurements: one with the in-flow side to the detector and one upside down. This appears a very acceptable and practical procedure, as is demonstrated by model calculations. WVI (3) has an adequate calibration for 131I drawn into a carbon cartridge; the reported activity for 131I is good.

The results for the water sample as a proxy for wet deposition, are mostly good.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
876 kb