Vragen over hoe het lichaam omgaat met chroom-6.

Wat doet het lichaam met chroom-6?

Opname

Chroom-6 kan worden opgenomen via de longen, via de darmen en via de huid. In de longen moeten ingeademde deeltjes klein genoeg zijn om de longblaasjes te bereiken, wil het chroom-6 in die deeltjes door de longen opgenomen kunnen worden. Grotere deeltjes worden uitgeademd of opgehoest en ingeslikt. Na inslikken kan het chroom-6 uit deze deeltjes via de darmen opgenomen worden.

Om door het lichaam opgenomen te kunnen worden, moeten de chroom-6-verbindingen eerst oplossen in het longvocht, maagsap of zweet op de huid. Chroom-6 kan dan in de vorm van chromaat het celmembraan passeren via anionkanalen die eigenlijk voor het gelijkende fosfaat en sulfaat bedoeld zijn. Chroom-3-verbindingen kunnen dit niet en worden daarom minder goed door het lichaam opgenomen.

Verdeling

In het lichaam kan chroom-6 zich wijd verspreiden naar verschillende cellen en weefsels van het lichaam (bijvoorbeeld de rode bloedcellen), waarin het gereduceerd wordt tot chroom-3 en in die vorm vervolgens de cellen niet snel meer kan verlaten. Op deze wijze kan het chroom-6 waaraan iemand is blootgesteld, aanwezig blijven in het lichaam als chroom-3 en in die vorm stapelen. In de weefsels verder weg van de plek van binnenkomst in het lichaam is de stapeling het laagst.

Omzetting

Chroom-6 wordt in het longslijmvlies, in de maag, in de huid en verder in het lichaam, snel gereduceerd tot chroom-3 door voornamelijk vitamine C en glutathion. Dit beperkt het deel van de ingeademde, ingeslikte, of op de huid gekomen hoeveelheid chroom-6 dat opgenomen wordt in het lichaam en verder verspreid wordt in het lichaam. Als de omzetting echter plaatsvindt binnen een cel, kunnen de daarbij vrijkomende vormen van chroom en zuurstofradicalen schade aan de cel veroorzaken en op die manier uiteindelijk mogelijk leiden tot gezondheidsproblemen. Het is niet te zeggen hoe snel de omzetting van chroom-6 tot chroom-3 in het lichaam exact plaatsvindt.

Uitscheiding

Chroom-6 dat in de maag of darm al is omgezet in chroom-3, wordt met de ontlasting uitgescheiden. Verder kan het chroom-6 terechtkomen in zweet, moedermelk, haren en nagels, waar het uiteindelijk als chroom-3 aanwezig blijft.
Het chroom-6 dat in chroom-3 is omgezet in bloedplasma wordt relatief snel uit het lichaam verwijderd via de urine (in uren), verwijdering uit weefsels is langzamer (met een halfwaardetijd van enkele dagen tot > 20 dagen) en uit rode bloedcellen nog langzamer, namelijk gelijk aan de vervangingssnelheid van deze cellen (120 dagen).