Vragen en antwoorden chroom-6 en ziekten; Meta-analyse

In de aanpak die tot de ziektelijst in 2017 leidde, baseerde het RIVM conclusies op inzichten van internationale instanties*, aangevuld met recente literatuur. Bij de actualisaties worden steeds onderzoeken uit de laatste twee jaar nader onderzocht en naast eerdere conclusies over de ziektelijst gezet. De meta-analyse bundelt daarentegen alle onderzoeken die ooit zijn gedaan over chroom-6 op de werkplek en een specifieke ziekte. Beide aanpakken beoordelen en wegen de kwaliteit van het onderzoek.

Bij vijf vormen van kanker, waarbij het onduidelijk is of er een verband is met chroom-6 blootstelling, zijn alle onderzoeken die ooit zijn gedaan samengevoegd. Dit is grondiger dan voorheen, waarbij onderzoek van decennia terug werd betrokken.

Agency for Toxic Substances and Disease Registry (ATSDR), International Agency for Research on Cancer (IARC International Agency for Research on Cancer (International Agency for Research on Cancer)), National Institute of Occupational Safety and Health (NIOSH), European Food Safety Authority (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)), Gezondheidsraad, Scientific Committee on Occupational Exposure Limits (SCOEL).

Er is gekozen om alleen die kankertypen te onderzoeken die enige aanwijzing hebben dat er mogelijk een link is met blootstelling aan chroom-6. Uit een vorige actualisatie bleek dat er bij proefdieren bewijs was voor een verband tussen blootstelling aan chroom-6 en kanker van mondholte en dunne darm. Bij mensen waren er echter onvoldoende aanwijzingen voor deze twee ziekten. Ook waren er enige aanwijzingen dat chroom-6 blootstelling bij mensen kanker van pancreas, prostaat en blaas kan veroorzaken, maar het bewijs hiervoor bleek onvoldoende. Voor kanker van onder andere de keelholte, slokdarm en nieren waren er geen aanwijzingen voor een verband met chroom-6.

Kanker van mondholte, dunne darm, pancreas, prostaat en blaas zijn nu uitgebreid onderzocht. Deze ziekten werden eerder op dezelfde manier onderzocht als alle andere bij het opstellen van de eerste versie van de ziektelijst in 2017. Er werd gekeken naar  recente wetenschappelijke onderzoeken (vanaf 2012) en deze werden vergeleken met evaluaties van internationale instanties en officiële organen tot en met 2016. Die instanties baseren zich onder meer op al uitgevoerde meta-analyses. Voor deze vijf vormen van kanker was er echter nooit een grondige meta-analyse uitgevoerd van alle beschikbare onderzoeksgegevens.

We keken daarbij of het werk of de onderzochte groep werknemers van belang zijn voor de beoordeling van de situatie die speelde bij de onderhoudswerkzaamheden bij o.a. Defensie en of er specifiek blootstelling aan chroom-6 was onderzocht. Het kwam bijvoorbeeld voor dat een groep lassers (zonder veel aanvullende informatie) werd vergeleken met mensen die niet lasten. Niet bij alle lastechnieken en gelaste materialen kan chroom-6 vrijkomen, dus het type lassen is belangrijke informatie. Daarnaast is er de beperking dat bij lassen ook blootstelling aan andere stoffen optreedt. In dat geval werd de blootstelling als onvoldoende specifiek beoordeeld.

Vervolgens is de kwaliteit van de opzet en uitvoering systematisch beoordeeld met een internationaal erkende methode. Hierin worden punten gegeven aan aspecten als hoe de ziekte was vastgesteld, of informatie over roken was meegenomen en hoe lang de deelnemers waren gevolgd.

In een meta-analyse kunnen alleen vergelijkbare studies naast elkaar worden gezet. Onderzoek bij mensen, specifiek naar effecten van blootstelling op het werk, weegt zwaarder dan onderzoek bij proefdieren. Voor de vijf vormen van kanker was onderzoek bij mensen het meest relevant.

In veel onderzoeken, vooral oudere,  ontbraken geregistreerde gegevens over nieuwe diagnoses van de ziekte (incidentie). Sterftecijfers met doodsoorzaken konden echter vaak worden verkregen uit bevolkingsstatistieken. Bij ziekten met een slechte prognose, zoals pancreaskanker, kan sterfte relevante informatie opleveren voor onderzoek. Bij ziekten met een hogere overlevingskans, zoals blaaskanker, is sterfte een minder relevant gegeven en wordt het alleen aanvullend beschouwd.

Vragen en antwoorden chroom-6 en ziekten; actualisatie 2021

Er komt voortdurend  nieuwe informatie beschikbaar over chroom-6 en de mogelijke ziekten die hierdoor ontstaan. Deze informatie is voornamelijk te vinden in wetenschappelijke literatuur. Deskundigen van zowel binnen als buiten het RIVM beoordelen deze nieuwe informatie. Tijdens deze beoordeling wordt gekeken naar de kwaliteit en betrouwbaarheid van nieuwe onderzoeken en of deze nieuwe informatie de eerdere conclusies van het RIVM beïnvloedt.

We hebben in 2017 een overzicht gemaakt van ziekten die chroom-6 kan veroorzaken. Daarvoor werden recente wetenschappelijke onderzoeken (vanaf 2012) werden gelegd naast de evaluaties van internationale instanties en officiële organen tot en met 2016. In 2019 was de eerste actualisatie. Daarvoor heeft het RIVM alle wetenschappelijke onderzoeksliteratuur tussen juni 2016 tot januari 2019 beoordeeld. Op basis daarvan is de ziektelijst bijgewerkt. In 2021 was er een tweede actualisatie en is alle wetenschappelijke onderzoeksliteratuur beoordeeld tussen januari 2019 tot januari 2021. De derde actualisatie was in 2023, waarin de wetenschappelijke onderzoeksliteratuur tussen januari 2021 en januari 2023 is beoordeeld

De nieuwe wetenschappelijke onderzoeksliteratuur bevestigt de eerdere conclusies van het RIVM over ziekten die chroom-6 kan veroorzaken. Er zijn geen aanwijzingen voor een verband tussen chroom-6 en andere ziekten dan die al op de lijst staan.

Wanneer je ziekt wordt, hangt van de ziekte en mate van blootstelling af. De eerste ziekteverschijnselen kunnen heel snel optreden, maar het kan ook tientallen jaren duren. 

Bij de actualisatie van 2019 hebben we meer informatie gegeven over de tijdsduur voor het optreden van de ziekten. Hier herhalen we die informatie. De gegeven tijdsduur per ziekte geldt als de tijd na de eerste blootstelling aan chroom-6 tijdens werkzaamheden.

  • Longkanker: het kan minimaal 15 jaar duren voordat longkanker kan optreden na werkzaamheden met chroom-6. Het is niet bekend hoe lang het maximaal kan duren. 
  • Maagkanker: het is niet bekend hoe lang het duurt voordat maagkanker optreedt na werkzaamheden met chroom-6. Bij werkzaamheden met chemische stoffen in het algemeen kan maagkanker na ruim 20 jaar optreden. 
  • Strottenhoofdkanker: het is onbekend hoe lang het duurt voordat strottenhoofdkanker kan optreden na werkzaamheden met chroom-6. Van luchtwegkankers is wel bekend dat dit tussen de 10 en 50 jaar kan duren. Strottenhoofdkanker is een type luchtwegkanker.
  • Chronische longziekten: na langdurig contact met chroom-6 kun je binnen 5 jaar de chronische longziekte COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem) (Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem) ) krijgen. 
  • Chroomallergieën: je kunt na enkele weken tot maanden last krijgen van chroomallergieën. Dat geldt voor: allergische astma, allergische neusslijmvliesontsteking (rhinitis) en contacteczeem. De eerste klachten kunnen al na een dag optreden.
  • Perforatie van het neustussenschot door chroomzweren: je kunt na enkele weken tot maanden last krijgen van de effecten van chroomzweren. De eerste klachten kunnen al na een dag optreden. Het is mogelijk dat een chroomzweer onopgemerkt blijft vanwege weinig zenuwuiteinden in het neustussenschot.
     

De mate van blootstelling aan chroom-6 heeft invloed op de ziekten die je kunt krijgen. Blootstelling betekent niet perse dat je ziek wordt. 

We gaan er van uit dat blootstelling aan chroom-6, hoe laag het ook was, kan leiden tot longkanker, neus- en neusbijholtekanker, maagkanker en strottenhoofdkanker. 
Voor andere ziekten dan kankersoorten geldt over het algemeen het volgende:

  • Voor chroom-6 gerelateerd allergisch contacteczeem, chroom-6 gerelateerde allergische astma en allergische neusslijmvliesontsteking (rhinitis) kan de drempelwaarde zeer laag zijn als je een langdurige periode contact hebt gehad met chroom-6 via de huid (contacteczeem) of luchtwegen (astma en rhinitis). Ook als je kort aan een hoge hoeveelheid chroom-6 bent blootgesteld, kan je deze ziekten krijgen. 
  • Chronische longziekten kunnen ontstaan als je langdurig en vaak contact hebt gehad met chroom-6 via inademing. 
     

Het RIVM neemt alle beschikbare wetenschappelijke informatie mee in het onderzoek naar ziekten die chroom-6 kan veroorzaken. We maken dus geen keuze en kijken naar alle mogelijke ziekten. 

Over sommige ziekten waren er veel vragen vanuit (oud-)medewerkers. De beschikbare wetenschappelijke informatie over deze ziekten hebben we uitgebreid beschreven in het rapport van 2019. Dat ging over de volgende vragen:

  1. Welke soorten kanker kan chroom-6 veroorzaken?
  2. Kan chroom-6 immunologische aandoeningen veroorzaken? Dit gaat over andere ziekten dan allergisch contacteczeem, allergische astma, allergische rhinitis en chronische longziekten.
  3. Heeft chroom-6 nadelige effecten op het gebit?
     

Als jouw ziekte op de lijst staat en je bent blootgesteld aan chroom-6 tijdens het werk bij Defensie, dan kom je mogelijk in aanmerking voor de Uitkeringsregeling. Meer informatie hierover vind je bij het Informatiepunt Chroom-6 & CARC.

Ga altijd naar je huisarts als je ziekteverschijnselen hebt.

Op de lijst staan ziekten die volgens huidig wetenschappelijk onderzoek veroorzaakt kunnen worden door chroom-6. Voor ziekten die niet op de lijst staan, zijn er momenteel geen aanwijzingen dat chroom-6 deze ziekte kan veroorzaken. Het RIVM houdt nieuwe wetenschappelijke inzichten nauwlettend in de gaten. Bij gezondheidsklachten is het raadzaam altijd een huisarts te raadplegen.

Waarom is de ziektelijst van HDI anders dan van chroom-6?

HDI hexamethyleen diiscocyanaat (hexamethyleen diiscocyanaat) en chroom-6 zijn twee verschillende stoffen die andere eigenschappen hebben. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat HDI en chroom-6 gevaarlijke stoffen zijn die ziekten kunnen veroorzaken. Het RIVM heeft per stof onderzocht welke ziekten ze kunnen veroorzaken. De uitkomst is een ziektelijst voor chroom-6 en een ziektelijst voor HDI. 

Het gevaar wordt bepaald door de eigenschappen van een stof. De eigenschappen bepalen bijvoorbeeld welke ziekten de stof kan veroorzaken. Niet alle stoffen zijn even gevaarlijk. Ook veroorzaken niet alle gevaarlijke stoffen dezelfde ziekten.

Het risico gaat over de kans dat je ziek wordt van een gevaarlijke stof. Een risico wordt gevormd door de mate van blootstelling aan de stof. De blootstelling geeft aan of de stof op of in je lichaam komt. Is dat veel? Dan is het risico voor het krijgen van een ziekte groter. Is dat weinig? Dan is het risico lager. 

Om te zien hoe groot het risico is dat je ziek wordt, kijk je dus naar hoe gevaarlijk de stof is en ook naar hoe hoog de blootstelling is. Daarnaast kunnen andere factoren het risico vergroten. Namelijk ander werk, contact met andere stoffen, de leefstijl en persoonlijke gevoeligheid.

Vragen en antwoorden chroom-6

Chroom-6 is een vorm van het metaal chroom. Chroom-6 heeft een roestwerende werking en wordt daarom toegevoegd aan sommige verf. 

Chroom-6 wordt vooral gebruikt:

  • voor het verchromen van metalen of kunststof oppervlakken;
  • in roestwerende middelen voor metalen oppervlakken;
  • in houtconserveringsmiddelen;
  • in bepaalde soorten cement.

Sommige mensen kunnen tijdens het uitvoeren van (onderhouds)werkzaamheden in contact komen met chroom-6. Dat kan het geval zijn in bijvoorbeeld de volgende gevallen:

  • bij het verwijderen van oude verflagen waar chroom-6 in verwerkt is;
  • bij de productie van chromaten (grondstof voor roestwerende verf);
  • bij het verchromen van metalen of kunststof oppervlakken;
  • bij het verven van metalen oppervlakken met roestwerende middelen;
  • bij het werken met bepaalde soorten cement;
  • bij het lassen of snijbranden van materialen waarin chroom aanwezig is, zoals roestvrij staal.

Ja, dat kan. Je kunt ziek worden door contact met chroom-6.
Heb je met chroom-6 gewerkt en heb je een gezondheidsklacht waarvan je denkt dat het door chroom-6 komt? Ga dan naar je huisarts en neem deze brochure mee.

Contact met chroom-6 kan tot de volgende ziekten leiden:

  • kanker: longkanker, neus- en neusbijholtekanker, maagkanker en strottenhoofdkanker;
  • luchtwegallergieën, waaronder astma en neusslijmvliesontsteking (rhinitis);
  • chronische longziekten, zoals COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem) (Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische bronchitis of longemfyseem) );
  • perforatie van het neustussenschot door chroomzweren;
  • allergisch contacteczeem.

Dat hangt van de ziekte af. De eerste ziekteverschijnselen kunnen binnen enkele weken al optreden, maar het kan ook tientallen jaren duren.

Meer weten over chroom-6? 

Bekijk de verdiepende vragen en antwoorden. Klik op de onderwerpen hieronder.

Video: Wat is er in de wetenschap bekend over chroom-6?

Video: Wat is er in de wetenschap bekend over chroom-6 (klein)

Bekijk video: Wat is er in de wetenschap bekend over chroom-6?