Een zorginfectie (voorheen ziekenhuisinfectie) is een infectie die ontstaat tijdens het verblijf of behandeling in een zorginstelling. Zorginfecties worden gedefinieerd op basis van (inter)nationaal geaccepteerde definities. (1) Een zorginfectie kan tijdens de opname in een zorginstelling of ziekenhuis worden vastgesteld, maar wordt soms ook ná ontslag geconstateerd. Zo wordt bijvoorbeeld ruim 55% van de postoperatieve wondinfecties pas na ontslag uit het ziekenhuis ontdekt. (2) Sinds 2007 is er sprake van van een daling van het aantal zorginfecties. (3,4) De vraag is hoe deze daling kan worden verklaard. De zorg in ziekenhuizen is de afgelopen jaren veranderd. Leidt een kortere opnameduur daadwerkelijk tot minder zorginfecties? Of zijn patiënten tegenwoordig zo kort opgenomen dat de zorginfectie pas wordt gezien na ontslag? Is er misschien een stijging in het aantal heropnames als gevolg van een zorginfectie?

c

Auteur(s): M.T.M. Pelgrim, C.H.F.M. Waegemaekers, W.N. Wouters, J.L.A. Hautvast

Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 8, oktober 2013

Sinds 2007 wordt tweemaal per jaar de prevalentie van zorginfecties in Nederlandse ziekenhuizen gemeten in samenwerking met PREZIES PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance (PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance) (PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance) het landelijke surveillancenetwerk voor zorginfecties in ziekenhuizen (www.prezies.nl). De prevalentie van zorginfecties is het percentage zorginfecties bij patiënten die opgenomen zijn in het ziekenhuis. Alleen zorginfecties die tijdens de huidige opname zijn ontstaan, worden tijdens de prevalentiemeting geregistreerd. Prevalentiemetingen dienen als hulpmiddel bij het bepalen van hoog risicopopulaties. De resultaten kunnen aanleiding geven tot het starten van interventies of aanvullend (incidentie)onderzoek. Tijdens het prevalentieonderzoek van PREZIES worden behalve gegevens over zorginfecties ook gegevens over het gebruik van medische hulpmiddelen en antibiotica verzameld. Sinds maart 2009 worden er daarnaast ook gegevens verzameld over infecties bij opname en zorginfecties bij opname. Op basis van de anamnese bij opname wordt vastgesteld of een patiënt werd opgenomen met een (zorg)infectie, en zo ja of dit een wondinfectie na een operatie (POWI Postoperatieve wondinfecties (Postoperatieve wondinfecties)) betreft. Andere soorten zorginfecties bij opname (luchtweginfecties, urineweginfecties etc.) worden niet nader gespecificeerd.
Sinds 2007 heeft 70% van de Nederlandse ziekenhuizen (67/95) gegevens ingestuurd over ruim 113.500 patiënten. Tijdens de periode 2007-2013 is de prevalentie van zorginfecties onder deze groep afgenomen van 7,8 naar 3,2% (figuur 1; p voor trend <0,001). De opnameduur (moment van opname tot aan de dag van de prevalentiemeting) is in dezelfde periode ook afgenomen, van 10,4 dagen naar 7,6 dagen (figuur 1; p voor trend =0,03).
Sinds maart 2009 is het percentage patiënten met een infectie bij opname toegenomen van 22,2% naar 27,5% (figuur 2, p voor trend=0,01), terwijl het percentage patiënten met een zorginfectie bij opname nagenoeg gelijk is gebleven 2,7% (figuur 2). Ongeveer 60% van zorginfecties bij opname is een POWI; ook dit percentage blijft gedurende de jaren stabiel.

 

 

Figuur 1 Prevalentie van zorginfecties en gemiddelde opnameduur gemeten tijdens het prevalentieonderzoek.

 

 

Figuur 2 Prevalentie van (zorg-)infecties op het moment van opname van de patiënten in het prevalentieonderzoek


 

De daling van het aantal zorginfecties kan het gevolg zijn van de toegenomen aandacht voor infectiepreventie. In 2008 is het VMS veiligheidsmanagementsystemen (veiligheidsmanagementsystemen) Veiligheidsprogramma in Nederland geïntroduceerd. Het doel van dit programma is om te komen tot 50% reductie van onbedoelde vermijdbare schade op 10 thema’s. Twee thema’s hadden betrekking op de reductie van zorginfecties, namelijk ‘Voorkomen van wondinfecties na een operatie’ en ‘Voorkomen van lijnsepsis’. Sinds januari 2013 wordt het VMS Veiligheidsprogramma voortgezet als Veiligheidsagenda. (5)
Ook binnen Europees verband is er meer aandacht voor infectiepreventie. Het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control)) coördineert eens in de 3-5 jaar prevalentiemetingen. (6) Hierbij worden eveneens zorginfecties bij opname geregistreerd.

Naast de afname van zorginfecties bij patiënten in het ziekenhuis, is er géén stijging te zien van het aantal zorginfecties bij de opname van patiënten. Dus de afname van het aantal zorginfecties lijkt een afname over het geheel te zijn. Het zou kunnen dat er steeds meer zorginfecties ontstaan na ontslag uit het ziekenhuis, maar we zien dat niet terug in het aantal heropgenomen patiënten met een zorginfectie. Daarentegen is het onwaarschijnlijk dat alle patiënten die een zorginfectie krijgen na ontslag uit het ziekenhuis opnieuw zouden worden opgenomen omdat de minder ernstige zorginfecties prima thuis of poliklinisch behandeld kunnen worden. Binnen het prevalentieonderzoek/PREZIES zijn hierover echter geen gegevens beschikbaar die dit zouden kunnen bevestigen of ontkennen.
Een beperkende factor bij de prevalentiemeting is dat zorginfecties bij opname op basis van anamnese, en niet op basis van vastgestelde definities, worden geregistreerd. Dit geeft mogelijkheid tot verschil in interpretatie. Met ingang van 2014 zullen de zorginfecties dan ook geregistreerd worden aan de hand van vastgestelde definities.

Conclusie

De afgelopen jaren zien we een afname van de prevalentie van zorginfecties tijdens ziekenhuisopname. De vraag of er ten gevolge van de steeds kortere opnameduur van patiënten, meer zorginfecties pas na ontslag uit het ziekenhuis ontstaan, kan met de beschikbare data helaas niet goed beantwoord worden. Wel blijkt uit de data dat er niet méér patiënten worden opgenomen in verband met een zorginfectie. Dus er lijkt geen toename te zijn van het aantal ernstige zorginfecties dat zich pas na ontslag manifesteert. Nader onderzoek is nodig om na te gaan of deze veronderstelling klopt.

Auteurs

E.A. Smid, T.E.M. Hopmans, S.C. de Greeff, en M.B.G. Koek, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven.

Correspondentie
emma.smid@rivm.nl

Literatuur

  1. 1. PREZIES, definities ziekenhuisinfecties; maart 2012
  2. 2. PREZIES, Referentiecijfers 2002-2011: Postoperatieve wondinfecties
  3. 3. PREZIES, Referentiecijfers maart 2007 t/m oktober 2012: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen; augustus 2013
  4. 4. https://data.zichtbarezorg.nl/
  5. 5. http://www.vmszorg.nl/themas
  6. 6. ECDC, Surveillance report, Point prevalence survey of healthcare-
    associated infections and antimicrobial use in European acute care hospitals, 2011-2012