Cosis is een instelling voor mensen met een verstandelijke en/of psychische beperking en gevestigd in Drenthe en Groningen. De instelling heeft een visie op gezonde leefstijl en voeding ontwikkeld, door samen met mensen op de werkvloer te kijken wat de behoeften zijn voor gezonde en duurzame voeding. Op basis van pilots wordt de voedingsvisie in de praktijk gebracht. Leer van en raak geïnspireerd door Cosis.

Doelgroep

Zowel cliënten als medewerkers.

Doel

Cosis wil een gezonde leefstijl voor iedereen vanzelfsprekend maken. Daarom heeft de organisatie als doel om lekkere en gezonde voeding aan te bieden, waarbij de cliënt altijd centraal staat.

Totstandkoming

In 2023 is Cosis gestart met de ontwikkeling van een nieuwe voedingsvisie. Het is een grote zorgorganisatie met locaties verspreid over Groningen en Drenthe. Binnen de nieuwe visie zijn de behoeften van alle locaties meegenomen door op de werkvloer te kijken en in gesprek te gaan over wat er nodig was. De insteek was namelijk om een overstijgende visie te ontwikkelen, maar wel met de nodige flexibiliteit om aan te kunnen sluiten bij het karakter van een afdeling/locatie. In een jaar tijd zijn hiervoor 40 locaties van Cosis bezocht.

Na de ontwikkelingsfase zijn er gedurende drie maanden pilots uitgevoerd op diverse locaties. Met deze pilots werd de voedingsvisie in de praktijk getest, geëvalueerd en geoptimaliseerd.  

De resultaten uit de pilots vormen de basis voor een verdere implementatie binnen Cosis. De visie is voorgelegd aan de Ondernemingsraad (OR) en de Cliëntenraden, voor breed draagvlak. Daarna heeft Cosis een gedetailleerd implementatieplan opgesteld. Dit plan beschrijft de stappen die nodig zijn om de voedingsvisie op alle locaties van Cosis te integreren.

Rolverdeling

Medewerkers van de locaties hebben een belangrijke rol in het inzicht geven in de behoeften en mogelijkheden van de locaties en cliënten. Dit hebben zij op veel locaties ook actief gedaan. Ook hebben zij een belangrijke rol in de uitvoering.

Verder zijn een adviseur, projectleider voeding en facilitair consulent betrokken geweest bij het opzetten van de voedingsvisie. Zij waren ook betrokken bij de implementatie, evenals diëtisten die bij Cosis werken. Cosis probeert van de pilotlocaties ambassadeurs te maken.

Ook waren een kok, leidinggevende en medewerker van een woonafdeling betrokken als aanjagers van de voedingsvisie.

Aanpak

In de voedingsvisie zijn kaders opgesteld over gezonde en duurzame voeding, die voor de hele organisatie gelden:

  • Menucyclus: alle dagen van de week wordt er een vast menu aangeboden. Locaties zijn niet verplicht de menucyclus te volgen, maar het zorgt wel voor input. Het menu voldoet aan de richtlijnen van gezonde voeding en er is aandacht voor duurzaamheid. Er is bijvoorbeeld ruimte voor meer plantaardige voeding, door vleesloze dagen. Het menu is seizoensgebonden.
  • Inkoop/leverancier: er worden eisen gesteld aan de leverancier met betrekking tot gezonde en duurzame inkoop. Locaties worden eventueel ook ondersteund, bijvoorbeeld bij de vraag hoeveel je moet inkopen en hoeveel je dan uiteindelijk weggooit. Ook zijn er eisen voor het terugdringen van de CO2 carbon dioxide (carbon dioxide)-uitstoot.  
  • Kennis en kunde: door interne scholing zorgt Cosis dat de afdeling voldoende kennis hebben over gezonde en duurzame voeding. Ook haalt de instelling kennis in huis, door mensen aan te nemen die gespecialiseerd zijn in gezonde en duurzame voeding.  
  • Materialen en middelen: de locaties moeten de juiste middelen en (keuken)materialen hebben om gezond en lekker te kunnen koken voor groepen. Daarnaast zijn diverse materialen op maat ontwikkeld, waaronder een map met recepten volgens de Schijf van Vijf en om met de seizoenen mee te koken.

De precieze invulling van de kaders verschilt per locatie. De cliënt staat centraal, dus voeding moet passen binnen de behoefte en mogelijkheden van de cliënt. Op de pilotlocaties is een nulmeting gedaan, waarin werd gekeken naar het huidige aanbod en hoe dit wordt aangeboden, de mate van verspilling, verloop van de inkoop en beschikbare kennis.

Er is ook een individuele cliëntgerichte aanpak binnen Cosis vanuit het project LEEV. Dit project richt zich op leefstijlondersteuning voor mensen met een verstandelijke beperking. Gezonde en duurzame voeding is hier onderdeel van. Samen met de cliënt wordt de startsituatie in beeld gebracht en een omgevingsscan ingevuld. De ondersteuner stelt samen met de cliënten doelen en acties op, gericht op het verbeteren van de eigen leefstijl. 
 

Voedselverspilling

  • Cosis heeft op de pilotlocaties ook een onderzoek gedaan met de zogenaamde Waste-Tool. Hieruit kwam naar voren hoeveel verspilling er precies is en waar het vandaan komt.
  • Na vier weken plande Cosis een gesprek in met de locatie en dit gaf vaak al voldoende inzicht, waardoor de verspilling direct afnam. Vervolgens kregen locaties ondersteuning bij het terugdringen van de voedselverspilling. Bijvoorbeeld door meedenken bij de opbouw van maaltijden, de bereiding van het menu of de inkoop.
  • Uit het onderzoek kwam een afname in verspilling van 20 tot 22 procent naar voren. De financiële baten die dit oplevert, steekt Cosis weer in verbeterprocessen van de visie voor lekker en gezond eten.
  • Cosis heeft het bewust over gezond en lekker eten en niet over duurzaamheid, omdat de organisatie merkt dat dat laatste woord weerstand oproept. Het juiste woord gebruiken, helpt in het verkrijgen van volledige medewerking van de afdelingen.

Onderzoek

Literatuuronderzoek

In de aanpak zitten meerdere elementen die volgens het Wat Werkt Dossier Gezonde en Duurzame Voeding (link) werken of veelbelovend zijn, waaronder:  

  • Extra voedingsassistentie bij het eten, en opleiding en trainingsprogramma’s daarover voor het personeel, kan voedselverspilling en overproductie verminderen. Energie- en eiwitinname verbeterde ook, in studies waarin het effect daarop werd onderzocht.  
  • Maatregelen gericht op meer patiëntgerichte maaltijden en advies waardoor de voedselkeuze wordt afgestemd met patiënt, laten een verminderde voedselverspilling zien, lagere kosten, verbeterende energie- en eiwitinname en verhoogde patiënttevredenheid.  
  • Het verduurzamen van de voedselinkoop door korte ketens verlaagde de milieubelasting, daarnaast draagt duurzame inkoop bij aan het verminderen van voedselverspilling.

Succesfactoren

  • De instelling moet kennis in huis hebben en waar nodig in huis halen over gezonde en duurzame voeding, gericht op de specifieke locaties en afdelingen. Kennis wordt niet passief overgedragen, maar actief gebracht.
  • Samenwerken met de werkvloer/afdelingen bij de visie en de uitvoering. Niet alleen van bovenaf sturen (vanuit een 'ivoren toren').
  • De tijd nemen voor het ontwikkelen van een voedingsvisie en evalueren met behulp van pilots, maar wel blijven aansluiten bij de cliënt en bij het karakter van de verschillende afdelingen (flexibiliteit) en daarbij wel oog houden voor de haalbaarheid.